Een preek uitgesproken door C.H. Spurgeon, op donderdagavond 18 september 1890, in The Metropoltan Tabernacle Newington.
En het volk steunde op de woorden van Hizkia, de koning van Juda. 2 Kron. 32:8
Als we de geschiedenis van Hizkia lezen, is het mooi en ontroerend om te zien hoe het volk hem altijd volgde. God had het volk voorbereid op een verandering en toen het tijd was is de juiste man ook gekomen. Onder zijn vader Achaz had het volk de afgoden gediend en God verlaten. Maar toen werd Hizkia, die met liefde vervuld was voor de dienst van de HEERE, koning. Gelijk aan het begin van zijn regering begon hij met wat later een zegevierende reformatie bleek te zijn. Hij schijnt een man geweest te zijn, die iets aantrekkelijks had voor het volk, want zij hebben vanaf het eerste moment enthousiast met hem meegewerkt.
Of hij nu voorstelde om de afgodsbeelden af te breken, of de tempel te zuiveren of de tienden te brengen in het huis van God, ze maakten nooit bezwaar. Ze werkten zelfs ijverig en plichtsgetrouw mee aan zijn bevelen. Het is heerlijk als God een man zendt, die anderen op een goede manier kan leiden en besturen. Vooral in tijden van afval en geestelijke achteruitgang is het bijzonder als God een gids geeft, die de mensen terug laat keren naar de oude paden. We moeten dankbaar zijn als God ergens een geestelijk leider doet opstaan, die Israël verlost, zodat het volk al zijn dagen God blijft dienen.
Het volk van Juda beleefde in die tijd benauwde dagen. De Assyriërs, die andere volken wreed en hard behandelden, hadden het hele land, met uitzondering van Jeruzalem, veroverd. De stad van de grote Koning was nog vrij van overheersing door de onderdrukker, maar het leek erop dat die vrijheid niet lang meer kon standhouden. Hizkia probeerde zijn strijders te bemoedigen door hun geloof in God te versterken.”Zijt sterk, en hebt een goeden moed, vreest niet, en ontzet u niet, voor het aangezicht des konings van Assyrië, noch voor het aangezicht der ganse menigte, die met hem is.” Met een triomfantelijke toon in zijn stem wees hij hen erop, dat Sanherib, hoewel machtig, slechts een aardse macht was en dat de almachtige van God bij hen was. Daardoor hadden ze eigenlijk meer macht dan de Assyrirs,
De vroegere roem van Hizkia’s regering en de diepte van zijn geloof die hij uitstraalde, gaven gewicht aan zijn woorden, zodat het volk zijn verklaring gelooft. In zo’n tijd van moeilijkheden zijn mensen vlug in opstand en bereid hun leiders van alles de schuld te geven, zodat een onderlinge verdeling plaatsvindt. Toch bleven ze hun koning trouw en zochten ze troost in zijn belofte, dat God hulp zou bieden. Ze waren niet bang voor de vijandelijke inval en wanhoopten niet aan de afloop van deze toestand. Ze bleven zich bewust van de gevaarlijke situatie waarin zij zich bevonden, maar zij vonden troost in de bemoedigende woorden van hun koning. Het volk steunde op de woorden van Hizkia, de koning van Juda.
Het is niet altijd goed om op de woorden van een mens te steunen. Dikwijls kan het zelfs een heel nadelige zaak zijn. Een dwaling, veroorzaakt door “zo’n aardige, vrome man” heeft een des te nadeliger invloed op mensen. Duizenden mensen zijn de weg naar de hel gegaan, terwijl ze steunden op de woorden van een priester of zogenaamde leraar, die iets anders dan de waarheid leerde. Af gezien daarvan prijzen we de onderdanen van Hizkia, omdat ze deze door God gezonden leider vertrouwden, zonder uitschakeling van hun gezond verstand. Ze lieten de angst niet in hun hart toe. De oorzaak hiervoor lag vooral in het zien van Hizkia’s vertrouwen in God. Het volk (evenals Hizkia) was niet volmaakt, maar wij prijzen het om de wijze daad: het steunen op de woorden van Hizkia, de koning van Juda.
We willen allereerst nadenken over de soort mens op wiens woorden je kan steunen. Sommige mensen vertrouw je niet op hun woorden, omdat ze rad van tong zijn. Ze lijken niet eerlijk in hun uitspraken. De hoorders hechten niet veel waarde aan hun woorden omdat de spreker dat ook niet lijkt te doen. Je kunt niet steunen op de woorden van een man, die zichzelf tegenspreekt. Ook niet op de woorden van iemand die vandaag deze en morgen weer een andere mening is toegedaan en voordat de derde dag voorbij is, wel weer voor een ander idee ingewonnen zal zijn. Iedereen kent wel van die mensen die je niet snel op hun woord vertrouwt. Toch zijn er Goddank nog mensen in de christelijke kerk die je kunt vertrouwen op hun woord. Mensen die zo doorzichtig zijn als het helderste kristal en zo betrouwbaar als het beste staal. Deze mensen wil ik beschrijven. Daarbij zal Hizkia, die het vertrouwen van het Jeruzalemse volk had, als voorbeeld dienen. Hij stelt ons in staat het soort mens te ontdekken op wiens woorden men kan steunen.
