Vermoei u niet om rijk te worden; sta af van uw vernuft. SPREUKEN 23:4
Ik kende je vader goed. Hij begon het leven zoals de meeste mensen zouden willen dat jonge mensen hun leven zouden beginnen, hij ploeterde door tot het einde van zijn leven, zonder tijd te hebben gehad om na te denken over de godsdienst. Het was zo’n zeldzame, verstandige oude heer, zo’n wijs man! “Wat ik wil is feiten en cijfers,” zei hij, “ik wil niets te maken hebben met uw onzin; vertel me niet over uw belevingen; Ik doe mijn boekhouding op zondag – dat is mijn manier om de Sabbat door te brengen. Als ik niets anders te doen heb, dan zal ik tijd hebben om na te denken over mijn ziel.” Hij was een uitzonderlijke, “fijne, oude Engelse gentleman”, een zeer wijze oude man; hoe dan ook, op een nacht sloeg hij zijn ogen op in de hel, en met al zijn nauwkeurige boekhouding en balans van de rekeningen, moest hij samenvatten: “Ik heb helemaal geen winst gemaakt; ik heb rijkdom vergaard, maar ben mijn ziel verloren.” En oh, als hij weer terug kon komen, dan zou hij tegen zijn zoon zeggen: “Mijn zoon, je kunt maar beter aan het juiste beginnen; zorg dat je ziel verzekerd is, en zorg dan pas voor het lichaam; klem jezelf vast aan de eeuwigheid, zorg dat dat goed is, en zie dan pas om naar de vergankelijke dingen van de tijd.” Och, laat de wereld zeggen wat zij wil; want God, die meer over ons weet dan wij over onszelf, zegt: “Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden”.