Stelt u zich voor, u bent vanavond onderweg naar huis en u passeert een arme oude zwakke vrouw die hulpeloos op de grond ligt, ik weet zeker, u kunt haar niet voorbijgaan zonder haar te helpen. U zou het ook niet kunnen verdragen wanneer er een half uitgehongerd kind in uw aanwezigheid zou zijn, waarvan de ledematen zo vermoeid zijn dat het niet vooruit kan komen, zonder het gevoel te hebben dat u het te eten moet geven. Het zien van zwakheid roept medelijden in u op. Er gaat een verhaal dat, toen een bepaalde stad werd aangevallen, een van de ruige soldaten een klein kind heeft gespaard, omdat het zei: “Alstublieft, mijnheer, dood me niet, ik ben zo klein.” De ruwe krijger voelde de kracht van deze woorden en spaarde het kind. Zo eenvoudig mag u nu ook pleiten bij God. “O God, vernietig mij niet! Ik verdien het, maar, oh, ik ben zo klein! Toon Uw macht op iets groters en laat Uw ingewand over mij rommelen met medelijden!”