Hij moet allereerst een belangrijk man zijn. Dat was het geval met Hizkia, de koning van Juda. Als het volk in de oorlog geen vertrouwen kan stellen in hun koning, in wie dan nog wel? Maar omdat ze zien dat hij een goede koning is, die God vreest en alles wat mogelijk is voor hen doet, kunnen ze toch niet anders dan hem vertrouwen? Toch moeten we hierin voorzichtig zijn, want wie hoogstaande mensen vertrouwt, kan bedrogen uitkomen.
“Vervloekt is de man, die op een mens vertrouwt en vlees tot zijn arm stelt, en wiens hart van de Heere afwijkt.” De man die ons aftrekt van de Heere, de Oppermacht, is zelf niet echt hoogstaand te noemen. Het is beter tot de Heere toevlucht te nemen, dan op prinsen te vertrouwen.
Er is ook een soort grootheid die enkel een camouflage is van iemands kleinheid. Onder een hoge titel ligt soms eerzucht of wellust verborgen. Hizkia was niet zo’n dubbelhartig man; hij was een oprechte koning. Een geboren heerser, een koninklijk mens. Hij had een koninklijke geest, samengaand met grootmoedige daden. Het volk maakte dus geen misrekening door op zijn woorden te steunen. De man die te vertrouwen is, zal ook een goed man zijn. Als hij dit niet echt is, zal hij het op zijn minst lijken te zijn. Mensen zullen zeker vertrouwen stellen in de woorden van iemand van wie de leer en het leven overeenstemmen. Als iemand iets tegenstrijdigs ontdekt in het karakter van een dergelijk persoon, is zijn kracht gebroken. Maar als iemand bezield lijkt door een goede inborst en goede daden en van harte wenst om God te eren, zullen zijn uitspraken gezag hebben.
Ik ken iemand die geen spreker is; hij gebruikt zeer eenvoudig taalgebruik. Toch hoor ik hem liever dan elke andere spreker, omdat zijn woorden het heerlijke geloofsleven met God laten zien. Ik zeg niet welke persoon ik op het oog heb, maar iedereen kan het raden. Niet wat gezegd wordt, maar wie het zegt veroorzaakt deze induik. Het is het leven achter de woorden, het heilig vertrouwen in God, dat zichtbaar wordt. Het rustige wandelen met God wordt van het gezicht afgelezen. Door deze zaken bereikt een man met een zwakke stem meer dan de grootste redenaar met zijn hartstochtelijkste toespraak.
Als je op de woorden van een mens wilt vertrouwen, moet het een goed mens zijn. Uit alles wat wij over Hizkia lezen, blijkt dat hij dat was. Als grootheid en goedheid samengaan, net zoals bij hem, zal daarvan zeker een grote invloed uitgaan. Men steunt pas op iemands woorden als bij hem voortreffelijkheid van bekwaamheid en voortreffelijkheid van karakter samengaan, zoals bij Hizkia het geval was.
Verder zal de man op wiens woorden mensen bouwen moedig moeten zijn. Hizkia bezat deze eigenschap. Hij had tot God gebeden en wist dat God hem zou verlossen, zijn angst was hierdoor verdwenen. Hij was kalm en ook dapper. Toen hij tot de legeroversten sprak was er geen spoor van angst of trilling in zijn stem te vinden. Hij sprak als iemand die kalm is tijdens radeloos oorlogsrumoer, omdat hij zeker was van de overwinning. Moed en lafheid werken allebei aanstekelijk; als één man vlucht volgen velen zijn voorbeeld. Maar als één man standvastig en onberoerd blijft als een rots zal hij al snel een heleboel mensen achter zich hebben die moed putten uit zijn voorbeeld. Een voorbeeld van dit laatste is Paulus tijdens de storm op zee. Ik denk dat hij het voorkomen van een onbelangrijke Jood had, maar toen de matrozen en soldaten en ontzet waren door de storm, zei hij rustig dat ze niet bang moesten zijn. Aan zijn geloof ontleenden zij hun moed. Hij verzekerde hen dat hun persoonlijk geen kwaad zou overkomen.
