Praatjes van Jan Ploeger
JOHN PLOUGMAN’S TALK; onder deze huiselijke titel’ heeft de beroemde volksprediker C. H. Spurgeon een boekje geschreven. Op elk van de bladzijden blijkt, hoezeer hij de naam van “volksman” verdient, en uit welke rijke ader zijn veelzijdig populaire woorden vloeit.
Download: Praatjes van Jan Ploeger.pdf
Download: Jan Ploegers plaatjes bij nieuwe praatjes.pdf
Engelse recensie
Een van de meest geachte tijdschriften in Engeland zegt: Dikwijls verbazen wij ons, hoe één mens zoveel kan afdoen, en toch verwonderen wij er ons nog minder over, dat de heer Spurgeon in alles wat hij doet goed is. Wekelijks verschijnen zijn preken, en hoe vele jaren dit nu week aan week voortging, er is nog steeds geen teken van uitputting, maar veelmeer van toenemende kracht. Ook zal zijn roem door dit boekje niet afnemen. Het is een boek rijk aan geest en wijsheid, aan gezond verstand en levendig vernuft. Andere beoordelaars noemen dit boek: “misschien het beste, dat door de schrijver in het licht werd gegeven, een werk, zoals het van zulk een man mag worden verwacht, als hij opzettelijk over en voor het volksleven wilde schrijven, een boek, waar ieder, man of vrouw, iets bruikbaars voor eigen leven, en dat op nieuwe, frisse manier gezegd wordt.”
Echte mannenkost!
Schoon is de lofspraak, waarop het boek in alle standen ontvangen en terstond bij duizenden verspreid is. Toen ik vorige jaar Mei in Londen was, zag ik het bij de boekhandelaar in honderdtallen ter algemene verzending gereed liggen. Mijn opgewekte nieuwsgierigheid vond geen teleurstelling maar de volste bevrediging, toen ik het boekje las, en daaruit en terstond, zijn juweeltje Huis en haard voor den Bijbelse Almanak bestemde. Aangezocht door de Heer Kirberger om een vrije, voor ons land geschikte vertaling van het boekje te bewerken, heb ik mij door mijn menigvuldige arbeid van die taak niet laten afschrikken. Er was in mij een begeerte, om het boekje in Nederlands gewaad te steken; moge het blijken, dat het krachtig, soms op de tong bijtend woord als “echte mannenkost” een gerecht is, dat nog een oud Hollandse smaak in Nederlandse lezers toont.
Zijn thans in Engeland reeds 110,000 exemplaren van Spurgeon’s werkje verspreid, verblijdend is het dat ook in ons land de vertaling zo gunstig is ontvangen, dat zo spoedig een tweede druk nodig was. Deze nieuwe druk draagt in zijn laatste stukje het bewijs hoezeer ook de Schrijver de vertaling met deelneming ‘heeft gezien.
Moge ook deze tweede druk ervaren, dat hoeveel er ook geschreven en gedrukt worde, een goed woord nog altoos een goede plaats vindt.