Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad; blijf in Mijn liefde. Johannes 15:9
Wij vinden onze grootste vreugde in de liefde van Christus. De grazige weiden van de grote Herder zijn weids, maar het lekkerste gras groeit dicht bij Zijn doorboorde voeten. De liefde van Jezus is de kern van onze verlossing. Ze is als de zon in het midden van de hemel van genade. Als ik vanmorgen uw gedachten naar dit gouden thema leidt, zult u in staat zijn om in de geest door te dringen in het hart en de ziel ervan. Toen Paulus over het huwelijk sprak, zei hij: ‘Dit geheimenis is groot; maar ik spreek met het oog op Christus en de gemeente’ (Ef. 5:32). Hierin is veel verborgen, maar het is het geheim van de liefde. U gelooft in deze liefde. U kent haar. U heeft haar geproefd. En daarom weet ik dat mijn gehoor mijn onderwerp zal waarderen, ook al zet ik het maar gebrekkig uiteen.
O, dat ik er meer van ervoer! Moge de Heere ons dit uur in Zijn wijnhuis nodigen en ons verheugen door Zijn liefde, die beter is dan wijn! Velen van ons zullen met enorme eetlust naar dit feest komen. Dat is het enige wat we kunnen meebrengen, en zelfs dat is een gave van de liefde. O, dat ons oog helder zal zijn om de heerlijkheid van de Heere te zien. Dat ons hart zal kunnen onderscheiden hoe Zijn liefde tot ons al Zijn andere goede eigenschappen overtreft!
De liefde van Christus tot Zijn volk is het zoetste, meest verzadigende en nuttigste onderwerp dat een prediker zijn gehoor kan voorhouden. Het is altijd gepast en komt altijd op tijd, hoe de toestand van de gemeente ook is. Maar we hebben de hulp van de Heilige Geest dringend nodig om onze geest voor te bereiden om ons in deze waarheid te verblijden. Het geluid van de liefde van buitenaf is iets anders dan haar innerlijk te ervaren. Het is mooi om een beekje te horen kabbelen, maar als je vergaat van de dorst, zal die zilveren muziek je niet verfrissen als je niet uit het stroompje kunt drinken. Kom, Heilige Geest, kom! We verzoeken U, neem het uit Christus en verheerlijk Hem door het te openbaren in ons binnenste!
I. Ik spring er maar meteen midden in. Dit is onze eerste aansporing: Laten wij zonder voorbehoud geloven dat Jezus ons liefheeft.
Dat wil zeggen: als we echt in Hem zijn, heeft Hij ons oneindig lief. Hier spreekt onze Heere niet van Zijn algemene goeddoende liefde, maar van die bijzondere, speciale genegenheid die Hij voor de Zijnen koestert, van wie Hij zegt: ‘Ik heb u uit de wereld uitverkoren’ (Joh. 15:19). Als wij in Hem zijn, zoals de ranken in de wijnstok, als wij het bewijs van die gemeenschap laten zien door tot Zijn eer vruchten van genade voort te brengen, dan zijn wij het voorwerp van de bijzondere liefde van de Zaligmaker. Hij spreekt tot ons als kerk en tot ieder van ons persoonlijk. Hij zegt: ‘Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad.’
O mijn hoorder, spreekt Hij zo tot u? Heeft u Christus aangegrepen door het geloof? Heeft Hij u gered? Heeft u uw leven ontvangen van Hem? Is Hij uw hoop, uw vreugde, uw alles? Als dat zo is, twijfel er dan niet aan dat Hij met Zijn eigen lippen tot u spreekt, niet minder dan vanuit dit schriftelijke getuigenis. Even echt als wanneer Hij aan uw zijde stond en uw hand zou grijpen, even echt als wanneer Hij sprak met Zijn tedere, liefdevolle ogen gericht op de uwe, even echt spreekt Hij tot u: ‘Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad; blijf in Mijn liefde.’
We mogen vol vertrouwen geloven dat Hij ons echt liefheeft, want Hij doet moeite om ons er door zo veel woorden van te verzekeren. Hij laat het niet over aan onze eigen gevolgtrekking, hoewel we zo’n gevolgtrekking gemakkelijk zouden kunnen maken uit de tienduizend liefdedaden in Zijn leven en dood. Nee, Hij verklaart ons Zijn liefde weloverwogen: ‘Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad.’ Twijfelt u aan deze woorden? Ze zijn gesproken in die duistere nacht van doodsnood. Ze zijn opgeschreven in dit geïnspireerde Boek. Antwoordt uw hart niet als Hij zegt: ‘Ik heb u liefgehad’? Antwoordt u niet: ‘Ach Heere, het is echt waar! Uw woorden zijn onnodig, U heeft mij ervan verzekerd door Uw wonden. Ik weet dat U mij liefheeft. O, dat ik U wederkerig meer liefhad!’
Christus wil ons bevestigen in ons geloof, zodat we nooit meer zullen wankelen. Hij wil onze harten bewerken om de grootte van Zijn liefde te bevatten. Daarom geeft Hij een zeer bijzondere vergelijking van Zijn liefde. Hij kijkt niet naar de liefde op aarde, maar naar de grootste liefde in de hemel: ‘Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad.’ Geliefden, u durft en kunt de liefde van de Vader tot de Zoon niet betwijfelen. Het is een van de meest ontwijfelbare waarheden en u heeft er zelfs nooit aan gedacht er argumenten bij te zoeken.
Onze Heere wil dat we Zijn liefde tot ons in dezelfde categorie plaatsen als de liefde van de Vader tot Hemzelf. We moeten van het een even overtuigd zijn als van het ander. Wat wordt ons door dit teken een wonderlijke zekerheid gegeven! Met oneindige liefde beziet de Vader de Zoon, met Wie Hij één in Wezen is, omdat Zij één God zijn. En zo zeker als dit waar is, zo zeker heeft Jezus degenen lief met wie Hij voor eeuwig een huwelijksrelatie is aangegaan. Twijfel niet. Dat zou een soort godslastering zijn na zo’n onderpand als dit. Denk erover na en laat uw zekerheid dubbel vaststaan.