Het schip zou wel verloren gaan, maar door zijn gebed, werd hun het leven geschonken. Omdat ze zo lang gevast hadden, raadde hij hen aan allereerst te gaan eten. Dit advies volgden zij op. Al zijn bevelen werden precies uitgevoerd alsof hij de centurion van de soldaten of de kapitein van het schip was. Omdat hij onverschrokken was, werden zij het ook. Hij had macht over hen, omdat hij het over zichzelf had. O, broeders en zusters mocht u toch ook de moed hebben om voor uw overtuiging uit te komen! Mocht u zo moedig zijn het goede te doen en te spreken en ronduit voor het Evangelie op te komen, wie er ook de spot mee zou drijven. Als u dit doet hoeft u alleen uw tijd af te wachten; en u zult de macht hebben over hen die niet betrouwbaar zijn. Hij die de vesting blijft verdedigen als anderen hun versterkte kastelen al hebben overgegeven, zal met Gods hulp een dapper nageslacht zien. Dat nageslacht zal, net zoals hem, geloven in de komst van hun Meester. Ze zullen het veld niet verlaten voordat Hij gekomen is. Moge God velen de genade schenken om dapper te zijn in de weg van heiliging in eigen gezin en omgeving! Zij kunnen ervan verzekerd zijn dat sommigen, die hun dapperheid zien, zullen steunen op hun woorden.
Vervolgens zal iemand vurig, hartelijk en opgewekt moeten zijn, voordat mensen op zijn woord vertrouwen. Hij moet tevens geestdriftig zijn. Hizkia bezat deze eigenschappen, want we lezen in het laatste vers van het voorgaande hoofdstuk: ”En in alle werk, dat hij begon in de dienst van het huis Gods, en in de wet en in het gebod, om zijn God te zoeken, deed hij met zijn ganse hart.” Dat is het soort man dat het volk graag zal volgen. Laat hen zien dat de leider zichzelf en alles wat in hem is volledig inzet. Ze zullen snel op zijn woorden bouwen. Als u iets doet, kunt u het beter met uw hele hart doen of helemaal niet. Er zijn mensen die harteloos lijken. Ze moeten wel in het bezit van een hart zijn, maar slechts als, niet al te krachtige, spier voor de bloedsomloop. Een ander hart is onvindbaar bij hen. Maar er is niemand die alleen een hoofd wil volgen. De man die volgzaamheid en gehoorzaamheid eist, moet laten zien dat hij zelf een hart bezit. Als u anderen op de goede weg wilt leiden, moet u laten zien dat u die weg zelf ook liefhebt. Wees oprecht en vurig, geef alles wat u hebt voor de zaak. Wees oprecht in uw werk, in uw gebed en in uw lofprijzing. Laat in alles wat u voor God en uw medechristenen doet uw hart zien. Het is dan haast zeker dat u zal overkomen wat Hizkia overkwam; velen zullen op uw woord steunen.
God zal zo iemand ook zijn goedkeuring laten zien door hem voorspoed te geven; hij zal een voorspoedig man zijn. Ik heb zo-even het laatste gedeelte van de tekst uit het vorige hoofdstuk weggelaten. Er staat: ”En in alle werk, dat hij begon in de dienst van het huis Gods, en in de wet en in het gebod, om zijn God te zoeken, deed hij met zijn ganse hart, en had voorspoed”. Hij had voorspoed, omdat hij alles wat hij deed met zijn hele hart deed. God liet zijn goedkeuring over dit werk zien. Een man kan vroom en heilig zijn, en aan de buitenkant toch niet voorspoedig zijn.
Zo’n man kan nuttig werk voor de Heere doen. Maar de man, die door God gekozen wordt om leider te zijn, zal ook door Hem bekwaam gemaakt en gezegend worden. God zal Zijn “stempel” op hem zetten. Als het volk ziet dat hij door God bekwaam wordt gemaakt om van kracht tot kracht steeds voort te gaan en zijn ondernemingen te laten slagen, zodat hij door Gods genade zijn volgelingen meeneemt van overwinning naar overwinning, dan zullen zij zeker steunen op zijn woord.
Ik wil er nog aan toevoegen dat hij die anderen wil helpen, iemand moet zijn die eerbied heeft voor Gods Woord. We kunnen zonder risico steunen op iemands woorden als die vervuld zijn van God, net als bij Hizkia het geval was. In feite geeft die persoon niets anders door dan wat God tot hem gezegd heeft. Zo’n man wordt Gods middel om tot uw ziel te spreken. “Met hem is een vleselijke arm, maar met ons is de Heere, onze God, om ons te helpen en om onze krijgen te krijgen.” Zelfs al waren deze woorden door iemand anders gesproken, ze vormen toch een Goddelijke waarheid. Iedereen kan op deze woorden steunen. Als iemand heel origineel zou willen zijn of als wij zelf een theologie zouden uitdenken, zodat wij onze eigen gedachten centraal stelden, zou de gemeente heel onverstandig zijn als ze op onze onberekenbare, zinloze woorden zou steunen.
Maar de dienstknecht van Christus is als de mond van God. Hij is voor zijn onderwijs afhankelijk is van de Geest van God en God zal door hem spreken. En de mensen zullen naar hem luisteren. Als hij niet origineel wil zijn, maar Gods gedachten en waarheid, voor zover hij ermee bekend is, wil overbrengen, dan zal hij merken dat het volk steunt op zijn woorden. Want zijn woorden zullen eigenlijk niet van hemzelf, maar van God zijn. Hier is wel een waarschuwing nodig. Mensen worden in staat gesteld woorden te spreken, waarop andere mensen steunen. Dan moeten wij wel opletten wat wij zeggen. Er kunnen mensen zijn, die door hun heilige leven en diepgaande, geestelijke ervaring tot een invloedrijke positie kunnen komen. Dat kan zijn op een zondagsschool of in een gemeente of sommigen ook op de kansel.
