Sommige mensen zijn verheugd wanneer ze een fout kunnen vinden in een zeer gerespecteerde broeder of zuster; ze trekken hem gewoon in stukken met ongeveer dezelfde vreugde die een aap kan laten zien. Hun kracht is afleiding, ze verscheuren de stukken die ze niet konden samenstellen en proberen zichzelf te verhogen door anderen te verlagen. Maar let op, de apostel zegt: “Laten we onszelf reinigen. (zie 2 Korinthe 7:1)” Oh, laten we in ons eigen huis kijken! Laten we meer in ons binnenste kijken! Ja, het is onze taak om onze broeders en zusters hun fouten te vertellen, dit moeten we doen, maar we moeten zeker niet het andere ongedaan laten, want dat is de eerste noodzaak, “Laten we onszelf reinigen.” Het is heel goed om de kerk van God naar het altaar te slepen, zoals een bloedend slachtoffer om haar daar met het scherpste mes van onze kritiek te steken We zouden van de moderne kerk kunnen zeggen dat zij dit niet en dat zij dat niet is. Maar u zou uzelf ook kunnen afvragen, hoe ver heb ik eraan meegewerkt om haar te maken zoals zij is? Als ze vervallen is, hoe ver is die ontaarding dan het gevolg van het feit dat ik gevallen ben van de plaats die ik had moeten bezetten? We zullen allemaal ons aandeel hebben in de hervorming van de kerk wanneer we zelf hervormd worden. De kerk kan alleen in heiligheid groeien als we zelf ook in heiligheid groeien. “Laten we onszelf reinigen.”