En overmits gij kinderen zijt, zo heeft God de Geest Zijns Zoons uitgezonden in uw harten. Die roept: Abba, Vader! Galaten 4:6
De grote Koning, de onsterfelijke, onzichtbare, goddelijke Persoon, Die de Heilige Geest genoemd wordt, Hij is het Die de ziel verlevendigt, want anders zou die voor eeuwig dood blijven; Hij is het Die de ziel ontvankelijk maakt, want anders zou ze nooit wat voelen; Hij is het Die het gepredikte Woord toepast, want anders zou het nooit verder komen dan het oor; Hij is het Die het hart verbreekt; Hij is het Die het gezond maakt. Op deze aarde verkeert een geheimzinnig Wezen, Wiens bediening het is de gevallene te vernieuwen en de dwalende te herstellen. We kunnen Hem niet zien of horen en toch woont Hij in sommigen van ons als de Heere van onze natuur. Zijn verkoren woning is een verbroken hart en een verslagen geest. Gods Heilige Geest en de zonde van de mens kunnen niet in vrede met elkaar samenwonen; ze kunnen wel in hetzelfde hart wonen, maar ze kunnen niet beiden regeren of in vrede leven, want ‘de Geest begeert tegen het vlees en het vlees begeert tegen de Geest’; zij kunnen niet in rust verkeren, maar er zal sprake zijn van een voortdurende strijd in de ziel, zodat de christen wel moet uitroepen: ‘Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods?’ Maar te zijner tijd zal de Geest alle zonden uitdrijven en zal Hij ons smetteloos voorstellen voor de troon van Zijn Majesteit met buitengewoon grote blijdschap.
Dag gemist? Bekijk hier het hele Dagboek.