Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
En Gij hebt immers gezegd: Ik zal gewis bij u weldoen. Genesis 32:12
Toen Jacob aan de andere kant van de beek Jabbok was en Ezau met zijn gewapende mannen in aantocht was, zocht hij ernstig Gods bescherming en zijn belangrijkste pleitgrond was: ‘Gij hebt immers gezegd: Ik zal gewis bij u weldoen.’ O, de kracht van deze pleitgrond! Hij hield God aan Zijn woord: ‘Gij hebt immers gezegd.’ De eigenschap van Gods trouw is een schitterende hoorn aan het altaar, die we kunnen vastgrijpen; maar de belofte, waaraan die trouw en nog veel meer verbonden is, is een nog sterker houvast: ‘Gij hebt immers gezegd: Ik zal gewis bij u weldoen.’ Zal Hij dat zeggen en niet doen? Ook al zijn alle mensen leugenaars, God is waarachtig. Zal Hij niet waarachtig zijn? Zal Hij zijn woord niet houden? Zal niet ieder woord dat van Zijn lippen komt, vaststaan en vervuld worden? Salomo gebruikte bij de opening van de tempel dezelfde bede. Hij smeekte God Zich het woord te herinneren dat Hij tot zijn vader David gesproken had en die plaats te zegenen. Als iemand een schriftelijke belofte doet, is zijn eer in het geding; de belofte is door hem ondertekend en te zijner tijd zal hij die moeten nakomen, wil hij zijn geloofwaardigheid houden. Nooit zal er gezegd kunnen worden, dat God Zijn beloften niet nakomt. Nog nooit heeft iemand de Allerhoogste ervan kunnen beschuldigen niet geloofwaardig te zijn en dat zal ook nooit gebeuren. Hij is zeer punctueel, nooit te vroeg en nooit te laat. Zie er Gods Woord maar op na en vergelijk dat met de ervaringen van Gods volk en u zult zien, dat die twee volkomen met elkaar in overeenstemming zijn. Menig grijze aartsvader heeft met Jozua gezegd: ‘Niet één ding is ter aarde gevallen van al de goede dingen die de Heere onze God tot ons gesproken had; zij zijn alle geschied.’ Als u van God een belofte ontvangen hebt, dan moet u daar niet op pleiten met een ‘indien’, maar dan mag u daarop met grote zekerheid aandringen. Als de Heere niet de bedoeling zou hebben die te vervullen, zou Hij die niet gegeven hebben. God geeft ons Zijn Woord niet om ons daarmee gerust te stellen en ons voor een poosje hoop te geven, met de uiteindelijke bedoeling ons in de steek te laten; als Hij spreekt, doet Hij dat met de bedoeling om wat Hij zegt ook na te komen.