Zie nu de wijze waarop de Zaligmaker Zijn liefde aan ons bewees! Hij verkoos ons in liefde. De reden van Zijn verkiezing was liefde. Bedenk hoe Hij het in het zevende hoofdstuk van Deuteronomium schrijft: ‘Want u bent een heilig volk voor de HEERE, uw God. De HEERE, uw God, heeft ü uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat Zijn persoonlijk eigendom is. Niet omdat u groter was dan al de andere volken heeft de HEERE liefde voor u opgevat en u uitgekozen, want u was het kleinste van al de volken. Maar vanwege de liefde van de HEERE voor u.’ Hij had u lief, omdat Hij u liefhad. De verkiezing is op liefde gebaseerd, en liefde is haar eigen fontein. Het systeem van goddelijke liefde ontspringt uit de liefde van God en uit niets anders. Jezus heeft ons lief omdat Hij liefde is.
Als ik aan die stelling iets moet toevoegen, zal het voldoende zijn om de eigen woorden te gebruiken van de zeer Geliefde. Toen Hij de Vader dankte dat Hij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen had, maar aan de kinderen geopenbaard, zei Hij: ‘Ja, Vader, want zo was het Uw welbehagen’ (Luk. 10:21). O gelovige, Jezus had u lief voor de wereld begon, omdat Hij u wilde liefhebben. Hij had u lief om u Zijn liefde te kunnen openbaren. Hij had u lief om u naar Zijn beeld te kunnen vormen en om de Eerstgeborene onder vele broeders te kunnen zijn (Rom. 8:29), en om ons zo te kunnen laten delen in Zijn natuur en Zijn karakter en in de liefde van Zijn Vader. Hij had ons lief om ons meer en meer tot Hem te trekken in een altijd groeiende liefdesgemeenschap. Zie de liefde die haar eigen oorzaak is, die zichzelf opoffert en door eigen kracht haar genadige doelen haalt. Doelen die elk even vol van liefde zijn als de liefde die ze stelde.
Toen Hij ons zo uit liefde had verkoren, was de liefde van onze Heere zo groot dat Hij mens werd omwille van Zijn liefde voor ons. Hij beschouwde het niet als roof aan God gelijk te zijn (Fil. 2:6), maar werd mens om de bedoeling van Zijn liefde voor ons te kunnen verwezenlijken. Er staat geschreven: ‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn’ (Gen. 2:24). Dit heeft zijn grootste voorbeeld gevonden in Christus, die Zijn Vader verliet om één vlees te worden met Zijn kerk. Hij nam onze natuur aan, zodat Hij voor ons kon doen en kon lijden wat Hij anders niet voor ons had kunnen doen en lijden. Toen Hij zo onze natuur aannam, bracht Hij een intiemere eenheid en een zoetere omgang met Zijn geliefde kerk tot stand dan anders ooit had kunnen bestaan. Als Hij niet de Baby van Bethlehem en de Man van Nazareth was geworden, hoe had Hij dan aan Zijn broeders in alles gelijk kunnen worden (Hebr. 2:17)? Bedenk toch wat een liefde het geweest moet zijn die de Heere van de heerlijkheid uit de hoogste hemel naar de aarde bracht om de Man van smarten te worden, omwille van ons!
De Heere werd niet alleen een mens voor ons, Jezus stierf ook vanwege Zijn liefde voor ons. ‘Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden’ (Joh. 15:13). Dat onze Heere Zijn leven aflegde, was een bijzonder bewijs van liefde, want Hij stierf vrijwillig. Voor Hem was er geen noodzaak om te sterven, zoals voor ons. Als andere mensen al voor ons zouden sterven, zouden ze hun verplichting aan de natuur slechts iets eerder betalen. Maar Jezus stierf terwijl het niet nodig was om te sterven wat Hemzelf betrof. Hij stierf zelfs onder pijnlijke omstandigheden, te midden van schaamte en verlatenheid, en dat maakte Zijn dood bijzonder bitter. De kruisdood is voor ons het grootste bewijs van de oneindige liefde van de Zaligmaker voor ons. Hij moest de dood van een misdadiger sterven, tussen twee misdadigers in, zonder ook maar iemand die Zijn vriend wilde zijn, als voorwerp van algemene spot. En dit moest Hij doen terwijl Hij onze zonden in Zijn eigen lichaam droeg (I Petr. 2:24). Dit doet ons buigen: ‘Zie hoe lief Hij ons heeft!’ O geliefden, kunnen we nog twijfelen aan de liefde van Christus nu Hij Zijn leven heeft afgelegd? ‘Hij, Die rechtvaardig was, voor onrecht vaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen’ (1 Petr. 3:18).
Denk er ook aan, liefkind van God, dat de Heere u levend maakte omwille van Zijn liefde. Ik kan die gedenkwaardige passage uit Ezechiël 16 niet uitgebreid citeren, maar onze toestand wordt daar beschreven als die van een verlaten kind, weggeworpen om te sterven, ongewassen, niet gebakerd. Het bloedde dood in vuil en ellende. Toen de Heere voorbijkwam, zei Hij tegen dat kind: ‘Leef.’ Zo sprak Hij ook tot ons, en we werden levend en stonden op uit onze ellende. Hij verklaart dat de tijd toen Hij zo voorbijkwam ‘de tijd van de liefde’ was.
