Want zo velen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder de vloek: want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. Galaten 3:10
„Maar”, zegt Iemand „ik trachtte meermalen de wet te volbrengen, en Ik denk dat Ik hierin ook gedeeltelijk slaagde”. Welnu, hoor nog eens wat er geschreven staat „Vervloekt is een Iegelijk, die niet blijft In al hetgeen geschreven is In het boek der wet, om dat te doen”. Nee, het is niet de ware gehoorzaamheid die God van u eist, om nu en dan de geboden te volbrengen, en dat kan ook evenmin in de dag des gerlchts bestaan. Immers zegt de Heere: „die niet blijft” en als Ik niet vanaf mijn vroege jeugd tot op mijn hogere jaren, gebleven ben ik „al hetgeen geschreven is in het boek der wet om dat te doen”, dan zal ik zeker verloren gaan.
Of laat Ik liever zeggen: als Ik niet vanaf het ogenblik dat ik tot de jaren van onderscheid kwam, toen mijn verantwoordelijkheid begon, de Heere In gehoorzaamheid diende, totdat ik In de Heere Christus werd Ingelijfd, en de zaligheid uit de werken mij onmogelijk werd, dan ga ik zeker, In mijzelf, mijn veroordeling tegemoet Nee, de Heere eist geen gebrekkige, geen vluchtig voorbijgaande gehoorzaamheid. Want het vonnis Is rechtvaardig, als u niet blijft In al wat er geschreven is. „Maar”, zegt u, „er is zeker veel waarin ik te kort kwam, maar ik was toch zeer deugdzaam”. Ellendige verontschuldiging! Veronderstel dat u deugdzaam was en menige ondeugd hebt vermeden; maar wat zegt mijn tekst? Nee, het zijn geenszins mijn woorden, maar God zegt het u: „Die niet blijft In al hetgeen geschreven is”. Er staat niet in sommige dingen, maar „die niet blijft in al hetgeen geschreven Is”.