Koop en eet, ja, kom, koop zonder geld, zonder prijs. Jesaja 55:1
O
Op een dag klopte een bedelaar bij Spurgeon aan. In die tijd waren er veel arme mensen in Groot-Brittannië, vooral in de grote steden. Spurgeon had natuurlijk medelijden met hem en wilde hem op de een of andere manier helpen. Ik vraag me af waarom de bedelaar precies bij hem aanklopte. Misschien wist hij iets over Spurgeon waardoor hij het gevoel had dat hij een luisterend oor en wat hulp zou krijgen. Spurgeon stond immers bekend als iemand die in de Heere Jezus geloofde en liefde en medeleven probeerde te tonen aan allerlei soorten mensen. Maar het is ook mogelijk dat de bedelaar een speciale lijst zag. Een paar jaar later vond de politie in Londen namelijk een bedelaarshandboek met namen van mensen die hulp konden bieden aan mensen in nood. Raad eens wiens naam als eerste op de lijst stond? Inderdaad, die van Spurgeon!
Hoe dan ook, er was een bedelaar. Wat Spurgeon opviel was dat hij nieuwe schoenen nodig had. Misschien waren de schoenen die hij droeg in slechte staat, vielen ze uit elkaar en zaten ze helemaal niet lekker, of misschien droeg hij er helemaal geen! Spurgeon vond dat hij er iets aan moest doen, dus gaf hij de man een paar leren schoenen. Ze waren prachtig, de bedelaar trok ze ter plekke aan en ze pasten hem perfect! Hij was
erg blij en bedankte Spurgeon hartelijk! En zo vertrok hij, uiterst gelukkig. Een hele tijd later zag Spurgeon dezelfde bedelaar. Hij keek naar de voeten van de man en verwachtte de mooie leren schoenen te zien, maar de man had ze niet aan! “Waar zijn de laarzen die ik je gaf?” vroeg Spurgeon. Probeer, voordat ik je vertel wat het antwoord van de bedelaar was, te bedenken waarom hij de mooie schoenen niet aan had. Beeld je de mooie schoenen in en denk na over wat de man van de mensen probeerde te krijgen. Ben je er al achter?
De man antwoordde: “Nou, ik vond de schoenen mooi en ze zaten erg lekker. Maar toen ik ging bedelen, zagen de mensen de schoenen en zeiden tegen zichzelf: ‘Als iemand met zulke dure schoenen kan rondlopen, heeft hij geen geld nodig!’ Uiteindelijk gaf niemand me iets. Dus als ik ga bedelen, doe ik dat zonder de mooie schoenen!” Spurgeon gebruikte dit later als voorbeeld en wees erop dat hetzelfde geldt als we naar de Heere Jezus gaan. We zijn als bedelaars; we hebben niets goeds van onszelf. We moeten onze eigendunk, onze zogenaamde goedheid afleggen en in al onze nood tot Hem komen, precies zoals we zijn.
De uitnodiging van de Heere is: ‘Koop en eet, ja, kom, koop zonder geld, zonder prijs‘ (Jes. 55:1). Precies zoals het lied het zegt:
‘Zoals ik ben ‘k heb anders niet,
dan ’t offer ook voor mij geschied
en dat U zelf mij roepen liet,
o Lam van God, ik kom, ik kom.’
Vertaald uit: A Fly on The Nose and 51 other great stories.