Op die dag zal op de bellen van de paarden staan: HEILIG VOOR DE HEERE.(Zacharia 14:20)
Lees verder Psalm 8.
Zelfs plezier en ontspanning zullen heilig worden voor de Heere. Als je op vakantie gaat naar de Alpen zul je genieten van de koeienbellen die je daar hoort. Je bent daar om uit te rusten, om weer op nieuwe krachten te komen, maar neem die rust in een geest van heiligheid. Ik vrees dat veel mensen hun godsdienst achterlaten wanneer ze op vakantie gaan. Zo moet het niet zijn. Op ons plezier en op al het andere moet net als op de bellen van de paarden staan: HEILIG VOOR DE HEERE. Een Christen heeft zoals iedereen ontspanning nodig. Er moet tijd zijn om de frisse buitenlucht in te ademen en over de velden en de weilanden te kijken. Ik zou willen dat de arme hardwerkende bevolking van dit enorme bakstenen doolhof wat vaker kon ontspannen. Maar let er wel op dat wij als Christenen de geest van deze tekst mee zullen dragen, waar we ook gaan. Dat de bellen van de paarden heilig zijn voor de Heere, en dat onze ontspanning zo heilig en zo in het zicht van God is als onze plechtige feestdagen. Betekent ontspanning zondigen? Dan heb je er niets mee te maken. Betekent plezier ongerechtigheid? Weiger het dan. Maar er is plezier wat niets met ongerechtigheid te maken heeft. Als je wandelt door de Alpen, sta dan in gedachten stil op de bergtoppen en spreek met God. Als je over een mooi landweggetje loopt in Nederland, laat dan de koele schaduw een stille plaats van aanbidding worden voor je ziel. Loof God voor alles wat je ziet, van de boterbloem in de wei tot bomen op de hoge bergen.
Ter overdenking
God is niet tegen vakantie. Hij rustte op de zevende dag van de schepping (Genesis 2:2) en daarom gaf Hij elke week een vrije dag aan Zijn volk om daar samen met Hem van te genieten, niet zonder Hem (Exodus 20:8–11; 31:15–17). Toen Zijn discipelen terugkwamen van hun Evangelisatiereis nodigde Jezus hen uit om met Hem, in de eenzaamheid, te rusten (Markus 6:30–32). Is Hij welkom op je vakantie? Of laat je Hem liever thuis?
Preek nr. 399, 7 juli 1861