Spurgeon over de economische crisis
De economische crisis had volgens sommige opiniemakers voorkomen kunnen worden als de samenleving beter met geld had omgegaan. Wat zeggen grote theologen ervan? Vandaag Charles Haddon Spurgeon (1834-1892) met zijn stichtelijke verhalen van Jan de Ploeger, in een Nederlandse vertaling van M. S. Bromet uit 1880.
Als het kraantje lekt, verliest men veel. Met het ene druppeltje na het andere bij dag en nacht gaat het vocht verloren, en dan verwondert men zich nog dat het vat zo gauw leeg is.
Op die wijze blijven ook veel dagloners altijd arm; zij zorgen niet voor de halve centjes en hebben daarom geen muntjes in de spaarbank. Gij kunt het vat niet vullen met regenwater als gij de druppels niet opvangt. Een dubbeltje hiervoor en een kwartje daarvoor en de beurs is leeg voor men er nog goed in gekeken heeft. Verlies in de keuken, verlies op de tafel en verlies in de kroeg: op die manier scheiden velen van hun geld om elkaar niet weer te zien.
Als de vrouw zowel als de man verkwist, dan zijn er twee gaten in het vat. Somtijds dost de vrouw zich in alle mogelijke opschik en heeft zij een grote rekening lopen voor zij ”t weet, maar erger nog is het als zij aan de drank verslaafd is. Wanneer de gans en zijn wijfje uit alle macht drinken is de bak gauw leeg. Daar beginnen zij te praten van bezuinigingen, zoals de man die zijn staldeur toesloot nadat zijn paard weg was. Zolang de beurs boordevol is, denken velen niet aan sparen, maar als ze op de bodem komen, dan gaan zij aan ”t wonderen doen.
Die ”s morgens zijn hele brood opeet, kan er ”s middags naar fluiten en hij krijgt een lekkere schotel niemendalletjes. Als wij niets sparen terwijl wij ”t hebben, zullen wij zeker niets kunnen verleggen als ”t vogeltje weggevlogen is. Verkwisting is allesbehalve prijzenswaardig. Spaarzaamheid is een plicht, verkwisting is zonde. Het oude Boek zegt: “Die haastig is om rijk te worden zal niet onschuldig wezen”, en reken erop dat hij die zich haast om arm te worden in hetzelfde geval verkeert. Strek uw benen uit naar de lengte van uw deken en verteer nooit al wat gij hebt.
Het zal u later veel dienstdoen om van zorg bevrijd te blijven. Leg iets weg als gij jong zijt en gij vindt het als gij oud wordt; maar gij moet het niet uit gierigheid of zelfzucht doen, opdat God geen vloek over uw voorraad uitgiet.
Maar ofschoon ”t niet is zoals de Amerikaan zegt, dat de dollar “almachtig” is, moeten wij toch de dollars gebruiken voor de Almachtige, en ze niet verkwisten in zondige buitensporigheden. Zelfs een hond zal een beentje dat hij op ”t ogenblik niet gebruiken kan zorgvuldig wegbergen. Maar helaas, velen die van hun dagloon moeten bestaan, denken niet aan de dag van morgen, maar eten als kleine kinderen de hele koek achter elkaar op.
Hier hebt gij drie goede lessen: Verdien zoveel als ”t kan, en spaar zoveel als ”t kan, maar geef ook wat maar kan, dat is liefde tot de naaste – en jezelf, man!
Ik zeg niet dat men een schraper moet zijn of een liefhebber van het geld, maar ik zou wel willen zien dat onze werklieden wat spaarzamer waren en een beter gebruikmaakten van hun loon. Sommigen hebben al weinig genoeg, maar van dat weinige gaat er nog een groot deel naar de kroeg. Salomo vermaant de luiaard om tot de mieren te gaan en te zien hoe zij voorraad voor de winter wegleggen. Ik heb wel gehoord dat er zulke mieren niet in Engeland huizen en ik vrees dat het waar is. Mijn baas zegt dat hij ze in Frankrijk heeft gezien. Het zou goed wezen een hoop van die mieren hier over te brengen.
Geld is niet het hoogste goed; maar ver beneden de genade Gods en het geloof in Christus, gelijk een beploegd veld dat ver onder de sterren ligt. Maar toch heeft de godzaligheid de belofte van dit leven zowel als voor het aanstaande, en hij die wijs genoeg is om eerst het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid te zoeken, moet ook wijs genoeg zijn om al de andere dingen die God hem in genade toewerpen zal, wijselijk te gebruiken.