Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Gij hebt uw eerste liefde verlaten. Openbaringen 2:4
Laten we altijd terugdenken aan dat beste en heerlijke tijdstip toen we voor het eerst de Heere zagen, onze zondelast kwijtraakten, de beloften ontvingen, ons in de volle behoudenis verheugden en onze weg met blijdschap vervolgden. Dat was de lentetijd voor onze ziel; de winter was voorbij, de donder van Sinaï gestild en de bliksemschichten werden niet meer gezien; God was verzoend; de wet dreigde niet langer met wraak en de gerechtigheid vereiste niet langer straf. Toen kwamen er bloemen in ons hart te voorschijn; hoop, liefde, vrede en lijdzaamheid ontsproten aan de grond; de hyacint van bekering, het sneeuwklokje van reinheid, de krokus van het gouden geloof, de narcis van de eerste liefde, die alle bloeiden in de tuin van onze ziel. Het was de tijd waarin de vogels zongen en wij ons verblijdden met dankzegging; we maakten de naam van onze vergevende God groot en we namen ons vast voor: ‘Heere, ik ben de Uwe, helemaal de Uwe; alles wat ik ben en alles wat ik heb, wil ik aan U wijden. U hebt mij met Uw bloed gekocht – ik wil mij nu geheel en al wijden aan Uw dienst. Laat mij in leven en sterven U geheel zijn toegewijd.’ Hebben we ons aan dat besluit gehouden? Onze eerste liefde brandde toen met een heilige vlam van toewijding aan Jezus – is dat nu nog zo? Of kan Jezus ook van ons zeggen: ‘Een ding heb Ik tegen u, dat gij uw eerste liefde verlaten hebt’? Helaas, wat hebben we maar weinig gedaan voor de heerlijkheid van onze Meester. De winter heeft al veel te lang geduurd. We zijn ijskoud terwijl we allang de gloed van de zomer zouden moeten voelen en vol heilige bloemen zouden moeten staan. We geven God kleingeld terwijl Hij kapitalen zou moeten ontvangen, ja zelfs ons hartenbloed in de dienst aan Zijn kerk en Zijn waarheid. Moet dat zo blijven? O Heere, zullen wij, nadat U ons zo rijk gezegend hebt, zo ondankbaar blijven en onverschillig worden voor Uw goede zaak en werk? O, verkwik ons opdat we mogen wederkeren tot onze eerste liefde en weer onze eerste werken gaan doen! Breng ons een lieflijke lente, o zonne der gerechtigheid.