En het zal geschieden ten tijde des avonds, dat het licht zal wezen. Zach. 14:7
Het zou een verrassing zijn, als het zo zou zijn, want alles wijst erop, dat het ten tijde des avonds donker zal zijn. God is gewoon te werken op een manier, zó zeer boven onze vrees en buiten onze hoop, dat wij ten hoogste verbaasd zijn, en ertoe worden gebracht zijn souvereine genade te prijzen. Neen, het zal met ons niet zo gaan, als ons hart voorspelt: de duisternis zal zich niet verdiepen tot een middernachtelijke donkerheid, maar zij zal plotseling in lichte dag verkeren. Laten wij nooit wanhopen. Laten wij in de zwaarste tijden vertrouwen op de HEERE, die de duisternis van de schaduw des doods in de morgen verandert. Wanneer het aantal tichelstenen wordt verdubbeld, verschijnt Mozes, en wanneer de beproeving toeneemt, is zij het dichtste bij haar einde. Deze belofte moet ons geduld bevorderen. Het licht kan niet tenvolle komen, voordat onze verwachtingen geheel zijn opgebruikt aan het elke dag zonder gevolg wachten. Voor de goddelozen gaat de zon onder, terwijl het nog dag is: voor de rechtvaardigen komt de zon op, wanneer het bijna nacht is. Kunnen wij niet met geduld wachten op dat hemelse licht, dat misschien lang op zich laat wachten, maar dat zeker zal bewijzen, dat het het wachten erop wel waard was. Kom, mijn ziel, hef uw spreuk op en zing voor Hem, die u zal zegenen in leven en dood, op een manier, die alles overtreft wat de natuur, wanneer zij op haar best was, ooit heeft aanschouwd.