Broeders en zusters, wat een verantwoordelijke positie hebben wij dan, als jonge en andere mensen op ons woord steunen! Ik zal niet zeggen of deze mensen er goed aan doen, maar het is nu eenmaal de gewoonte. Welke mensen moeten wij dan wel niet zijn! Hoe verzorgd en afgewogen zou ons taalgebruik moeten zijn! Hoe vastbesloten behoorden wij te zijn, om niets anders te leren dan wat Bijbels is! Nooit het kostbare met het waardeloze mengen, zoals in de belofte verwoord is: ”Zo gij het kostelijke van het snode uittrekt, zult gij als mijn mond zijn!” Zeg zelfs niets voor de grap als het anderen kwaad kan doen. Ik heb gezien dat kinderen iets ernstig opnamen, wat anderen als grap hadden bedoeld. Het is beter dat sommige dingen niet gezegd worden, zelfs niet als grap, want zulke als grap bedoelde woorden hebben sommige kinderen op een dwaalspoor gebracht of afbreuk gedaan aan de invloed van de spreker (bij andere gelegenheden). Omdat veel mensen rondom ons niet begiftigd zijn met een uitzonderlijk verstand en een sterke leidsman nodig hebben, is het goed dat voorgangers veel aandacht geven aan hun leefwijze en gesprekken.
Degenen die hun zwakke kanten kennen, steunen misschien te veel op hun leraars. Daarom is het nodig dat die leraars God om hulp vragen om niets dan de waarheid te onderwijzen. Ik hoop dat wij nooit iemand ook maar in het minste zouden doen afdwalen. Ik wens dat niemand van ons ooit in het gezelschap van valse waarheid zal verkeren. Dat we nooit contact zouden houden met iets waarvan wij voelen dat het tegen Gods wil is! Laten we ernaar streven om zo te leven dat als iemand ons voorbeeld zou volgen, hij zich op geen enkele manier zou benadelen. Ik stel u een hoog doel voor ogen, dat door niemand bereikt kan worden als hij niet door God onderwezen wordt. Omdat dat onderwijs ongehinderd geschonken wordt aan allen die het zoeken, spoor ik u aan om snelle vorderingen te maken op die school van genade.
Ik ben bang dat heel weinig mensen dit volmaakte doel hebben bereikt, maar dat is geen reden dat wij onze les niet met dubbele ijver en inspanning zouden bestuderen. Houd voor ogen dat Hizkia moet spreken wat goed en waar is, voordat het volk zal steunen op zijn woorden. Hizkia zwijg niet, als u behoort te spreken! Spreek niet, als u moet zwijgen! Spreek alleen als de Heere uw lippen opent, zodat uw mond Hem lof geeft! U draagt de verantwoordelijkheid voor het steunen van het volk op uw woord. Geef hun dan woorden, die vast staan en betrouwbaar genoeg zijn om op te kunnen steunen. U deed wat goed, en recht, en waarachtig was voor het aangezicht van deHeere. Spreek dan ook goede, rechte en waarachtige woorden tot het volk. Dan zal het goed gaan met u en met het volk.
In de tweede plaats kijken we naar welk soort mensen het is dat op de woorden van zo’n man steunt. Het is niet mijn bedoeling om deze mensen te prijzen of hen verwijten te maken. Ik wil onderscheid maken en elk geval op zich bekijken. In sommige gevallen is het de beste keuze voor een bepaald persoon, dat hij op de woorden van een ander steunt. Maar vaak is het een heel onverstandige keuze.
Kinderen steunen op de woorden van hun ouders. Als de ouders God kennen en vrezen doen zij daar goed aan. Toen ik jong was twijfelde ik nooit aan wat mijn vader geloofde. En toen mijn opa mij opvoedde door me uit het Woord van God te onderwijzen, was is zo naïef dat ik hem nooit tegensprak. Ik merk dat veel jonge kinderen in deze tijd niet meer zo onnozel zijn. En toch zou ik wel willen dat ze zo verstandig waren om nog zo naïef te zijn als ik toen was. Toen ik opgroeide twijfelde ik nooit aan een geloofszaak, omdat mijn vader erin geloofde. In tegendeel, ik dacht: ”Als mijn godvrezende vader vrede en troost vind in een woord, moet dat ook goed voor mij zijn.” Ik was dom genoeg dat ik op de woorden van mijn ouders steunde. Anderen denken misschien dat zoiets verkeerd is, maar ik ben er nog steeds blij mee. Ik dank God dat ook mijn zonen zo naïef waren als hun vader en alles geloofden wat ik hen voorhield. Ik hoop dat zij, net als ik, ook hun eigen mening gingen gebruiken toen ze volwassen geworden waren. Maar in mijn jeugd brachten de woorden van mijn ouders mij tot Christus. Wat ik van het Evangelie weet heb ik zonder twijfel van hen ontvangen en dat is, volgens mijn inzicht, geen slechte erfenis. Ouders, zorg ervoor dat uw kinderen in u geloven kunnen. Ik zie graag dat kinderen ouders hebben, waar ze op kunnen vertrouwen.
