Selecteer een zoekfilter
Zoek in titel
Zoek in inhoud

De schatkamer van David

26 november | Bijbels Dagboek De Schatkamer Van David

1 Een lied Hammaaloth. Ziet, looft den HEERE, alle gij knechten des HEEREN! gij, die allen nacht in het huis des HEEREN staat. 2 Heft uw handen op naar het heiligdom, en looft den HEERE. 3 De HEERE zegene u uit Sion, Hij, Die den hemel en de aarde gemaakt heeft.

De woorden ‘loven’ en ‘zegenen’ zijn karakteristiek voor de psalm. De eerste twee verzen wekken ons op Jehova te loven, en in het laatste vers wordt Jehova’s zegen over Zijn volk afgeroepen. O, overvloedig te zijn in zegen en lof! Mogen ‘gezegend’ en ‘zegen’ de twee woorden zijn die ons leven typeren. Laten anderen hun metgezellen vleien, of hun sterren loven, of zichzelf prijzen; wat ons betreft, wij zullen Jehova loven, van Wie alle zegeningen komen. Een knecht van Jehova zijn is een onpeilbare eer, een onschatbare zegen. Eén knecht in Zijn tempel zijn, een bediende in Zijn huis, is nog meer een vreugde en een roem – als zij die steeds bij de Heere zijn en in Zijn eigen tempel wonen, de Heere niet loven, wie zal het dan wel doen?

Wij kunnen goed begrijpen hoe de heilige pelgrims die gewijde mannen half benijdden die de tempel bewaakten, en in de uren van de nacht de noodzakelijke handelingen van de tempeldienst verrichtten. Bij de stilte en plechtigheid van de nacht voegde zich de geduchte glorie van de plaats waarvan Jehova had bepaald dat Zijn eredienst er zou plaatsvinden. Gezegend waren de priesters en levieten die tot zo’n verheven dienst waren gewijd. Dat zij de Heere zouden loven gedurende hun nachtwaken was zeer gepast: het volk wilde hebben dat ze hierop toezagen, en nooit hun plicht verzaakten. Ze moesten zich niet als even zovele machines bewegen, maar hun hart in al hun taken leggen, en op geestelijke wijze eerbied tonen in de hele duur van hun plicht.

Zoals de engelen God loven zonder onderscheid van dag en nacht, zo moeten ook de knechten van de kerken te allen tijde klaarstaan. Zij moeten mensen zegenen door hun onderricht, maar ze moeten Jehova nog meer zegenen door hun eredienst. Te vaak bekijken mensen de openbare eredienst alleen vanuit het gezichtspunt van de nuttigheid ervan voor de mensen; maar het andere aspect is van nog groter belang, wij moeten erop toezien dat de Heere God wordt aanbeden, verhoogd en met eerbied bejegend.

De zegen komt uit de Stad van de Grote Koning, van Zijn officiële dienaren, krachtens het verbond, en daarom wordt gezegd dat hij ‘uit Sion’ komt. Tot op vandaag zegent de Heere eenieder van Zijn volk door Zijn kerk, Zijn Evangelie en de inzettingen van Zijn huis. In gemeenschap met de heiligen ontvangen wij ontelbare zegeningen. Moge ieder van ons nog meer ontvangen van de zegen die komt van de Heere alleen. Sion kan ons niet zegenen; de heiligste dienaren kunnen ons slechts een zegen wensen; maar Jehova kan en wil eenieder van Zijn wachtende volk zegenen. Zo moge het zijn in dit goede uur. Verlangen wij ernaar? Laten wij dan zelf de Heere loven. Laten wij het nogmaals doen. Dan mogen wij in vertrouwen hopen dat wij de derde keer dat wij aan loven en zegenen denken, zullen merken dat wij bewuste ontvangers van de zegen van de Algoede zijn. Amen.

Overweging:

Alle mensen liggen onder de vloek, totdat God hen in de gemeenschap van Zijn Kerk brengt, en hen gezegend verklaart door Zijn Woord.

Dag gemist? Bekijk hier het hele Dagboek.

Welkom Terug!

Log hieronder in op uw account

Maak een nieuw account!

Vul de onderstaande formulieren in om te registreren op Het Spurgeon Archief

Haal uw wachtwoord op

Voer uw gebruikersnaam of e-mailadres in om uw wachtwoord opnieuw in te stellen.