Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide, ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor de Heere; en Gij vergaaft de ongerechtigheid van mij zonde. Psalm 32:5
Bij David was de droefheid over de zonde groot. De uitwerkselen daarvan waren bij hem uitwendig zichtbaar; “zijn beenderen werden verouderd; zijn sap werd veranderd in zomerdroogte.” Niets kon hem baten, totdat hij een volkomen belijdenis van zonde deed voor de troon van de hemelse genade. Hij verhaalt ons hoe hij zweeg voor een tijd, en hoe zijn hart meer en meer met verdriet werd vervuld; gelijk een rivier, wier monding versperd is, was zijn ziel gezwollen van droefheid. Hij bedacht verontschuldigingen; hij trachtte zijn gedachten af te leiden, maar het was alles tevergeefs; gelijk een zwerende wond nam zijn angst steeds toe, en daar hij het lancet van de belijdenis niet wilde gebruiken, werd zijn geest gemarteld en verontrust. Ten laatste kwam het zover, dat hij met nederig berouw tot zijn God moest terugkeren of geheel bezwijken; nu nam hij de toevlucht tot de troon van de genade en beleed daar al zijn ongerechtigheden voor de Alziende, voor die belijdenis van zijn zonden woorden gebruikend, gelijk gij die leest in de 51 e en andere boetpsalmen. Dit eenvoudige, en toch voor het hoogmoedig hart zo moeielijk werk volbracht hebbend, ontving hij terstond het teken van de goddelijke vergeving; de verouderde beenderen mochten vrolijk juichen, en hij kwam uit zijn schuilplaats te voorschijn om de gelukzaligheid te bezingen van de man, wiens overtredingen vergeven zijn. Zie hier de genade van een door genade scheppende belijdenis van zonde; zij gaat alle schatten te boven, want waar zij in oprechtheid en volkomen gevonden wordt, wordt de genade overvloedig geschonken: niet omdat berouw en schuldbelijdenis aanspraak hebben op genade, maar om Christus wil. Geloofd zij God! altijd is er genezing voor het gebroken hart, altijd vloeit de fontein, waarin onze zonden kunnen afgewassen worden. Voorwaar, Heere! Gij zijt een God, die gaarne vergeeft Daarom willen wij onze ongerechtigheden bekennen.