Denk aan uw toestand van weggeworpen zijn, aan uw hulpeloze ellende, aan uw hopeloze puinhoop. U lag in de klauwen van de dood en niemand had medelijden met u. U had zelfs geen medelijden met uzelf. Jezus keek u aan, lang voordat u naar Hem keek. Hij sprak tot u voordat u tot Hem sprak. Hij zei: ‘Leef!’ en u leefde. Daarvoor was u dood door de overtredingen en de zonden (Ef. 2:1). Toen waste Hij u, kleedde u aan, maakte u mooi en nam u aan. Hij maakte een arme vondeling tot mede-erfgenaam met Hemzelf. O liefde! Onvergelijkelijke liefde! Ons geestelijk leven danken we aan liefde, en daarom zullen we de Liefhebber van onze zielen prijzen zolang we leven!
Omdat we van nature ver van God zijn, was het nodig dat we dichtbij gebracht werden. We zijn dicht bij Hem gebracht door liefde. Jeremia heeft die beroemde passage geschreven: ‘Van verre tijden af is de HEERE aan mij verschenen: Met eeuwige liefde heb Ik u liefgehad, daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid.’ Weet u nog wanneer de menselijke touwen om u werden gebonden en u voelde dat koorden van liefde u steeds krachtiger trokken? U kon niet zeggen waarom u zo zeldzaam getrokken werd tot betere dingen, maar het was zo. In uzelf was u aanvankelijk zo levenloos als een stuk hout. Maar al spoedig voelde u een verlangen, ja, u werd gedrongen en ten slotte liet uw koppige wil zich vermurwen. Een nieuw verlangen kwam in plaats van de vroegere tegenzin. Toen rende u de kant op waar u naartoe getrokken werd: uiteindelijk was uw wil volledig vrijgemaakt, zodat u zich verheugde in de wil van God.
Dit alles deed de liefde. Liefde was meer dan overwinnaar. Zij overwon de vijand niet door kracht, maar veranderde hem in een dankbare vriend. Nu we ons deze trekkingen herinneren, die nog steeds niet opgehouden zijn, laten we geloven in de liefde van Jezus. Voelt u Hem zelfs nu niet trekken, in dit huis van gebed? Als u Zijn liefde nu beseft, roep dan uit: ‘De liefde van Christus dringt ons’ (2 Kor. 5:14). Ik bid u, twijfel niet aan de liefde van uw goddelijke Heere die ook nu in u werkt.
De tijd zou me ontbreken als ik alle vruchten van de liefde van Christus voor u zou opsommen. Uit liefde heeft Hij u vergeven! Bent u het ooit vergeten dat Hij uw overtredingen uitwiste met de hand van Zijn liefde? Uit liefde heeft Hij u dagelijks gevoed met het beste geestelijke voedsel. ‘U bent volmaakt geworden in Hem’ (Kol. 2:10). Zijn liefde heeft voorzien in alles wat u zich wenste: schoenen voor uw pelgrimstocht, wapens voor uw strijd, kracht voor uw werk, rust voor uw vermoeidheid, troost in uw verdriet. Niets goeds heeft Zijn liefde u onthouden. U hebt een innerlijke voldoening in Christus die de hele wereld niet bewerken kan. En meer, Hij heeft u tot op deze dag veilig door deze wildernis geleid. Op duistere en kronkelende wegen was Hij u nabij. Zijn stok en Zijn stof vertroostten u (Psalm 23:4). U bent niet verdwaald, niet omdat er geen dwaalzieke geest in u was, maar omdat de grote Herder u op Zijn pad gehouden heeft. Hoe vaak heeft Hij u bijgestaan, hoe vaak verlost! Hoe genadig heeft Hij u geholpen toen u zwak was, en uw duisternis verlicht, uw angsten bedaard, uw hoop vernieuwd en, meer nog, u voor zonde bewaard!
Als ik terugkijk naar mijn eigen leven, word ik vervuld van een bewonderende dankbaarheid. Ik weet dat ieder van u nagenoeg hetzelfde ziet als hij terugkijkt. Zeker, goedheid en weldadigheid hebben elke dag van ons leven verfrist. Elke dag was zo wonderlijk dat we genoeg reden zouden hebben om God eeuwig te prijzen als we alleen maar die dag hadden geleefd. Als alle dagen aan een draad geregen kon worden, wat zouden ze dan een prachtige armband van genade vormen! Wat zal ik zeggen van de liefde van mijn Heere? Als ik haar vergelijk met de hoogte van de bergen, zie ik alp op alp gestapeld. ‘HEERE, Uw goedertierenheid reikt tot in de hemel’ (Psalm 36:6). Als ik Zijn liefde vergelijk met de diepte van de zee, verlies ik me alweer in de vergelijking. Ik kan slechts roepen: ‘O diepten!’ Als we de gaven van Zijn liefde zouden willen tellen, zijn ze meer in getal dan het zand van de zee. Laten wij niet twijfelen aan Zijn liefde. Het zou moedwillige wreedheid zijn. Maar laten we rustig gaan zitten en op het ritme van ons hart zacht deze ene zin herhalen: ‘Hij heeft mij lief – Hij heeft mij lief. Zekerder dan een ouder of een kind, een man of een vrouw, een beste vriend, houdt Jezus van degenen die Hij met Zijn bloed heeft gekocht! O mijn ziel. Hij heeft u lief! Wees altijd verrukt door Zijn liefde.’
Toch moet ik deze opsomming nog niet beëindigen voor ik u eraan herinnerd heb dat u vandaag, op dit moment, gemeenschap met Hem hebt. U bent op Hem gelegd, aan Hem vastgemetseld, als een steen op zijn fundering. Uw leven zit aan Hem vast, als een tak aan zijn stam en als een lichaamsdeel aan het lichaam. U zit aan Hem vast door een levende, liefdevolle en blijvende vereniging, zoals een bruid verenigd is met haar bruidegom. In Gods plan wordt u vandaag vereenzelvigd met het Hoofd van het verbond. God heeft Hem behandeld, alsof Hij onze zonden bedreven had. Nu behandelt Hij u alsof u Zijn gerechtigheid had. In het plan van God bent u in de Heere Jezus Christus gewikkeld. Dit is liefde! De toekomst van Jezus is uw toekomst. U zult met Hem zijn waar Hij is.