Een jonge vriend schreef mij een brief met de vraag of ik een preek wilde houden over de tekst: ’’Vaders! verwekt uw kinderen niet tot toorn.” Kunt u er begrip voor opbrengen, dat ik dat nu gedaan heb? Ik denk dat ik er niet zo’n lange preek over zou kunnen houden. Toch is het nodig om mijn vermoeden uit te spreken dat sommige ouders lang niet zo vergevend en verdraagzaam voor hun kinderen zijn als dat ze behoorden te zijn. Ik ken degene niet op wie dit woord van toepassing is, maar ik hoop dat hij het volledig naar zichzelf toetrekt. Vaders en moeders, als u het waard bent om kinderen te hebben, steunen uw kinderen dus op uw woorden. Wees dan voorzichtig met wat u zegt. Ik geniet ervan als ik een jongetje hoor zeggen: ”Het is waar, want mijn moeder heeft het gezegd. Alles wat mijn moeder zegt is waar, zelfs al is het niet zo.” Het is heerlijk als kinderen hun ouders zo vertrouwen dat ze geen enkel woord van hen in twijfel trekken.
Het is veel gemakkelijker om tijdens hun latere leven in God te geloven, als ze in hun jeugd in hun ouders konden geloven. Elk geloof, waar ze ook gevonden wordt, is zo teer als een plant, die zorgvuldig gevoed moet worden. Omdat kinderen dikwijls, met recht, steunen op de woorden van hun ouders, hebben ouders de plicht hun kinderen woorden te geven, waarop zij kunnen steunen.
Analfabeten, die niet kunnen lezen, horen ook bij de groep mensen die gedwongen is om te steunen op andermans woorden. Als zij geen opvoeding of onderwijs ontvangen hebben zijn ze als volwassen kinderen. Gelukkig neemt het aantal mensen dat de Bijbel niet eens kan lezen voortdurend af. Toch zijn er nog mensen die zo opgaan in de dagelijkse zorgen en werkzaamheden, dat ze niet toekomen aan enig onderzoek. Hoewel God aan velen van hen een gezond christelijk onderscheidingsvermogen heeft gegeven, zodat zij goed van kwaad kunnen scheiden, moet veel onderwijs dat zij krijgen tot hen komen door het gesproken woord. Het wordt dan gesproken door een mens, van wie de ze de Goddelijke invloed in het leven niet betwijfelen. Die mens probeert altijd hun welzijn op het oog te hebben als hij spreekt. Of dit nu een goede of verkeerde ontwikkeling is, laat ik hier in het midden. Iedereen, die in deze positie van spreker geplaatst wordt, moet leren om alleen te spreken wat God van hem eist. Dan zondigt hij niet en brengt hij de vele hoorders, die zijn woorden klakkeloos aannemen, niet op een dwaalspoor.
Dit is geldt ook voor onbekeerde mensen, die geen geestelijk onderscheidingsvermogen hebben. Ze kunnen dat ook niet bezitten als zij voor het eerst het Evangelie horen. Het komt vaak voor dat mensen niet alleen door de Bijbel in Christus geloven, maar ook door de getuigenis van mensen die de Heere kennen. De Zaligmaker maakte dit bekend in die bijzondere voorbede tot Zijn Vader: ”En ik bid niet alleen voor hen (Christus bedoelt hier zijn discipelen), maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen”. Dat getuigenissen van heiligen door de Geest gebruikt worden om mensen tot Christus te leiden, hoort bij de voorzienigheid van de genadeuitdeling. Wij geven getuigenis van de ontvangen vergeving en van de hartsvernieuwing, die in ons plaats had. We getuigen van de tegemoetkomende zachtmoedigheid van Christus, als hij mensen onverdiend welkom heet en we getuigen van de kracht van het gebed. En dan gaat het net zo als bij de mensen in Sichar; ze geloven eerst ons woord, dat hen vervolgens naar Christus leidt. Nadat ze Hem ontmoet hebben kunnen ze gemeend zeggen: ”Wij geloven niet meer omdat u het zegt, want we hebben Hem zelf gehoord.
