God geeft Zijn kinderen nooit een plicht te vervullen zonder daarvoor ook de middelen te schenken. Beveelt Hij om Zijn volk te troosten, dan kunnen we er zeker van zijn, dat de middelen aanwezig zijn, waardoor zij getroost kunnen worden. Kind Gods, weet u niet, waarmee u het gewonde hart kunt troosten? Vertel dan de treurende van de dagen van ouds, spreek hem van genade, van verlossing en goddelijke liefde. Ontmoet u een bedroefde, spreek hem van het verbond, dat zeer vast is; zeg hem wat de Heere gedaan heeft in vroegere dagen, Hoe Hij Rahab versloeg en de draak verwondde, vertel hem de wondervolle geschiedenis van Gods leidingen met Zijn volk, en hoe Hij, die de Rode Zee vaneen scheidde, voor de Zijnen een pad kan banen door de diepe wateren van de droefheid; dat Hij, Die in het brandend braambos verscheen, zonder dat dit verteerde, ook kan bewaren in de oven van de smart.
Spreek hem van de wondervolle dingen, die God voor Zijn volk heeft gedaan. Zeker, daarin is overvloed van vertroosting. Zeg hem, dat God de oven bewaakt als de goudsmid de smeltkroes. Is dat alles nog niet genoeg, spreek hem dan van de genade aan hemzelf bewezen; zeg hem hoeveel hij nog overhield, hoewel hem veel werd ontnomen. Zeg hem, dat er geen straf is voor hen, die in Christus Jezus zijn, dat hij is aangenomen in de Geliefde, dat hij gered is en veilig, dat Jezus in de hemel zijn voorspraak is, dat, hoewel de aarde bewogen wordt, God ons een toevlucht is en dat de eeuwige God niet sluimert noch slaapt. Is dit alles nog niet voldoende, spreek dan met de rouwdragende over de toekomst; fluister hem toe, dat er een hemel is met paarlen poorten en gouden straten, dat op zijn hoogst nog enkele jaren hem zullen scheiden van de mooie kusten van Kanaan, dat hij daarom zijn verdriet wel blijmoedig dragen mag.
Zeg hem, dat Christus komt, dat Zijn teken reeds verschijnt aan de hemel en Zijn komst nabij is, dat Hij spoedig verschijnen zal om de aarde te richten in rechtmatigheid en Zijn volk in gerechtigheid. Is dit nog niet genoeg, vertel hem dan alles van de Heiland, Die leefde en stierf, neem hem mee naar de top van Calvarie; toon hem de bloedende handen en voeten en de doorstoken zij; verhaal hem van de Koning der smarten, met doornen gekroond, van Zijn bloed en tranen, van de machtige Heerser, met het spotkleed omhangen, dat het purper was van het rijk van de smart. Zeg hem, hoe Hijzelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft aan het hout. Zo zult u met Gods zegen uw roeping vervullen en een der Zijnen troosten. Troost Mijn volk! zegt de Heere.