Red degenen die ter dood gegrepen zijn … Spreuken 24:11a
Ik hoorde eens een verhaal over een predikant. Het was een man die evenals Henoch wandelde met God. Samen met een ambtsbroeder ging deze predikant op bezoek bij een dame. De vrouw verzocht hun beiden dringend een kop thee bij haar te drinken. Zij was geen christin. De predikant had nog veel werk te doen, daarom weifelde hij of hij wel of niet een kopje thee bij haar zou drinken, maar omdat ze sterk bij hem aanhield ging hij uiteindelijk zitten en smeekte om Gods zegen. Dit deed hij in zulke lieflijke woorden, dat het scheen alsof de predikant vol van heilige zalving was. Iedereen in de kamer werd erdoor getroffen. De dame sloeg hem met oplettendheid gade. Toen de predikant opstond om te vertrekken zei hij tegen haar: ‘Mevrouw, ik dank u zeer voor uw grote vriendelijkheid voor mij, maar … hoe bent u voor mijn Meester?’ Door deze vraag werd Gods genade in haar hart gewerkt. Ze kwam tot Jezus; ze opende haar huis voor de prediking en er ontstond een geestelijke opwekking. Wat denkt u, wanneer Jezus niet met deze predikant geweest was, wat zou er dan van de vrouw geworden zijn? En … wat doen wij om het leven van andere mannen en vrouwen te redden van de dood?