Toen Maarten Luther in zware moeilijkheden verkeerde, kwam er een vriend bij hem op bezoek. Hij zag dat Luther in grote letters het woord ‘Vivit!’ op de muur had geschreven. Hij vroeg wat Luther bedoelde met ‘Vivit.’ Luther antwoordde: ‘Jezus leeft. Als Hij niet zou leven, kon het me niet schelen al zou ik geen uur meer leven.’ Ja, ons leven is vastgeklonken aan dat van Jezus. We zijn niet geroepen om uit onszelf te leven. Dat zou de dood zijn. Maar we hebben het leven en alle dingen in de gemeenschap met Hem. Dit is daadwerkelijke liefde die niet rust tot zij één is met datgene wat zij liefheeft. O onbekeerden, hoe kunt u los van Christus leven? Eén uur zonder Christus is oneindig gevaarlijk. U zou kunnen sterven in dat uur. Dan bent u voorbij het land van hoop.
O geliefden, u die Hem liefheeft bent één met Hem door een oneindige en niet kapot te krijgen eenheid! Wie zal ons scheiden van de liefde van God die is in Christus Jezus onze Heere (Kom. 8:35)? Omdat deze eeuwige eenheid er is, zijn we zeker van zowel genade als heerlijkheid voor ons. Een paar lieve broeders en zusters zijn kortgeleden het lichtende pad omhooggegaan. We zouden hen benijden als we niet wisten dat ook hier de liefde van de Heere ons verblijdt. Laten wij Jezus liefhebben om Zijn liefde voor onze broeders. Op dit moment delen zij Zijn troon. Ze liggen aan Zijn boezem en worden verzadigd door het zien van Zijn heerlijkheid. Ook wij zijn op weg naar de bruiloft. Laten we onze lamp brandend houden. Troost uzelf met de goddelijke hoop van eeuwige vreugde. Zijn liefde, die vanuit de hemel naar de aarde tot ons kwam, zal ons opheffen van de aarde naar de hemel. Ons hart kan niet vatten wat liefde heeft weggelegd voor haar uitverkorenen.
II. Maar ik kan zo niet blijven doorgaan. Ik moet mijn onderwerp nu in een ander licht zetten: Laten we de liefde van Christus voortdurend overdenken. Ik zou u met een paar aanwijzingen willen helpen bij uw meditatie. Denk er niet aan dat ik aan het preken ben, maar doe net of u alleen bent in uw kamer en ik door de telefoon met u praat. Laat mij verdwijnen en laat Jezus voor u staan.
Overdenk de liefde van Christus voor u. Zijn liefde is oud en eerbiedwaardig, beproefd en bewezen. Hij had u lief toen u er nog niet was. Hij had u lief toen u er wel was, maar niet was wat u had moeten zijn. Zijn liefde veranderde u in een geestelijk mens. Zijn liefde zorgde ervoor dat u dat bleef. Hij had u zo lief dat Hij leed en stierf voor u en Zijn liefde tot u is zo groot dat Hij het toestaat dat u omwille van Zijn Naam lijdt. Hij heeft u zo lief dat Hij uw slechte gewoonten verdraagt, uw tekortkomingen, uw overtredingen, uw koudheid, uw afvalligheid, uw nalatigheid in het gebed, uw harde hart en gebrek aan liefde voor uw broeders, en al die andere zonden waarvan ik u nu niet beschuldigen zal, want dit is de tijd der liefde. Hij heeft u altijd liefgehad, zonder onderbreking en zonder ooit te verslappen.
Sommigen onder u kennen deze liefde al twintig, dertig, veertig of vijftig jaar. Ja, sommigen zelfs langer. Het is voor ons niet nieuw om te zingen: ‘Jezus houdt van mij.’ Al die tijd was Hij goed, nooit deed Hij het verkeerd. De vriendelijkste echtgenoot die ooit leefde, zal soms fouten maken, maar deze Echtgenoot van onze ziel overstelpt ons dagelijks de hele dag met goddelijke liefde. Al zouden we ernaar zoeken, we vinden geen gebrek of zwakte in Zijn liefde.
Ongetwijfeld zullen we Zijn liefde in de toekomst nog vaak op de proef stellen. Maar we zijn er zeker van de zij elke test doorstaat. Misschien zullen we over ruwe wegen trekken, maar Hij zal meegaan en we zullen leunen op onze Geliefde. We kunnen erg ziek en zwak worden, maar Hij heeft onze ziekten gedragen en zal medelijden met ons hebben. Hij heeft gezegd, en wij geloven het: ‘Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten’ (Hebr. 13:5). Zijn belofte is: ‘Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ik u dragen’ (Jes. 46:4). Hoe langer we leven, hoe overvloediger we het bewijs van de liefde van Christus zullen ontvangen, waarvan we op dit moment verzekerd worden dat die ons betreft. Op dit moment geloven we even vanzelfsprekend in Zijn liefde als die baby daar in de liefde van Zijn moeder gelooft. Kijk, hij strekt zijn kleine handjes uit om door die lieve armen te worden omhelsd. Is het niet zo, lieve vrienden? Leunt u niet aan de boezem van uw Heere, zonder enig zweem van wantrouwen, en worden daar niet al uw angsten in slaap gesust? Wat een liefde!
Denk er bij uw meditatie ook over na dat Zijn liefde voor u volstrekt vrijwillig was. Ze was niet gekocht en niet gezocht. In Hosea staat: ‘Ik zal hen vrijwillig liefhebben’ (Hos. 14:5). Echt, als er één geval is waarin deze tekst overduidelijk waar is, is dat het mijne. Was het ook niet zo bij u? Wat was er in u dat Zijn liefde opriep? Als Hij schoonheid in mij zag, moet dat aan Zijn ogen gelegen hebben. Ze zeggen dat liefde blind is, en hoewel onze hemelse Bruidegom niet blind is, is Hij eigenlijk nog vriendelijker. Want Hij zag onze wanstaltigheid door zonde en dwaasheid, en niettegenstaande dat had Hij ons lief. Hij zag onze misdaden en wierp ze toen in de diepten van de zee (Micha 7:19).
