Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Als water ben ik uitgestort; ontwricht zijn al mijn beenderen; mijn hart is als was, het is gesmolten diep in mijn binnenste. Psalm 22:15
Hebben hemel en aarde ooit een droeviger toneel meegemaakt? Onze Heere voelde zich naar ziel en lichaam zo zwak als water dat op de grond uitgegoten is. Het overeind zetten van het kruis had Hem heel erg geschokt; het had al zijn spieren gespannen, zijn botten min of meer uit elkaar getrokken en iedere zenuw werd hierdoor aangetast. Beladen met Zijn eigen gewicht, voelde de verheven Lijder de spanning van de zes lange uren aan het kruis ieder moment toenemen. Zijn gevoel van complete uitputting was overmeesterend en voor Zijn eigen bewustzijn was Hij een opeenhoping van ellende en machteloze zwakte. Toen Daniël zijn grote visioen zag (Daniël. 10), zei hij: ‘Er bleef in mij geen kracht over. Mijn gezonde uitstraling werd aan mij veranderd in verval en ik had geen kracht meer over.’ Hoeveel te meer moet onze grotere Profeet op het punt gestaan hebben om te bezwijken, toen Hij het verschrikkelijke strafgericht van Gods toorn zag en in Zijn eigen ziel ervaarde! Voor ons zou het ondraaglijk zijn geweest om hier iets van te ondervinden. De bewusteloosheid zou ons te hulp gekomen zijn, maar de Heere werd geslagen en voelde het zwaard; Hij dronk de beker leeg, en proefde elke druppel.
O Koning van smarten, o Koning van wonden!
Hoe wordt Gij geslacht, als een Lam, voor mijn zonden!
Als wij voor de troon van onze Zaligmaker knielen, Die nu verhoogd is, laten we dan goed bedenken op welke manier Hij deze troon voor ons tot een genadetroon gemaakt heeft. Laten wij in de geest uit Zijn beker drinken, zodat wij kracht mogen ontvangen voor het moment waarop wij zelf zullen moeten lijden. Het lichaam van onze Heere kwam ondanks al dit lijden toch ongeschonden tevoorschijn op de dag van de opstanding. Het kwam tevoorschijn in heerlijkheid en macht. En zo zal ook Zijn geestelijke lichaam, de gemeente, eenmaal uit de oven van de beproeving komen zonder dat er ook maar iets van het vuur, waarin het beproefd is, te ruiken zal zijn!