…toen u het Woord aannam te midden van veel verdrukking,
met blijdschap van de Heilige Geest. 1 Tessalonicenzen 1:6
Spurgeon werd geboren in Kelvedon, een klein dorpje in Essex. Ook bracht hij een tijd door bij zijn grootouders, die in Stambourne woonden, een ander dorpje ongeveer twintig mijl verderop. Hij groeide dus op als een echte plattelandsjongen, en hij had bovendien een plattelandsaccent. Maar later werd hij jarenlang voorganger in Londen, in de Metropolitan Tabernacle – een enorme kerk midden in de drukke, grote stad.
Heel veel verschillende mensen wilden graag naar Spurgeon luisteren. Dat kwam omdat hij de boodschap uit de Bijbel heel duidelijk kon uitleggen, zodat iedereen het begreep. Ook sprak hij altijd over de weg tot redding: geloven in de Heere Jezus Christus. Verder vonden mensen hem gewoon een heel begaafd predikant; sommigen vonden hem zelfs de beste van allemaal! Waar hij ook kwam om te spreken, kwamen mensen in groten getale luisteren – arme mensen en rijke mensen, kinderen en volwassenen, mensen die in het parlement werkten, maar ook bedelaars, zakenlieden en mensen die op het land werkten.
Op een dag zou Spurgeon in een rustig landelijk gebied gaan preken, en een oude man die op een boerderij werkte wilde daar heel graag bij zijn. Daarom ging deze man naar zijn baas, de boer, om te vragen of hij vrij kon krijgen, waarschijnlijk voor de volgende dag. Maar de boer was helemaal niet enthousiast en zei: “Alleen als je eerst ál je werk afmaakt.”
In die tijd was werken voor veel mensen heel zwaar. Veel mensen werkten lange dagen, bijvoorbeeld in fabrieken, in de mijnen of als landarbeider op het land. Ze hadden weinig vrije tijd en verdienden ook niet veel. We mogen echt dankbaar zijn dat het leven in de westerse wereld nu veel makkelijker is dan toen en dat wij het meestal goed hebben.
Misschien heb je wel eens zo’n grote maaidorser op het land gezien. Zo’n machine doet in een paar uur waar vroeger heel veel arbeiders uren, soms dagen mee bezig zouden zijn. Maar die oude boer had geen maaidorser! Het enige wat hij had, was een zeis – een handgereedschap om gras of gewassen mee te maaien. Toch gaf hij de moed niet op. De volgende ochtend stond hij bij het eerste licht al op en begon keihard met zijn werk. Elke keer als hij met zijn zeis zwaaide en de gewassen maaide, riep hij: “Spurgeon! Spurgeon! Spurgeon!” Dat hield hij zich steeds voor, zodat hij niet zou opgeven.
Omdat hij zo vroeg begonnen was en zo hard en vastberaden werkte, kreeg hij uiteindelijk alles af en mocht hij echt naar de samenkomst. Daar kon hij Spurgeon horen preken. Waarschijnlijk vond hij dat het allemaal helemaal waard was.
Dit verhaal laat zien hoe graag mensen toen naar het woord van God wilden luisteren. Toen de apostel Paulus aan de christenen in Thessaloniki schreef, zei hij: “Ook bent u navolgers geworden van ons en van de Heere, toen u het Woord aannam te midden van veel verdrukking, met blijdschap van de Heilige Geest” (1 Thessalonicenzen 1:6).
Hoe graag wil jij naar God luisteren? Wat ben jij ervoor bereid te doen, net als die boer, om meer te leren over Hem?