Jezus, minnaar van mijn ziel, U houdt van mij en die liefde is inderdaad vrijwillig! Hoe kon U worden bekoord door iemand als ik? Dat kan slechts zijn omdat U die mensen liefhebt die Uw liefde het meest nodig hebben en die het minst in staat zijn iets terug te doen. En omdat het er zo voorstaat, wat kan ik anders dan aanbidden en bewonderen? Broeders, laten we peinzen en mediteren en bidden en prijzen. Laten we ons verwonderen en Hem aanbidden Die we liefhebben, ook al hebben we Hem niet gezien (1 Petr. 1:8). Laten we liefhebben, omdat Hij ons eerst liefhad (1 Joh. 4:19). Als we deze overvloedige koestering bekijken van een liefde die we niet hebben verdiend en niet hebben gezocht, laten we Hem dan wederkerig vrijwillig liefhebben.
Deze liefde van onze Heere, zo vrij, zo vol, zo krachtig, was en is bijzonder verbazingwekkend. We zullen nooit beter en verrassender nieuws horen dan dat Jezus ons liefheeft. Niets heeft mij ooit meer verbaasd dan dat Hij mij liefheeft en Zichzelf voor mij heeft overgegeven (Gal. 2:20). Anderen zien misschien wat de Heere door Zijn genade in ons heeft bewerkt, en daardoor zouden ze minder verbaasd kunnen zijn over Zijn liefde. Maar wij kennen onszelf en zien onze vlekken en rimpels. Daarom weten we dat er niets liefhebbenswaardigs in ons is van nature. Als we de schoonheid van onze Heere zien, zien we slechts wanstaligheid in onszelf. Hoe meer we van Zijn liefde zien, hoe meer we onszelf verafschuwen om ons gebrek aan liefde voor Hem en om de verontreiniging waarin we gevallen zijn. We zijn verbaasd over onze zonden en nog verbaasder over Zijn liefde. We zullen het gouden boek van Christus’ liefde blijven lezen tot in alle eeuwigheid. Hoe meer we erin studeren, hoe meer we ons verwonderen dat de Heilige, Heerlijke en altijd Gezegende ooit zulke onbelangrijke, vervuilde en wispelturige schepsels als wij in liefde heeft getrouwd.
De liefde van Jezus is heel praktisch. Christus heeft ons niet alleen lief met het woord, maar met de daad en in waarheid (1 Joh. 3:18). Christus’ liefdedaden maken meer indruk op mijn geest dan alle woorden, zelfs die Hijzelf gesproken heeft. Zijn daden onderstrepen Zijn woorden. Woorden kunnen liefde niet volledig uitdrukken. Taal is het filter van de lippen als het hart barst van gevoel. Jezus heeft Zijn liefde in levende letters uitgeschreven. O Meester! Niemand spreekt als U, maar Uw geweldigste rede hield U toen U slechts weinig zei en Uw handen uitstrekte naar het kruis om vastgenageld te worden. Toen stortte U Uw hart niet uit in woorden, maar in bloed en water. Jezus gaf ons Zijn kroon, Zijn kleren, Zijn lichaam, Zijn ziel, Zijn leven, Zichzelf. Zei ik niet terecht dat dit praktische liefde is? Het is een liefde vol tederheid, rijk in mildheid, overvloedig in vriendelijkheid, krachtig in trouw, sterk als de dood, machtiger dan het graf.
Bedenk ook dat het persoonlijke liefde is. De Heere Jezus Christus houdt van ieder van Zijn volk zo veel alsof Hij niemand anders had om van te houden. Het hele hart van Christus gaat naar elk van ons uit. De grote zon schijnt vandaag op deze ronde aarde en straalt zijn overvloedige licht onbeperkt over iedereen. Dat ene kleine madeliefje dat zich baadt in zijn stralen kan zeggen: ‘De zon is er helemaal voor mij.’ Ook al zijn er duizenden bloemen in de weiden en de tuinen, toch kan die ene bloem vrij beschikken over alles wat de zon kan geven, of beter gezegd, over alles wat die kleine bloem ontvangen kan. Hij bezit zo veel als was hij de enige bloem die bloeide.
Dat is Jezus voor mij, voor u, voor elk van ons: geheel de uwe. We verliezen niets door het feit dat Hij alles is voor zo veel miljoenen. Nee, we hebben er zelfs baat bij dat zo veel broeders Hem bezitten, want we zien onze zegen herhaald in het geluk van allen van wie Jezus evenzeer houdt als van ons. In de tekst lezen we ‘zo heb ook Ik u liefgehad.’ Let erop dat tussen de persoonlijke voornaamwoorden ‘Ik’ en ‘u’ alleen het woord ‘liefgehad’ staat? De Heere Jezus, Hijzelf verheugde Zich in ons, zelfs in ons die het niet waard zijn op dezelfde dag genoemd te worden als Hij. Lof zij Zijn heilige Naam in eeuwigheid!
