In Handelingen 22:16 lezen we: ‘laat uw zonden afwassen’, de uitdrukking is opmerkelijk expressief. Afwassen kan verwijzen naar het werk dat de huisvrouw doet – wanneer zij de vaat afwast en het ondersteboven op zijn plaats terugzet. Zo kan God onze zondige zielen nemen en ze wassen, zodat zij volkomen rein zullen zijn en de pot die smerig was en de dood daarin had, zal heilig zijn voor de Heere. Het afwassen kan ook verwijzen naar het uitwissen van aantekeningen op een krijtbord. Het krijt wordt uitgewist met een spons; in andere tijden, toen het bord nog uit was bestond en de sporen werden aangebracht met een ijzeren pen of naald, werd de was verzacht en gladgemaakt en alle bewijs wat op de plaat stond was volledig verdwenen. Hoewel onze zonden met een ijzeren pen zijn geschreven en met de punt van een diamant zijn gegraveerd op de hoorns van onze altaren, zal de Heere de zondige aantekening tenietdoen wanneer Zijn genade aan ons geloof wordt geopenbaard. Hij vernietigt het handschrift dat tegen ons was, Hij legt het weg en spijkert het vast aan het kruis; Hij maakt onze zonden, als wolken, die voor eeuwig voorbijgegaan zijn. God kan, o zondaar, uw overtredingen tenietdoen, zodat zij niet meer zullen bestaan; door het kostbare bloed van Jezus kan Hij uw ongerechtigheden afwassen en een einde maken aan al uw zonden.