En daarom weten we dat Hij echt de Christus is, de Zaligmaker van de wereld.” Toch staat vast dat zij eerst op ons woord geloofden. De getuigenis van de waarheid, zoals die in Gods Boek gevonden wordt, neemt een groot deel van onze bediening in beslag. Vaak wordt eerst de spreker geloofd, omdat de hoorder hem vertrouwt en daarna pas wat hij zegt. Het gebeurt heel vaak zo, ook als de spreker niet te vertrouwen is. Voorgangers, jullie zijn de Bijbels voor de ongelovigen. Zij lezen het Boek niet, maar gaan af op jullie. Het is mogelijk dat ze door het zien van Christus in uw leven, tot Christus zelf komen. Daarom kan er veel verkeerds uit voortkomen als u een verkeerd beeld van Hem laat zien. Ik vraag u daarom om alert te zijn en u zelf te bewaken. Als een predikant de verdraaide waarheid spreekt tot mensen die nooit het Woord van God lezen, is het geen wonder dat ze het heil van Christus moeten missen.
Hij kan ook de halve waarheid vertellen, of slechts een gedeelte van de waarheid. Ook kan hij een bepaald leerstuk buiten zijn verband en in een onjuiste verhouding met andere leerstukken laten zien. De liefde en zachtheid van Christus kunnen hem ontbreken. Zelfs al laat hij de rechtvaardigheid en waarachtigheid van God achterwege, dan nog geeft hij in al deze situaties een verkeerde voorstelling van God en van Christus. Het gevolg is dat hij de genade in zo’n verkeerd daglicht plaatst dat de hoorders als op een gebroken, scherpe rietstengel steunen. Ze gaan hun ondergang tegemoet.
Mensen die hun hele leven gehecht zijn aan vaste gewoontes, vormen een andere groep mensen, die op woorden van anderen steunen. Het zijn vaak begaafde en bekwame mensen die, mogelijk uit gebrek aan flexibiliteit of vanwege hoogbegaafdheid, de neiging hebben om de begane paden te volgen. Ze zijn niet alle opzichten afkeurenswaardig, want sommigen zijn het zout der aarde, maar hun levensvisie is wel wat eenzijdig. Voor sommigen is dat juist heel gewoon. Ze zijn als trams, die alleen maar per ongeluk van het spoor afraken. Ik zou misschien ook niet anders willen als ik al jaren tram zou zijn. En als hij dan ook nog de goede richting opgaat, zijn er erger dingen denkbaar dan het zitten in zo’n tram. Er zijn evenwel mensen die altijd zo blijven leven. Ze zijn het gewoon om de kerkdiensten in de een of andere kerk bij te wonen. En omdat ze opgegroeid zijn bij deze godsdienst en de bijbehorende kring van mensen wijken zij geen haar af van de leer die ze altijd gehoord hebben. Het is als het ware hun levensbehoefte om te steunen op dat wat ze horen.
En nu moet ik nog één groep mensen noemen, waarmee ik zeker niet sympathiseer. Ik bedoel de mensen die altijd naar eigen idee handelen. Ze willen van geen geloofsbelijdenis weten en zeggen dat zij helemaal onafhankelijk willen zijn. Als je het op de keper beschouwt zijn het vaak de meest onzelfstandige mensen, die er ooit geweest zijn. Ze zijn gebonden aan een of andere afvallige, die hen heeft aangepraat dat ze door hem te volgen vrij zullen zijn. Duizenden mensen lachen ons uit omdat we geloven in de oude waarheid van de zondeval, terwijl zij onbeperkt steunen op de woorden van een of andere ongelovige filosoof. Of ze volgen een populaire ketter in toga die zij door dik en dun hun vertrouwen geven. Ze praten wel veel, maar denken niet na. Hun gebrek aan verstand camoufleren zij door de taal te gebruiken van hen, die verondersteld worden bijzonder ontwikkeld en geleerd te zijn. (Hoewel je wel over een levendige fantasie moet beschikken om tot die veronderstelling te komen). De mensen die de onoprechte woorden van hun gewaardeerde leiders voor de waarheid houden laden een grote schuld op zich. Hun leiders maken een grote fout omdat zij de woorden spreken waarop hun volgelingen steunen.
Voordat ik met dit punt stop, wil ik er nog eens serieus bij u op aandringen om zowel de man die u beluistert als de door hem gesproken woorden, kritisch te beoordelen. Ik vraag iedereen die hier de kerkdienst bijwoont om de gewoonte om op mijn woorden te steunen, af te leren. Weg met mij en mijn woorden als ik u iets zeg dat niet overeenkomt met Gods Woord! Het zou bijzonder pijnlijk voor mij zijn als u iets van mij hoorde wat Christus niet zou hebben geleerd en u het toch voor waar aannam. Het zou beter zijn dat u het woord verwierp en het zag als afkomstig van een onvolmaakte en zwakke predikant. Als er hier mensen zijn, die steunen op de woorden van een ander mens, raad ik u aan om die mens en zijn leer volledig te leren kennen. En als u hen al helemaal kent, moet u zijn woorden nog toetsen “aan de wet en het Woord. Want: zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben.”
