Maar groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als in de dag van de eeuwigheid. Amen. (2 Petrus 3:18) Lees verder Filippenzen 3:18.
Mijn geliefde broeders in de Heere Jezus, we moeten er voor zorgen dat we rijpen in de kennis van Hem. Oh, dat we Hem dit jaar beter leren kennen in Zijn goddelijke natuur, in Zijn menselijke relatie tot ons, in Zijn volbrachte werk, in Zijn dood, in Zijn opstanding, in Zijn tegenwoordige glorierijke voorspraak en in Zijn toekomstige Koninklijke komst. Ik denk dat het een gezegend middel is waardoor we meer voor Hem gaan doen als we Christus en Zijn werk beter leren kennen. We moeten studeren om Christus ook beter te kennen in Zijn karakter — in die goddelijke samenstelling van elke volmaaktheid, geloof, ijver, eerbied voor de wil van Zijn Vader, moed, zachtmoedigheid en liefde. Hij was de Leeuw van Juda en toch de man op wie een duif afdaalde in het water van de doop. Laten we dorsten om Hem te kennen van wie zelfs Zijn vijanden zeiden, “Nooit heeft een mens zo gesproken als deze Mens” (Johannes 7:46). En de onrechtvaardige rechter zei, “Ik vind geen schuld in Hem” (Johannes 19:4). Laten we er boven alles naar verlangen om Christus in Zijn persoon te kennen. Streef er dit jaar naar om beter kennis te maken met de Gekruisigde. Bestudeer Zijn handen en Zijn voeten. Blijf dicht bij het kruis. Laat de spons, de zure wijn, en de nagels het onderwerp zijn van oprechte aandacht. Probeer dit jaar door te dringen in Zijn hart en doorzoek die diepe verstrekkende spelonken van Zijn onbekende liefde. Die liefde die nooit een rivaal kan vinden en niet te evenaren is. Als je hier een kennis van Zijn lijden aan toe kunt voegen, zal dat je goed doen. Oh, als je kunt, groei in de kennis van Zijn gemeenschap — als je dit jaar Zijn beker zult drinken en gedoopt wordt in Zijn doop — als je dit jaar in Hem blijft en Hij in jou, dan zul je gezegend zijn!
Ter overdenking
Als kind groeide de Heere Jezus Christus in kracht, wijsheid, gestalte en in de genade bij God en de mensen (Lukas 2:40,52). Degenen die Gods kinderen geworden zijn door het geloof in de Heere Jezus Christus moeten precies hetzelfde doen.
Preek 427, 5 januari 1862
