En wanneer dit verderfelijke zal onverderfelijkheid aangedaan hebben, en dit sterfelijke zal onsterfelijkheid aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: De dood is verslonden tot overwinning. Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning? 1 Korintiers 15:54-55
Er zal een tweede dood zijn, maar over ons zal het geen macht hebben. Begrijpt u de schoonheid van het beeld? Alsof we door de vlammen van de hel mogen lopen en ze geen macht mogen hebben om ons te verslinden, net zo min als wanneer de heilige jongelingen met gemak over de hete kolen van Nebukadnezar’s zevenvoudig verwarmde oven gaan. De dood kan zijn boog buigen en de pijl aan het touw vastmaken. Maar we lachen je uit, o dood! En jij, o hel, we zullen het verachten! Want over jullie beiden, jullie vijanden van de mens, zullen we meer zijn dan overwinnaars door Hem die ons heeft liefgehad. We zullen onkwetsbaar en onoverwinnelijk staan, tarten en lachen om onze vijand te verachten. En dit alles omdat we schoongewassen zijn van de zonde en bedekt met een vlekkeloze gerechtigheid. Als we weer opstaan, zullen we bevrijd zijn van alle bedorvenheid: er zullen geen kwade neigingen in ons blijven. “En Ik zal hunlieder bloed reinigen, dat Ik niet gereinigd had; en de Heere zal wonen op Sion.” (Joël 3:21 SV). “die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks” (Efeziërs 5:27 SV), zonder zelfs maar de schaduw van een vlek die het oog van de alwetendheid kon ontdekken, zullen wij zo rein zijn als Adam voor zijn val, zo heilig als de onbevlekte mensheid toen het voor het eerst uit de goddelijke hand kwam. Wij zullen beter zijn dan Adam, want Adam zou kunnen zondigen, maar we zullen zo gevestigd zijn in goedheid, in waarheid en in gerechtigheid, dat we niet eens meer in verzoeking gebracht zullen worden, laat staan dat we enige vrees zullen hebben om te vallen. We zullen brandschoon en onberispelijk staan op de laatste grote dag.