8 Teth. De HEERE is goed en recht; daarom zal Hij de zondaars onderwijzen in den weg. 9 Jod. Hij zal de zachtmoedigen leiden in het recht, en Hij zal den zachtmoedigen Zijn weg leren. 10 Caph. Alle paden des HEEREN zijn goedertierenheid en waarheid, dengenen, die Zijn verbond en Zijn getuigenissen bewaren. 11 Lamed. Om Uws Naams wil, HEERE! zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot. 12 Mem. Wie is de man, die den HEERE vreest? Hij zal hem onderwijzen in den weg, dien hij zal hebben te verkiezen. 13 Nun. Zijn ziel zal vernachten in het goede, en zijn zaad zal de aarde beërven. 14 Samech. De verborgenheid des HEEREN is voor degenen, die Hem vrezen; en Zijn verbond, om hun die bekend te maken. 15 Ain. Mijn ogen zijn geduriglijk op den HEERE, want Hij zal mijn voeten uit het net uitvoeren.
Het is net zo waar als wonderlijk dat door de verzoening de rechtvaardigheid van God even sterk pleit voor het behoud van de zondaren voor wie Jezus stierf, als Zijn genade. Bovendien, zoals een gelovig mens vanzelf zijn best doet om anderen net als hij te maken, zo zal de Heere onze God in Zijn barmhartigheid zondaren op het pad van de heiligheid brengen en hen gelijkvormig maken aan Zijn eigen beeld; zo brengt de goedheid van God ons ertoe de bekering van zondige mensen te verwachten. We mogen uit Gods goedheid niet afleiden dat Hij die zondaren zal redden die blijven wandelen op hun eigen wegen, maar we kunnen er zeker van zijn dat Hij de harten van wetsovertreders zal vernieuwen en hen op de weg van de heiligheid zal brengen. Laten zij die ernaar verlangen van de zonde verlost te worden, hier troost uit putten. God zal Zich Zelf neerbuigen om de leraar van zondaren te zijn. Wat een haveloze school voor God om les in te geven!
‘Wie is de man, die den Heere vreest?’ Deze vraag moge tot zelfonderzoek leiden. De voorrechten van het Evangelie zijn niet voor iedereen die doet alsof. Zij wier harten oprecht zijn, zullen niet dwalen uit gebrek aan hemelse leiding. Waar God het hart heiligt, verlicht Hij het hoofd. Wij willen allemaal graag onze eigen weg kiezen, maar wat een genade wanneer de Heere die keus stuurt, en ervoor zorgt dat een vrije wil een goede wil is! Als wij van onze wil Gods wil maken, laat God ons onze wil houden. God schendt onze wil niet, maar laat veel aan onze keus over; niettemin onderricht Hij onze wil, en zo kiezen wij wat Hem welgevallig is. De wil moet onderworpen zijn aan de wet; er is een weg die wij dienen te kiezen, maar wij zijn zo onwetend dat wij onderwezen moeten worden, en zo eigenzinnig dat niemand anders dan God Zelf ons doeltreffend kan onderwijzen.
Hij die God vreest, heeft niets anders te vrezen. Hij zal wonen in het vertrek der tevredenheid. Het is niet overvloed, maar tevredenheid die de ware rust geeft. Zelfs in deze wereld kent de gelovige, die door genade heeft geleerd zowel overvloed te hebben als ontledigd te zijn, rust; maar wat zal de eeuwige rust van zijn ziel diep zijn! Heiligen hebben de sleutel tot de hemelse hiërogliefen; zij kunnen de hemelse raadselen ontsluieren. Zij zijn ingewijd in liet genootschap van de hemelen; zij hebben woorden gehoord die zij onmogelijk tegenover huns gelijken kunnen herhalen. De oudheid, zekerheid, rechtvaardigheid, volheid, goedgunstigheid en voortreffelijkheid van Gods verbond zullen aan hun hart en hun verstand geopenbaard worden, en bovenal zal hun eigen deel erin aan hun ziel bezegeld worden door het getuigenis van de Heilige Geest. De liefdevolle bedoelingen die de Heere krachtens het genadeverbond met Zijn volk heeft, heeft Hij beliefd te onthullen aan gelovigen in het geïnspireerde Woord, en door Zijn Geest leidt Hij ons in het geheimenis, zelfs het verborgen geheimenis van de verlossing.
Overweging:
Vrees God, Die boven allen staat, en wij hoeven helemaal niemand te vrezen.
Dag gemist? Bekijk hier het hele Dagboek.