Selecteer een zoekfilter
Zoek in titel
Zoek in inhoud

De schatkamer van David

15 september | Bijbels Dagboek De Schatkamer Van David

24 Zij versmaadden ook het gewenste land; zij geloofden Zijn woord niet. 25 Maar zij murmureerden in hun tenten; naar de stem des HEEREN hoorden zij niet. 26 Dies hief Hij tegen hen Zijn hand op, zwerende, dat Hij hen nedervellen zou in de woestijn; 27 En dat Hij hun zaad zou nedervellen onder de heidenen, en hen verstrooien zou door de landen. 28 Ook hebben zij zich gekoppeld aan Baäl-peor, en zij hebben de offeranden der doden gegeten. 29 En zij hebben den Heere tot toorn verwekt met hun daden, zodat de plaag een inbreuk onder hen deed. 30 Toen stond Pinehas op, en hij oefende gericht, en de plaag werd opgehouden. 31 En het is hem gerekend tot gerechtigheid, van geslacht tot geslacht tot in eeuwigheid. 32 Zij maakten Hem ook zeer toornig aan het twistwater, en het ging Mozes kwalijk om hunnentwil. 33 Want zij verbitterden zijn geest, zodat hij wat onbedachtelijk voortbracht met zijn lippen. 34 Zij hebben die volken niet verdelgd, die de HEERE hun gezegd had; 35 Maar zij vermengden zich met de heidenen, en leerden derzelver werken. 36 En zij dienden hun afgoden, en zij werden hun tot een strik. 37 Daarenboven hebben zij hun zonen en hun dochteren den duivelen geofferd. 38 En zij hebben onschuldig bloed vergoten, het bloed hunner zonen en hunner dochteren, die zij den afgoden van Kanaän hebben opgeofferd; zodat het land door deze bloedschulden is ontheiligd geworden. 39 En zij ontreinigden zich door hun werken, en zij hebben gehoereerd door hun daden.

Zij spraken over Egypte, het land van hun ijzeren slavernij, alsof zij het liever hadden dan Kanaän, het land dat vloeide van melk en honing. Het is een slecht teken bij een christen als hij lichtvaardig over de hemel en de hemelse dingen gaat denken. Het wijst op een ontaarde geest en bovendien is het een zware zonde tegen de Heere om datgene te verachten wat Hij van zo grote waarde acht dat Hij het in Zijn oneindige liefde bewaart voor Zijn eigen uitverkorenen. Aardse dingen liever hebben dan hemelse zegeningen is de voorkeur geven aan Egypte boven Kanaän, het diensthuis boven het beloofde land. Ongeloof is de fundamentele zonde. Als wij het woord van de Heere niet geloven, zullen wij lichtvaardig denken over Zijn beloofde gaven. Als pelgrims naar de Hemelse Stad gaan twijfelen aan de Heere van de weg, zullen ze al spoedig gering denken over de rest aan het einde van de reis, en dat is de zekerste manier om slechte reizigers van hen te maken.

Ritualisme leidde tot de aanbidding van valse góden. Als wij een valse manier van aanbidden kiezen, zullen wij al spoedig kiezen voor de aanbidding van een valse god. Deze gruwel van de Moa- bieten was een afgod ter ere waarvan vrouwen hun lichaam overgaven in de meest schaamteloze lust. Te bedenken dat het volk van een heilige God zich hiertoe verlaagt! Israël sloot zich aan bij de braspartijen waarmee de aanbidders van Baal hun afschuwelijke eredienst vierden, ze namen zelfs aan hun offers in het binnenste heiligdom deel als toegewijde volgelingen, hoewel de góden niet meer dan dode afgoden waren. Mogelijk namen ze deel aan occulte rituelen die tot doel hadden contact te leggen met geesten van overledenen. Op die manier poogden ze het zegel van Gods voorzienigheid te verbreken en binnen te dringen in de verborgen kamers die God heeft toegesloten. Zij die het zoeken van de levende God moe zijn, hebben vaak blijk gegeven van een hunkering naar duistere wetenschappen en het gezelschap van demonen en geesten gezocht. Wat een sterke waanvoorstellingen houden vaak hen die de vreze des Heeren opgeven, in hun greep! Deze opmerking is nu even noodzakelijk als in vervlogen tijden.

De woestijn was niet de oorzaak van Israel’s zonden; toen ze in het beloofde land gevestigd waren, was hun ongehoorzaamheid nog even groot. Zij vonden kwaad gezelschap, en schepten vreugde daarin. Degenen die ze hadden moeten uitroeien, maakten ze tot hun vrienden. Terwijl ze al genoeg eigen tekortkomingen hadden, waren ze ook nog eens bereid in de leer te gaan bij de verachtelijke Kanaänieten en zichzelf nog meer te bekwamen in de kunsten der ongerechtigheid. Het stond vast dat zij niets goeds konden leren van mensen die de Heere tot totale vernietiging had veroordeeld. Weinigen zouden naar de dodencel willen gaan ter lering, en toch zat Israël aan de voeten van het vervloekte Kanaän, en ontpopte zich als een ware meester in iedere gruwel.

Ook dit is een ernstige maar veelvoorkomende dwaling onder belijdende gelovigen: zij zoeken werelds gezelschap en nemen wereldse manieren over, en toch is het hun roeping tégen deze dingen te getuigen.

Overweging:

Niemand kan al het kwaad noemen dat is veroorzaakt door de dwaasheid van wereldgelijkvormigheid.

Dag gemist? Bekijk hier het hele Dagboek.

Welkom Terug!

Log hieronder in op uw account

Maak een nieuw account!

Vul de onderstaande formulieren in om te registreren op Het Spurgeon Archief

Haal uw wachtwoord op

Voer uw gebruikersnaam of e-mailadres in om uw wachtwoord opnieuw in te stellen.