En Hij beval de scharen neder te zitten op het gras, en nam de vijf broden en de twee vissen,
en opwaarts ziende naar de hemel, zegende dezelve. Mattheüs 14:19
Jezus zag opwaarts naar de hemel. Wat betekende dat? O Vader, deze broden en vissen zijn van U. Gij hebt ons die gegeven. Wij danken U ervoor. En nu, o Vader, de kracht om ze voldoende te maken voor deze noodsituatie komt van de hemel. Schenk Uw genade, dat bidden wij U. Broeders, sla altijd de blik omhoog voordat u met uw werk begint. Zeg: Heere, hier ben ik, een armzalige onbeduidende mens, iemand die probeert anderen te onderwijzen en zielen tot Christus te brengen. Voor wat ik ben, dank ik U, want dat ben ik door Uw genade, maar als ik nuttig heb te zijn, moet Gij me dat maken. Heere, ik zie omhoog in de hoop dat Gij wilt neerzien. De Heere had opwaarts gezien naar de hemel. Dan merken we op dat Hij de zegen heeft uitgesproken en daarna de broden gebroken. Jezus moet ons werk zegenen, anders zal het vergeefs zijn. Hij kon het brood voor Zichzelf zegenen, maar wij moeten voor de zegen van onszelf afzien. Moge Jezus u allen zegenen, en dat zal Hij ook doen als u tot Hem opziet en zegt: Heere, zegen ons. Na de zegen komt het uitdelen, maar niet eerder. O, dat er meer dat opzien tot God zou zijn, want in Hem ligt onze kracht. O, dat er meer gebed zou zijn – nooit kan er te veel van zijn. Als we eens met al het leren en preken ophielden om een tijdje door te brengen met krachtig te roepen tot de Heere, dan zou dat de snelste manier zijn om het werk des Heeren te doen. Pauzes voor het gebed vormen geen vertraging. Haast zonder het gebed leidt tot een kwalijke spoed.