Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is. Hebreeën 10:25
Goed, het vorige verhaal ging over een man die wel kon horen, maar niet wilde. Nu een verhaal over een man met het tegenovergestelde probleem. Vele jaren lang, elke zondagmorgen als hij naar de Metropolitan Tabernacle ging, ontmoette een vriend van Spurgeon een oudere christelijke heer die naar zijn eigen kerk ging. En elke keer als ze elkaar ontmoetten, sloeg de oude man zijn hand op zijn borst en zei: “Goedemorgen! Ik heb hem hier, meneer!” Wat denk je dat hij bedoelde? Dat vroeg Spurgeons vriend zich natuurlijk ook af! Hij kwam tot de conclusie dat de oude man verwees naar de Heere Jezus Christus, Die hij in zijn hart had. We worden christenen door Jezus in ons hart te vragen, dan komt Hij binnen in ons hart om ons te verlossen, te regeren en voor ons te zorgen. Uiteindelijk kwam hij er echter achter dat hij zich vergist had. Het bleek dat de oude heer erg doof was, en geen woord kon horen van wat zijn voorganger zei! Maar omdat hij een christen was, genoot hij van de ontmoeting met mensen die de Heere liefhadden, zo voelde hij zich een deel van zijn kerk, en ik weet zeker dat hij de Heere aanbad, ook al kon hij geen enkel gebed volgen of iets horen van wat er gebeurde.
De leden van de kerk wisten van zijn doofheid, dus zongen ze altijd het juiste lied voor hem, zodat hij over de woorden kon nadenken, ook al kon hij het zingen niet horen. Op dezelfde manier kozen ze de bijbellezingen voor hem, zodat hij deze voor zichzelf kon lezen. Maar wat deed hij dan tijdens de preek? Wel, elke zondag stopte hij een van de preken van Spurgeon in zijn borstzak, en terwijl de voorganger een preek hield die hij niet kon horen, las hij de preek van Spurgeon aan zichzelf voor! Ik weet het niet, maar misschien las hij wel een betere preek dan die in zijn eigen kerk werd uitgesproken!
De vriend van Spurgeon had het dus mis – toen de oude man zei: “Ik heb hem hier, meneer,” doelde hij niet op de Heere Jezus, maar op de preek van Spurgeon! Maar hij had natuurlijk ook de Heere Jezus in zijn hart – Jezus in zijn hart en de preek dicht bij zijn hart! Als je naar de kerk gaat, moet je proberen er zoveel mogelijk uit te halen, maar zelfs als je er niet zoveel uithaalt als je zou willen, of niet zoveel als anderen, is het belangrijk om het volk van God te ontmoeten. Die oudere man wist dat. De schrijver van de brief aan de Hebreeën gaf zijn lezers – en ons – deze raad en opdracht: “Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.” (Hebreeën 10:25). In andere woorden, blijf samenkomen met het volk van de Heere om Hem te aanbidden en naar Hem te luisteren.
Vertaald uit: A Fly on The Nose and 51 other great stories.