Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere. Filippenzen 3 vers 8
De geestelijke kennis van Christus moet een persoonlijke kennis zijn. Ik kan Christus niet kennen door de kennis die iemand anders van Hem heeft. Nee, ik moet Hem zelf kennen. Deze kennis moet allereerst een kennen met het verstand zijn. Ik moet Hem kennen zoals Hij Zichzelf in het Woord openbaart. Ik moet Zijn natuur als God en mens leren kennen, Zijn werken, Zijn vernedering, Zijn heerlijkheid en Zijn heerlijke eigenschappen. Ik moet net zolang aan Hem denken, tot ik met al de heiligen kan begrijpen, wat de breedte en lengte, en diepte en hoogte is, en ik de liefde van Christus zal kennen, die de kennis te boven gaat. Het moet daarnaast ook een liefhebbende kennis van Christus zijn. Als ik Christus ook maar enigszins ken, moet ik Hem liefhebben. De kennis van het hart gaat een massa verstandskennis te boven. Onze kennis van Christus moet ook een bevredigende kennis zijn. Als ik mijn Heiland ken, zal mijn gemoed ten volle verzadigd zijn. Ik zal ervaren dat ik datgene bezit, waarnaar mijn geest verlangde. ‘Wie van dit brood gegeten heeft, zal nooit meer honger krijgen.’ Tegelijkertijd zal deze kennis mijn verlangen ook prikkelen; hoe meer ik mijn Beminde ken, hoe meer ik ernaar verlang om Hem beter te leren kennen. Hoe hoger ik klim, hoe verhevener de toppen zullen zijn, die zich voor mijn voeten zullen opdoen. Hoe meer ik ontvang, hoe meer ik nodig zal krijgen. Zoals de schat van de gierigaard hem naar meer doet verlangen, zo zal dit goud mijn begeerte opwekken. Tot slot is deze kennis van Christus ook een gelukkige kennis. Zij is zo verheven, dat zij mij soms volkomen boven al mijn beproevingen, twijfels en verdriet uittilt. Voor mij geldt dan niet meer alleen maar wat Job zegt: ‘De mens, geboren uit een vrouw, is kort van dagen en verzadigd van onrust.’ De kennis van Christus bekleedt mij met de onverderfelijkheid van de altijd levende Heiland; zij omgordt mij met de gouden gordel van Zijn eeuwige vreugde. Kom, mijn ziel, en zet jezelf neer aan de voeten van Jezus; laat je deze dag door Hem onderwijzen.