Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u. 1 Petr. 5:7
Doornen, daar zijn wij niet op gesteld. Toch kunnen doornen hun nut hebben. Wat is dan wel het nut ervan? U kunt er wat van leren. Als u op dit moment een doorn hebt, doe dan wat een kind zou doen. Wat doet een kind dan? Als het een doorn krijgt, begint het te huilen. Wat doet het zeer! En dan rent het kind naar zijn moeder. Dat is een van de mooie dingen van tegenspoed: het gaat er meteen mee naar zijn moeder. ‘Wat kom je doen?’ vraagt ze misschien. ‘Ga maar in de tuin spelen.’ Maar het kind roept: ‘Mama, ik heb een doorn in mijn vinger!’ En dan krijgt het kind de volle aandacht. Kijk eens hoe liefdevol moeder de doorn uit zijn vinger haalt. Laten uw zorgen u uitdrijven tot God. Het geeft niet dat u veel zorgen hebt, als u met al die zorgen maar in het gebed naar God gaat. Als u met al uw bekommernissen meer en meer op de Geliefde steunt, dan zal dat een weldaad voor u zijn. Maak dus goed gebruik van de doornen.