De kern van de tekst is dat onze Heere ons een klein beetje wil leren hoeveel Hij van ons houdt, door Zijn liefde tot ons te vergelijken met de liefde van Zijn Vader voor Hem. Wat was dat voor liefde? Hier komen we in diepe wateren. Elke gedachte is verkeerd. We weten dat de Vader de Zoon liefhad zonder begin, ja van eeuwigheid. Het is niet denkbaar dat er ooit een tijd was dat de Vader Zijn Zoon niet liefhad. Zo is het voor degenen die het Boek van de Heere goed lezen ook niet denkbaar dat er ooit een tijd was dat Jezus Zijn volk niet liefhad. Deze liefde drong Hem om in de eeuwige raad de Borg van het verbond te worden voor degenen die Zijn Vader Hem gegeven had. In die tijd voordat de tijd begon, ging de liefde van de Heere verder, want Zijn oorsprongen zijn van oudsher, van eeuwige dagen af (Micha 5:1). De liefde van onze Verlosser begon niet toen wij Hem gingen liefhebben, ook niet toen wij ontstonden of toen de aarde ontstond. Zij was er van oudsher. Sommigen van u zwijmelen bij antiek. Dit is voor mij het meest kostbare antiek: de eeuwige liefde van Jezus.
We weten ook zeker dat de Vader de Zoon liefheeft zonder einde. Er zal nooit een moment komen dat de Vader de Zoon uit Zijn hart bant. Zolang zal ook Jezus Zijn volk nooit uitwerpen. De onveranderlijke Christus van God zal nooit ophouden om van Zijn verlosten te houden, want de Vader zal nooit ophouden om Hem lief te hebben. Zei Hij niet: ‘Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd? Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer’ (Jes. 49:16 en 54:10).
Geliefden, we moeten niet nalaten de intimiteit van deze liefde te zien. Want Jezus zei: ‘Ik en Mijn Vader zijn één’ (Joh. 10:30). Zo is Zijn liefde voor ons ook. Zij is van een intieme aard, want Jezus zei: ‘Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt gemaakt worden in Eén’ (Joh. 17:23, Eng. vert.). Jezus heeft Zich één gemaakt met Zijn volk. Hij heeft hen lief met een wonderlijke intimiteit. In het liefhebben van hen heeft Hij Zichzelf lief, want Hij heeft hen gemaakt tot ‘leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente’ (Ef. 5:30). Ik ga verder: onze Hee- re hield meer van ons dan van Zichzelf, want zij zeiden in waarheid over Hem: ‘Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen’ (Matth. 27:42). Zijn machtige liefde maakte Hem een offer voor Zijn volk, zodat Hij hen kon verlossen van de vloek van de wet.
Het is in feite een onmetelijke liefde. Zij heeft geen grens. De Vader moet de Zoon onbeschrijfelijk liefhebben. Zoals God Zelf onbevattelijk is, is de liefde van de goddelijke Personen voor elkaar dat ook. Jezus heeft Zijn uitverkorenen onmetelijk lief. Hij heeft ons lief tot het einde met een liefde die in zichzelf geen einde heeft. Deze oceaan heeft geen strand en geen bodem. Jezus’ liefde is overal, eeuwig en oneindig.
Zijn liefde is ook onveranderlijk, zoals de liefde van de Vader dat is voor Hem. Het hart van Jezus kent geen verandering. Hij kan ons niet meer liefhebben en Hij zal ons nooit minder liefhebben. Ik had het net over de oceaan, maar die vergelijking gaat niet op. Want de oceaan kent eb en vloed, terwijl de liefde van de Heere altijd helemaal vol is. Nu wil ik u dit punt voorhouden: denk eraan dat de intieme, oneindige en onveranderlijke liefde van de Vader voor Zijn Zoon niet voorkwam dat Hij ‘een Man van smarten, bekend met ziekte’ werd (des. 53:3). Zij voorkwam niet dat Hij niets had om Zijn hoofd op te leggen (Matth. 8:20). Zij voorkwam niet dat Hij bloedig zweette in Gethsémané. ‘Hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij toch gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij heeft geleden’ (Hebr. 5:8). Ook Hij riep uit: ‘Als het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan’, om eraan toe te voegen: ‘Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt’ (Matth. 26:39). Denkt u dat de bittere beker u voorbij zal gaan? In uw gebeden zei u: ‘Mijn Vader, als U mij liefheeft, laat me dan niet arm zijn, geef me geen verdriet, laat me niet verlaten worden, geef dat er niet over mij geroddeld wordt.’ U weet niet wat u vraagt. U bidt tegen groei als u bidt tegen pijn.
Het was nodig voor de grotere heerlijkheid van de Middelaar in Zijn veelzijdige Persoon als God en Mens dat Hij bijzonder zou lijden en Zichzelf zou geven als rantsoen voor velen. Daarom onthield de Vader Hem in Zijn liefde geen alsem en gal. Om andere redenen, die het wijze hart van Jezus kent, is het nodig dat u, Zijn volgeling, van Zijn beker drinkt en dat u gedoopt wordt met Zijn doop (Matth. 20:23). Hij onthoudt u dat voorrecht niet. U moet deelgenoot worden aan het lijden van Christus, zodat u ook meer deelgenoot kunt worden aan Zijn heerlijkheid (Rom. 8:17). Daarom, geloof dat Christus u liefheeft als Hij u slaat, dat Hij u liefheeft als Hij besluit om de beker van bedwelming van uw lippen te nemen (Jes. 51:17). U zou de hoge eer die Hij voor u bestemt verlagen, maar Zijn liefde voorkomt dat zware verlies. Als wij met Hem willen regeren, moeten we eerst met Hem lijden (2 Tim. 2:12). En zo drijft Zijn liefde ons tot lijden, want zoveel aandacht heeft Hij voor ons eeuwig welzijn.
O, u die vlucht voor het kruis, wilt u naar uw kroon? Wees niet zo dwaas. Wees er zeker van dat deze moeite nodig is voor u, dat uw ziel erdoor vergroot wordt en dat u in staat zult zijn meer vreugde en zegen in Christus Jezus uw Heere te bevatten in de eeuwigheid. Als u zichzelf nu die speldenprik wilt besparen, zal dat u eeuwig tot verliezer maken. Steek uw vinger uit naar de naald en houd u gereed de scherpe punt een ogenblik te verdragen, omdat u ziet dat het de onbetekenende straf is voor uw rang als volgeling van de Gekruisigde. ‘Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een alles overtreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg’ (2 Kor. 4:17). Waarom lopen we er dan voor weg? God geve ons genade om veel na te denken over deze liefde van Jezus Christus voor ons, die wordt vergeleken met de liefde van de Vader voor Hem. En mogen we daardoor tevreden zijn om deel te hebben aan Christus in Zijn lijden, zodat we ook deelgenoot worden van Zijn heerlijkheid!