Toets elk woord van mensen aan het woord van God. “Geliefden, gelooft niet een iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn.” U moet een mens nooit blindelings volgen. “Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit de hemel, u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben (uit dit Woord), die zij vervloekt.” Als iemand met een boodschap van God tot u komt, moet u aandachtig luisteren. Met een hart dat open staat voor onderwijs. Maar laat die boodschapper niet over uw geest heersen! “Het volk steunde op de woorden van Hizkia, de koning van Juda.” Zij deden er goed aan, want hij was hun vertrouwen waard. Maar als hij een heel andere koning geweest was, zouden zij zich door dit vertrouwen in de vernieling gestort kunnen hebben. Daarom zeg ik nogmaals: let op de man waarnaar u luistert en op de door hem gesproken woorden.
Tenslotte komt nog mijn derde punt, waarin ik wil nagaan op welke woorden u steunen kunt. Ik behandel dus niet meer demensen die woorden spreken waarop iedereen kan steunen. Ook niet mensen die op zulke woorden steunen. Ik behandel nu het soort woorden, waarop u en ik kan steunen.
U kunt veilig steunen op woorden die u aansporen tot geloof in God. Werd u vanavond gevraagd om uw zonden aan Jezus’ voeten neer te leggen? Gehoorzaam dit woord zonder twijfel of bezwaar. Het is goed als u steunt op woorden, die erop aandringen om in Christus te geloven. Ook kunt u zonder angst geloven in Hem, die alle genade, wijsheid en macht heeft om u te zegenen en zalig te maken. Door het horen van zulke woorden zult u in staat zijn om te zeggen:
Ja, bij U is rust te vinden / Gij zijt waarheid, Gij alleen / Stuive dan met de aardse winden / ‘t Valse zoet der wereld heen! / Aan de bron der zaligheden / Vlijen wij de matte leden, / Laven wij het dorstend hart.
Bent u, die in de Heere gelooft, aangemoedigd om uw zorgen te leggen op de grote Vader? Er staat geschreven: ’’Werpt al uw bekommemissen op Hem, want Hij zorgt voor u.” U zult er niet verkeerd aan doen als u elke aanmaning om God en Christus te geloven, volledig gehoorzaamt. Als onze preek bedoeld is om geloof te scheppen of te doen groeien, is de richting goed. Maar als het iemands bedoeling is om het geloof te ondermijnen, dan wordt zielen eeuwig leed berokkend. In welke treffende, scherpzinnige of geleerde woorden de boodschap dan ook gebracht wordt.
U kunt altijd steunen op de woorden van God zelf. Als God het gezegd heeft, valt er niet aan te twijfelen. Als de mensen in onze tekst konden steunen op de woorden van Hizkia, hoe is het dan mogelijk dat sommigen van Gods kinderen niet kunnen steunen op de woorden van God, hun Koning? U gelooft zijn beloften, maar toch bent u onrustig? U hebt iets van de verschrikkelijke ziekte van het ongeloof in u. Geliefden, probeer de kunst van het rust vinden in en steunen op Gods Woord machtig te worden. God beloofde mij iets. Ik geloof Hem op zijn belofte, dus heb ik het ontvangen. U zegt: ”Nee, de belofte is nog niet vervuld!” Ja, maar toch heb ik het. Als een vriend mij op papier vijf pond belooft, dan heb ik die vijf pond al, al heb ik nog niets gekregen. Ik hoef zijn geld niet te zien, want ik heb zijn bevestiging in mijn zak. Ik heb zijn vijf pond dus wel, al heb ik het nog niet gekregen. Ik heb zijn waarborg in mijn bezit.
Als u gelooft dat u de zegen hebt waarom u vroeg, kunt u uw weg vervolgen. Verblijd u in het bezit, want de zegen is bij u in Zijn belofte. Gods belofte is even kostbaar als de vervulling ervan. Steun dan op de woorden van God. Ben u bang om al te gerust te zijn? Denkt u dat u te gelukkig bent? Bent u bezorgd dat uw leven te gezegend is, zodat u hier beneden op aarde al te veel van de hemel proeft? Geef niet toe aan die onnodige vrees! Hoe meer rust en vrede u hebt des te welgevalliger u voor God zult zijn. “Troost, troost mijn volk”, zegt God, “spreek naar het hart van Jeruzalem.” Als Hij ons gebiedt getroost te zijn, kunt u er zeker van zijn dat Hij u getroost wil zien. Weest het dan ook. Steun op Zijn woord. Ik ben iets terughoudend geweest in de waardering van hen die steunden op Hizkia’s woorden.
Ik waarschuwde hen af en toe, of spoorde hen aan tot voorzichtigheid. Maar als u wilt steunen op Gods Woord, dan laat ik alle waarschuwing achterwege. U kunt nooit te veel vertrouwen op de Heere. Al gelooft u God helemaal, al hebt u een onbegrensd vertrouwen in God dat gaat tot het uiterste, dan kan Hij nog niet tekortschieten. Uw vertrouwen kan nooit groter zijn dan wat Hij verdient. Hij staat borg voor alles. “Een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.” Ook staat er: ’’Gijlieden zult niet beschaamd worden noch tot schande worden, tot in alle eeuwigheden.” Nooit kunt u een misstap begaan door te rusten op de woorden van God zelf. Zelfs in uw grootste zwakheid kunt u opzien tot Hem en zeggen: ’’Van U, o Heere, verwacht ik sterkte, want gij hebt beloofd, dat uw kracht in zwakheid volbracht wordt.”
