…en gij u voor het aangezicht Gods vernederd hebt… 2 Kronieken 34:27
U herinnert zich, geliefde vrienden, hoe het met Hizkia was, toen God hem van het ziekbed oprichtte. Er wordt gezegd dat hij God geen vergelding deed naar de weldaad die hij had ontvangen, want dat zijn hart verheven werd. Toen heeft God hem door de profeet een boodschap gestuurd om hem te zeggen dat de schatten van zijn huis naar Babel gebracht zouden worden, en zijn zoons gevangengenomen om de koning van Babel te dienen. Zo riep God hem een halt toe, nadat de zonde openbaar was geworden. Maar als het hier over Josia gaat, verkoos God een hindernis als geneesmiddel, en beteugelde Hij het kwaad voordat het geschiedde, en zo werd een heilige werker ook een nederige boetvaardige: het leven van Josia werd één met een prachtige regenboog van vele deugden, zoals regendruppels één worden met de lichtstralen van de zon. We zien dat hij met al zijn kracht arbeidt voor zijn Heere, en zich toch in stof en as buigt, als een ootmoedige smekeling voor de troon van de hemelse genade. Leer hieruit dat u en ik, middenin een succesvolle loopbaan die wij van God hebben wanneer ons hart volkomen zuiver en oprecht is, niet moeten verwachten dat alle dingen probleemloos zullen verlopen, maar dat we juist om die reden misschien moeten verwachten in omstandigheden te komen die ons verootmoedigen. Om te maken dat ons schip een gunstige, maar ook een sterke wind aankan, leidt de Heere het in Zijn oneindige wijsheid zo dat Hij ons de ballast van verdriet of beproeving geeft.
Dag gemist? Bekijk hier het hele Dagboek.