III. Verdraag me nog even als ik in de derde plaats zeg: Laten we de kracht die deze liefde over ons heeft, ervaren en bewonderen.
Ik vroeg u mij te vergeten en me te zien als slechts een telefoon. Maar nu zou ik helemaal willen verdwijnen, zodat alleen nog maar Jezus in de volheid van Zijn kracht regeert in uw geest en hart. Wat is krachtiger dan Zijn liefde? Wat kan zo veel op zo veel manieren bewerken? Gelukkig de man die voor altijd betoverd is door haar kracht.
Als de liefde van Christus in het hart ontvangen wordt, werkt dat als een medicijn dat alles geneest. De artsen zochten vroeger lang naar een universeel medicijn. Ze zochten voor niets. Maar hier hebben we het. Christus is het medicijn tegen elke kwaal en Hij is veel meer dan dat. Hij heelt en verzadigt mensen, Hij verzadigt en maakt mensen mooi, Hij maakt hen mooi en versterkt hen, Hij versterkt en vervolmaakt hen. Zo wonderlijk werkt Zijn liefde in mensen. Geloof de liefde van Christus en voel haar in uw hart. Zij zal u vernederen. Het trotse ik verdwijnt als de zoete liefde binnentreedt. Het vlees sterft door de kracht van die liefde, waardoor de geest leeft. Kan ik trots zijn als mijn Geliefde mij Zijn liefde openbaart, die alle kennis te boven gaat? Onmogelijk! Nee, ik zink in de grond als ik Zijn heerlijkheid zie. Mijn ziel smelt als mijn Geliefde spreekt. Broeders, de liefde van Christus is zo’n vloed dat zij het ik wegstuwt als zij de ziel overstroomt.
Liefde heeft ook een verzachtende invloed. De hamer van de wet breekt, maar als het hart zo gebroken is, is het als gebroken steen: elk stukje is nog steeds steen. Als de liefde van Christus haar werk doet, doet zij ons smelten en verandert zij steen in vlees. Een oude prediker zegt dat wanneer de wet tot berouw brengt, de tranen die uit de ogen van de zondaar komen zo hard als hagelstenen zijn, en ik geloof dat hij gelijk heeft. Maar als het Evangelie ons berouwvol maakt, is ons huilen als de morgendauw. Wat brengt genade een gezegende zachtheid! Wat is het hart teer als Jezus het heeft aangeraakt met Zijn doorboorde hand!
Wat is deze liefde van Christus troostrijk voor treurende harten. Het is de beste lamp voor iemand die in het donker op bed ligt. O, Vrezende en Mistrouwen, jullie zijn nauwelijks in staat om je vanmorgen in mijn onderwerp te verheugen. Ik zou jullie zo graag opwekken en blij maken met deze zoete liefde. Want er is echt balsem voor jullie. Keer je niet van deze hemelse hartversterking af. Doe nietje best om te twijfelen. Als jullie denken aan de liefde van jullie Verlosser kunnen jullie dat haast niet, toch? Wat? Moedeloosheid? Als uw Geliefde u kust met Zijn mond en zegt: ‘Met eeuwige liefde heb Ik u liefgehad’ (Jer. 31:3)? Als Zijn aanwezigheid u niet blij maakt, zal de hemel zelf het niet doen. Wat is de hemel anders dan de volle genieting van Zijn liefde?
De liefde van Jezus heeft een reinigende en heiligende kracht. Als u de liefde tot de zonde wilt doden, leef dan in de liefde van Christus. Ieder die Christus liefheeft, haat de zonde. We beginnen te zeggen: Wat zal ik voor Christus laten? Wat zal ik voor Hem doen? Als de liefde van Christus in de ziel wordt uitgestort, verspreidt dat een heiligende geur: het parfumeert het hart met heiligheid. Zijn liefde is als een vuur van geurig hout. Ze verteert zonde en verspreidt de geur van deugd. Geen oven reinigt het hart als de liefde van Jezus, die brandt als kolen van de jeneverbes. De weg van de liefde is het pad naar de volmaaktheid. Jonathan zal de David van wie hij houdt nooit aanvallen. Een hart dat wordt bekoord door de heilige Jezus zal heel ijverig proberen Hem niet te kwetsen door zonde.
Een diepe ervaring van de liefde van Christus versterkt ons ook. Liefde is sterk als de dood en zij maakt ons sterk voor de plichten van het leven. Wat maakte die heilige martelaressen in Schotland zo moedig in hun belijdenis van trouw aan Jezus toen ze aan palen vastgebonden op het opkomende tij wachtten tot ze zouden verdrinken? Zwakke mannen en vrouwen zijn in het Romeinse amfitheater voor de leeuwen gegooid. Heeft u ooit gehoord dat ze wegkropen voor de wilde beesten of om genade vroegen aan de wrede menigte die zat toe te kijken tijdens hun doodsstrijd? Ach nee! De soldaten van Christus verliezen de moed nooit. Het geheim van hun moed is dat Hij van hen houdt, en ze kunnen niet anders dan moedig zijn omwille van die lieve Jezus.
Dit is het ook dat ons zacht maakt voor anderen en medelijdend voor deze arme, verdorven wereld. Als er onder u zijn die liefde voor verloren zielen willen hebben, leer dan hoe Christus u liefheeft. Omwille van Hem zult u de slechtste mens liefhebben. Als u ogen wilt hebben die kunnen huilen over deze zondige stad, zie dan hoe Jezus over u huilde. Als u altijd zou willen klaarstaan om de behoeftigen te helpen en de zieken bij te staan, blijf dan dicht bij uw vriendelijke, tedere, medelijdende Heere. Als u Zijn liefde voor u voelt, zult u medelijden voelen met anderen.
