En hun ogen werden geopend, en zij kenden Hem; en Hij kwam weg uit hun gezicht. Lukas 24:31
Toen de twee discipelen Emmaüs bereikt hadden en het avondmaal aten, nam de geheimzinnige vreemdeling, die hen onderweg zo bekoord had, het brood, brak het, maakte Zich aan hen bekend en verdween uit hun gezicht. Ze hadden Hem gedwongen bij hen te blijven, want de dag was gedaald; maar hoewel het nu inmiddels nog later was, was hun liefde een lamp voor hun voeten, ja, hun liefde gaf hun vleugels. Ze vergaten dat het donker was; hun vermoeidheid was weg en ze gingen meteen weer op weg om het goede nieuws te gaan vertellen over de opgestane Heere Die hun op de weg verschenen was. Hij eet met u, omdat u het huis van het hart gevonden hebt en u eet met Hem, omdat Hij het eten meebrengt. Hij kan niet met u eten als het niet in uw eigen hart is; en u zou niet met Hem kunnen eten als Hij Zelf niet het eten meenam. Zet de portalen van uw ziel daarom wijd open. Hij zal met die liefde komen waarnaar u zo verlangt; Hij zal met die blijdschap komen waartoe u uw eigen verslagen geest niet kan opwerken; Hij zal de vrede meebrengen die u nu ontbreekt. Doe slechts de deur voor Hem open en Hij zal voor altijd Zijn intrek nemen. O, wonderlijke liefde, die zo’n gast in zo’n hart brengt!