U kunt ook altijd geloven in woorden, die door de Heere Jezus verzegeld zijn. U hoeft nooit te twijfelen aan een woord dat door zijn bloed bekrachtigd is. Hoe kunt u verloren gaan, als Hij gestorven is? Als Hij u bevel geeft om tot Hem te komen, waarom zou Hij u dan wegwerpen? Als u steunt op Zijn volmaakt werk, hoe kunt u dan veroordeeld worden? Ik vraag u om te geloven in en te steunen op de woorden van de Bijbel, Zijn heerlijk Boek.
Geloof ook vast en zonder twijfels in woorden die een zegen geweest zijn voor andere mensen. Als anderen verlost zijn door een woord, dan zal dat woord ook geschikt zijn voor u. Als Gods belofte waar bleek te zijn voor mijn vader, dan zal dat ook voor mij zo zijn. Er is geen grote en kostbare belofte alleen voor mij bedoeld. Beloften worden niet door een afscheiding omringd. Ze zijn even goed voor mij als voor Abraham, Jakob, Petrus en Paulus. En door het geloof zal ik ontvangen en bezitten wat in die beloften opgesloten ligt. Geliefden, steun op de woorden Gods waarop ook anderen steunden. Dan zult u ze als even zeker ervaren als de mensen dat voor u deden.
Tenslotte: u kunt zeker steunen op woorden, die u een gevoel van rust geven in uw ziel. Alle woorden van God zijn mij dierbaar, maar er zijn woorden die daarboven uitgaan. Ze bevatten voor mij namelijk een bijzondere geur van rust. Bent u wel eens in zulke moeilijke omstandigheden geweest dat u de liefdevolle woorden: ”Uw hart worde niet ontroerd: gijlieden gelooft ook in God, gelooft ook in Mij”, tevergeefs gelezen hebt? Ik geloof niet dat ik het al eens zonder ontroering gelezen heb. Met tranen in hart en ogen heb ik dat vers herhaalde malen gelezen. Elke keer werd ik erdoor vertroost. Ook Romeinen 8 is een bijzonder licht als u zich in het donker bevindt. Als ik die heerlijke inhoud lees, vind ik gouden stenen om mijn voeten op te zetten om de Poel van de Wanhoop over te steken. En de man die de meeste psalmen geschreven heeft, lijkt in het kort samen te vatten wat een mens allemaal kan meemaken.
Hij heeft eigenlijk ons hele leven en dat van miljoenen anderen geleefd. Zijn psalmen ademen vrede voor ons, en naargelang wij die geopenbaarde waarheid aannemen, zullen wij in staat gesteld worden erop te steunen. Voor ons allemaal komt de tijd dat we rust nodig zullen hebben. Beste jonge mensen, hoe lang je ook leeft, eens moetje sterven. Tenzij de Heere voor je sterven in heerlijkheid van de hemel naar de aarde afdaalt. Bij je sterven zal je een hoofdkussen nodig hebben. Ik hoop dat dan van ons gezegd kan worden: Het volk steunde op de woorden van Jezus! Deze beloften zijn de beste hoofdkussens voor stervende mensen. Er is er Een die nu, maar ook dan, goed voor je zal zijn. Hij heeft gezegd: ”Ik zal u niet begeven, Ik zal u niet verlaten.” Ga met die belofte je leven door, op weg naar de hemel: ”Ik zal u niet begeven, Ik zal u niet verlaten.” Of past dit woord u beter: ’’Mijn genade is u genoeg, want mijn kracht wordt in zwakheid volbracht?” Ik hoef niet verder te gaan met u aan deze woorden te herinneren, u kent ze allemaal.
Als u ze niet allemaal kent, raad ik u aan om een boekje aan te schaffen van Clarke, met de titel: ‘Dierbare Beloften’. Daar vindt u ze allemaal geordend. Generaal Gordon, die in Khartoum omkwam, had de gewoonte om dit boekje overal waar hij was, bij zich te hebben. Hij, en anderen, ondervonden dat het hen tot troost was. Grijp de beloften van God aan als u uzelf verslagen voelt, of als er een scherpe wind waait. Als u ziek bent, of werkelijk zielsbedroefd. Als uw kind gestorven is, uw lieve vrouw ziek op bed ligt, of als er, om wat voor reden ook, verdriet in uw huis heerst. Keer u in al die situaties tot de woorden van de Heere. Dat het van u gezegd zou worden: Het volk steunde op de woorden van Koning Jezus, de Koning der Koningen, de Heere der Heeren!
Ik wens dat de Heilige Geest een arme, verslagen ziel leidt om nu, voor de eerste keer op deze kostelijke woorden van God te steunen! De Heere zal er tot in eeuwigheid lof voor worden toegebracht.
Amen.