Dit is het wat mensen in vlam zet van ijver voor God en voor het heil van mensen. Sommigen weten nauwelijks wat ijver is, maar er zijn nog enkele heiligen over die van de morgen tot de avond zijn als een brandende fakkel. We hebben er een paar onder ons. Mijn vrees is dat zij zichzelf laten opbranden en sterven voordat anderen door hen in brand gestoken zijn. Wilt u het geheim van die heilige vlam weten die op sommige apostolische figuren rust? De liefde van Jezus is dat hemelse vuur. Ze branden van liefde als ze aan Hem denken Die uit liefde volledig opbrandde als offer voor hen.
Deze liefde vervult gelovigen met blijdschap. Als u altijd blij zou willen zijn, baseer uw lach dan op Zijn kruidenwijn en het sap van Zijn granaatappels (Hoogl. 8:2). O vrolijke gedachte! Zo’n verzekering maakt van een gevangenis een paradijs, en van een hel een hemel.
Nu nodig ik u ten slotte uit, lieve vrienden om met persoonlijke vreugde in deze liefde van Christus binnen te treden. Waad door deze rivier van levend water. Hoor ik u roepen: ‘Het komt al tot mijn enkels’? Ga dieper, broeder! ‘Het komt tot mijn knieën.’ Nog dieper, broeder! Denk meer na over goddelijke liefde. Waardeer het meer. Leef er meer uit. Vertrouw er meer op! ‘Meneer, het komt al tot mijn middel.’ Ga dieper, broeder! Dank God als het u optilt en boven alle aardse dingen uitdraagt. Als u de bodem niet meer voelt, verblijd u. Als u moet zwemmen, werp uzelf vrolijk op deze gezegende vloedgolf. U kunt niet verdrinken. Dit is geen water om te zinken, maar om te zwemmen. Wees als een vogel in de lucht, een vis in het water, een engel in de hemel. Laat de liefde van Christus uw element zijn. Laat leven en liefde synoniem voor u zijn. U kunt niet te veel denken aan Christus’ liefde. De wijze man zegt: ‘Eet niet te veel honing’, maar u kunt zich niet te veel verheugen over de liefde van Christus. Ga erin op. Word erdoor verzwolgen tot het is: ‘Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij’ (Gal. 2:20).
En als u eenmaal geheel in deze liefde bent opgenomen, blijf er dan in. Het is niet zo dat Christus u vandaag liefheeft en morgen uitwerpt. Zal uw geloof onstandvastig zijn als Zijn trouw zo duurzaam is? Waarom bent u vandaag zo blij in de Heere en morgen zo somber? Bent u op zondag opgewekt en op maandag terneergeslagen? Is uw God alleen de God van de zondag en niet van de hele week? Wat! Is Christus een Zondagschristus en geen Maandagschristus? Is Zijn liefde een onderwerp voor de zondag en geen inspiratie voor de dinsdag en de woensdag? Geliefden, dat moet niet zo zijn. Het is toch kinderlijk – dat woord neem ik terug, want ik zet die lieve kinderen te schande het is toch dwaas om vandaag warm te zijn door deze liefde en morgen koud? Bij zo’n vuur zouden we altijd warm moeten zijn. Blijf in Zijn liefde.
Jezus Christus wil dat Zijn volk blijft in een hoge, blijde, heilige, hemelse toestand. Zegt u dat dat niet mogelijk is? Ik ben het niet met u eens. Henoch wandelde lang met God voordat hij uiteindelijk met God wegwandelde. Zoek naar voortdurende gemeenschap. Te vaak klimmen we naar de top van de heuvel en glijden dan weer als spelende jongens naar beneden. Kom, kom, dit werkt niet. Laten wij blijven op de hoogte die we bereiken. Als ik naar de top van een heuvel klim, kan ik nooit pochen, want ik zie direct een hogere top verderop die ik daarvoor niet had gezien. Ik neem me voor de nieuwe top te bereiken en ik twijfel er niet aan dat ik daar een nieuwe zie. En zo gaat het door tot het einde.
Het is niet onze taak dat woord ‘einde’ te schrijven. Hoger en heiliger is nog altijd ons wachtwoord. Waarom zouden we weer naar het moeras terugglijden? Wat kan er goed aan zijn om zich uit het zonlicht van Christus’ liefde te haasten in de mist van het wantrouwen? Laten we blijven waar we gekomen zijn en zoeken naar genade om verder te gaan. Bedoelt onze Heere dat niet als Hij zegt: ‘Blijf in Mijn liefde’? ‘O’, zegt iemand, ‘het is moeilijk om te doen wat u zegt.’ Nee, broeder, ik heb u een heerlijk voorrecht voorgehouden, maar ik geef toe dat u het niet zult bereiken in eigen kracht, zoals u in uzelf bent. Maar ik heb het niet tegen u zoals u in uzelf bent. Ik spreek tot u zoals u in Christus bent. En zoals u in Christus bent, is u alle kracht gegeven. Gebruik die kracht. Zing geen lied dat u onderbreekt om tussendoor te zuchten. Laten we een psalm aanheffen en doorzingen. Geef elk vers een vrolijk refrein: ‘Zijn goedertierenheid is voor eeuwig’ (Psalm 136). Mijn Liefste is van mij en ik ben van Hem (Hoogl. 2:16). Tot de dag aanbreekt en de schaduwen vluchten zal mijn ziel feestvieren over Zijn liefde, blij zijn en zich verheugen in Hem. God helpe u om dit te doen omwille van Zijn Naam!
O, onbekeerde luisteraars, zou u onze vreugde niet willen ervaren? Kom zoals u bent, vertrouw op Jezus, en ze zal de uwe zijn.
Amen