HET VERHAAL VAN GODS LIEFDE
Met Kerst worden we eraan herinnerd dat God een plan van verlossing klaar had voor Zijn volk; een plan dat draait om de menswording, dood en opstanding van Zijn eniggeboren Zoon. We denken dan na over wat Christus deed voor zondaars; een feit dat in ons geheugen gegrift zou moeten staan. Maar onlosmakelijk verbonden met deze waarheid is de Goddelijke, soevereine opdracht van de Vader voor dit verlossingsplan. In een preek over de menswording en geboorte van Christus helpt Spurgeon ons de soevereine rol van God de Vader in het zenden van de Zoon te begrijpen.
De Vader heeft Hem gezonden! Denk daar eens over na. Laat uw ziel het in zich opnemen, en bedenk bij elke periode van Zijn leven dat Hij leed zoals de Vader wilde; dat elke stap van Zijn leven gemarkeerd was met de goedkeuring van de grote IK BEN. Laat elke gedachte die u aan Jezus hebt ook verbonden zijn met de eeuwige, altijd gezegende God; want ‘uit u,’ zegt Jehovah, ‘zal Mij voortkomen’ (Micha 5:1). Wie heeft Hem dan gezonden? Het antwoord is, Zijn Vader.
De ultieme soevereiniteit van de Heere wordt getoond door de incarnatie van Christus. Spurgeon leert ons om onze aandacht te richten op de Goddelijke Auteur van alle dingen: de grote ‘IK BEN’. Waarom is het belangrijk voor ons om Gods rol hier te aanschouwen? Omdat dit het grote bewijs is van de liefde van de Vader. Het was het plan van de Vader om Zijn Zoon onder de mensen te zenden en in hun plaats te sterven, om zo zowel verlossing als verzoening op aarde te brengen. Spurgeon werkt deze waarheid nog verder uit:
Wie heeft Jezus Christus gezonden? ‘Uit u’ zegt Jehovah, sprekend door Micha, ‘uit u zal Mij voortkomen’. Het is een prachtige gedachte dat Jezus Christus niet is voortgekomen zonder de toestemming, autoriteit, instemming en hulp van Zijn Vader. Hij werd door de Vader gezonden opdat Hij de Redder van alle mensen zou zijn. Toen Jezus gekomen was, had Zijn Vader Hem toen niet gezonden? Was Hij niet verwekt door de Heilige Geest om een kind te worden? Toen Hij wonderbaarlijke woorden sprak, had Zijn Vader toen geen genade over Zijn lippen uitgestort zodat Hij een bekwame Knecht van het nieuwe verbond zou zijn? Toen Zijn Vader Hem had verlaten terwijl Hij de bittere drinkbeker van gal dronk, hield Hij toen niet meer van Hem? Heeft Hij Hem niet na drie dagen uit de dood opgewekt en Hem uiteindelijk in de hoogte opgenomen?
Het werk dat door de Vader in gang is gezet door het leven, de dood en de opstanding van Zijn Zoon, is het verhaal van Gods liefde. Het is het goede nieuws. Laten we in deze kersttijd, nu we ons meer bewust zijn van de menswording en het werk van Christus op aarde, de welwillendheid van de Vader niet uit het oog verliezen omdat Hij Zijn Zoon heeft gezonden. We zouden er goed aan doen om acht te slaan op deze waarheid waar Spurgeon ons aan helpt herinneren; een waarheid die ons in deze tijd herinnert aan Gods soevereine liefde.
Laat onze harten eeuwige moed en troost putten uit de waarheid dat de Vader redding bracht voor Zijn volk – ondanks de kwade bedoelingen van de zondige mens. Ongeacht in welke omstandigheden u zich momenteel bevindt – rouwend, vechtend tegen ziekte, op zoek naar vrede in de familie – in elk van deze dingen zal de goedheid van de Vader overwinnen. Als wij de vleesgeworden Christus in de kribbe zien en de verlossing van de Heere in dit nederige Kind overdenken, laten wij dan naar Hem uitzien voor de vrede die Zijn Goddelijke soevereiniteit ons zal brengen. Tenslotte geeft Spurgeon ons een troostende en passende waarheid voor de kersttijd om te overdenken:
…Want Jezus Christus stierf niet zodat God lief zou hebben, maar Hij stierf omdat God ons al liefgehad heeft…. Christus werd door Zijn Vader naar de wereld gezonden als gevolg van de genegenheid van de Vader voor Zijn volk. Ja, ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft’ (Joh. 3:16).
Olivia Hansen