Bank des geloofs

Mij aangaande, ik zal tot God roepen, en de Heere zal mij verlossen. Psalmen 55:16

Ja, ik moet en zal bidden. Wat kan ik anders doen! Wat kan ik beter doen? Verraden, verlaten, bedroefd, verbijsterd, vertoornd, mijn Heere, ik zal U aanroepen. Mijn Ziklag ligt in as, en mensen spreken er over dat ze mij willen stenigen. Maar ik sterk mijn hart in de HEERE, die mij door dit proces heen zal dragen, zoals Hij me door zoveel anderen heeft gedragen. Jehova zal mij redden; Ik weet zeker dat Hij dat wil, en ik belijd dat ik Hem geloof. Niemand anders dan de HEERE alleen zal mij redden. Ik wil geen andere helper, ik vertrouw niet op menselijke hulp, zelfs als ik dat zou kunnen. Ik zal naar Hem roepen in de avond, ochtend en middag, en ik zal niemand anders om hulp vragen, want Hij is de Algenoegzame. Hoe Hij mij zal redden, kan ik niet weten, maar Hij zal het doen, dat weet ik zeker. Hij zal het op de beste en zekerste manier doen en Hij zal het in de grootste, ware en volledige betekenis doen. De grote IK BEN zal, zo zeker als Hij leeft, mij uit deze en alle toekomstige problemen redden. En als de dood komt en alle mysteries der eeuwigheid volgen, zal dit toch waar zijn: “de HEERE zal mij verlossen.” Dit zal mijn lied zijn tijdens deze nazomerdag. Is het niet als een rijpe appel uit de boom van het leven? Ik zal mij er mee voeden. Hoe zoet is mijn smaak!