In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen. Johannes 16:33
De woorden die mijn Heere sprak over de verdrukking zijn waar. Ik heb er zonder twijfel mijn deel van. De dorsvlegel hangt niet langs de kant van de weg, en ik hoop niet dat hij weggelegd zal worden zolang als ik op de dorsvloer lig. Hoe kan ik mezelf thuis voelen in het land van de vijand? Hoe kan ik blij zijn in het land van ballingschap, of mijzelf comfortabel voelen in een wildernis? Dit is niet mijn rust. Dit is de plaats van de oven, de smidse en de hamer. Mijn ervaring komt overeen met de woorden van mijn Heere. Ik merk op hoe Hij me aanmoedigt, “heb goede moed.” Maar helaas! Ik ben veel te geneigd om ontmoedigd te worden. Mijn geest is snel neerslachtig als ik zwaar beproefd wordt. Maar ik moet niet aan dit gevoel toegeven. Als mijn Heere mij bemoedigt, moet ik het niet wagen neerslachtig te zijn. Wat is dan het argument dat Hij gebruikt om mij aan te moedigen? Wel, het is Zijn eigen overwinning. Hij zegt: “Ik heb de wereld overwonnen.” Zijn strijd was veel zwaarder als de mijne. Ik heb nog niet tot bloedens toe weerstand geboden. Waarom ben ik dan wanhopig om te overwinnen? Zie, mijn ziel, de vijand is ooit overwonnen. Ik vecht met een verslagen vijand. O wereld, Jezus heeft jou al overwonnen; En in mij, door Zijn genade, zal Hij je opnieuw overwinnen. Daarom ben ik van harte verheugd, en zing ik voor mijn HEERE die overwint.