En deze ganze vergadering zal weten, dat de Heere niet door het zwaard, noch door de spies verlost want de krijg is van de Heere. Die zal u lieden in onze hand geven. 1 Sam. 17:47
Er zijn altijd twee manieren om dezelfde leerstelling te behandelen. De waarheid in de tekst kan gebruikt worden als middel ter verdoving en als middel tot opwekking. Sommigen zijn Goddeloos genoeg om te zeggen dat als de krijg van de Heere is, wij dan ook niet hoeven te strijden alsof de oogst van de Heere zijnde, wij rechtmatig zouden kunnen weigeren te zaaien of te maaien. Wij zien hoe David deze tekst heeft gebruikt. Hij vuurde zijn ziel aan en gaf kracht aan zijn arm. Allen strijden wij aan de ene of aan de andere zijde en het ergst van allen zijn zij er aan toe, die roemen op hun onzijdigheid. Voor de Christen zijn deze woorden zo waar, dat hij ze als devies op zijn banier kan schrijven en ze als opschrift kan plaatsen boven “het boek van de oorlogen van de Heere.”
1. Het grote feit: “De krijg is van de Heere.”
1. In zover het is voor waarheid en recht, voor heiligheid en liefde en voor al de dingen, die de Heere bemint, is de krijg van de Heere,” (Ps. 45:4).
2. Zijn Naam en zijn eer zijn er het onderwerp van. Het is zijn eer om gerechtigheid op aarde te zien gevestigd. Door het evangelie wordt God grotelijk verheerlijkt; als de mensen het tegenstaan, raken zij Gods eer aan en de Heere zal zijn eigen naam handhaven en op die wijze wordt onze strijd de krijg van de Heere. (Jes. 40:5).
3. Het is alleen door zijn kracht, dat wij strijde. De Heilige Geest is onze sterkte; zonder de Heere kunnen wij niets doen: vandaar dat in de sterkste zin van het woord en in de hoogste mate de krijg van de Heere is. (2 Kron. 13:12) (2 Kron. 20:12).
4. Hij heeft ons bevolen te strijden. Het is op bevel van onze koning, dat wij in deze krijg uittrekken. Wij zijn geen vrijkorps, die voor eigen rekening strijden; maar krijgsknechten onder zijn commando. (1Tim. 6:12).
5. Hij heeft zich verbonden om deze strijd te strijden. Het loon toegezegd aan zijn Zoon, het verbond van de genade, het bepaalde onderpand van zijn woord maken het tot zijn krijg. Zijn trouw is er mee gemoeid, dat Hij de Here Jezus de roof zal doen delen met de machtigen. (1) Hij moet de satan haast onder onze voeten verpletteren. (Rom. 16:20).
6. Als de krijg geheel voorspoedig ten einde gebracht is, zal de Heere alleen de eer er voor worden toegebracht. (Ps. 48:1).
II. Onze eigen invloed op ons gemoed.
1. Wij moeten tegenstand van weinig belang achten. Wie is bestand tegen de Heere?
2. Onze zwakheid moet ons niet angstig maken. “Als ik zwak ben, dan ben ik machtig.” De Heere zal ons in zijn eigen krijg machtig maken.
3. Begeven wij ons met ons gehele hart tot dit werk. Wij zijn de Here Jezus zo veel verschuldigd, dat wij voor Hem moeten strijden. (1 Kor. 16:13).
4. Wij kiezen de beste wapens. Wij durven met het buskruit van de duivel de kanonnen van de Heere niet af te vuren. Liefde, waarheid, ijver, gebed en geduld, dat zijn de wapens, die in de krijg van de Heere te pas komen. (2 Kron. 10:4).
5. Wij zijn zeker van de overwinning. Kan de Heere worden verslagen? Hij overwon Farao en Hij zal te bestemder tijd ook Satan geheel ten onder brengen. (1 Kron. 15:25).
III. Lessen die hiermee in verband staan.
Maak het tot Gods zaak. Nooit moet gij het tot iets zelfzuchtigs verlagen.
Door uw beweegredenen. Heb alleen zijn eer op het oog. Houd u ver van alle boze bedoelingen.
Door uw methode. Strijd voor het geloof op de wijze zoals Jezus er voor gestreden zou hebben en niet op een manier, waaraan de Heere zijn goedkeuring niet zou hechten.
Door uw geloof. Kunt gij niet vertrouwen, dat God zijn eigen strijd zal strijden?
Vergeet niet dat het de zaak van de Heere is. Of gij zult er het eigen–ik in mengen.
Gij zult beginnen de strijd te beoordelen; en daar hij op te grote schaal gevoerd wordt voor het menselijk verstand, zult gij in menige dwaling vervallen, de nederlaag verwachten, waar de overwinning zeker is of op succes hopen op wegen, die slechts op tegenspoed en ramp kunnen uitlopen. De vrees zal u krachteloos maken, want de krijg moet eindigen in uw algehele ondergang, zo de hand van de Heere niet met u is. En daar het zijn krijg is, zo.
Wees gelukkig, al wordt gij persoonlijk ook verslagen; want Jezus is toch verhoogd.
Wees kalm en vol vertrouwen, want er kan niet de minste reden tot vrees bestaan ten opzichte van het einde van de strijd. “In stilheid en in vertrouwen zal uw sterkte zijn.” (Jes. 30:15).
Deze vergadering weet, dat de krijg van de Heere is. Is het niet zo? Zijn allen in deze vergadering aan de overwinnende zijde? Waarom niet opgezien tot Hem, die zelf ons heil is. Hij heeft ons zwaard of onze speer niet van node, maar Hij zal zelf verlossen degenen, die op Hem vertrouwen.
Om de aandacht te hulp te komen.
Ds. Oncken deelde mij mee, dat hij gedagvaard was om voor de burgemeester van Hamburg te verschijnen, die hem gebood zijn Godsdienstige bijeenkomsten te staken. “Ziet gij deze pink?” riep de burgemeester. “Zolang ik die pink kan verroeren, zal ik de Baptisten naar beneden houden.” “Ja,” zei Oncken, “ik zie uw pink en ik zie ook een arm, die gij niet kunt zien. En zolang Gods arm uitgestrekt is naar onze behoeve, zal uw pink ons geen schrik aanjagen.”
Wij zijn gelijk Willem van Oranje, die met slechts weinige volgelingen en een ledige beurs oorlog voerde tegen de gebieder van de halve wereld met de mijnen van Peru voor schatkist. Maar, evenals Prins Willem, kunnen ook wij, ondervraagd zijn met betrekking tot onze hulpbronnen, antwoorden: “Eer wij deze zaak ondernomen hebben, hebben wij met de Koning van de koningen een vast verbond gesloten.
DAVID GRACEY.
Toen Tarik, de Saraceen, Spanje ging veroveren, deelde hij zijn volgelingen mee, dat hij door de hemel begunstigd was geworden met een droom, die hem de volste verzekering gaf, dat hij voorspoedig zou zijn. Hij had de profeet Mahomet gezien, omringd door de heiligen en door zijn getrouwe metgezellen, die zijn zaak bleven toegedaan, ook toen hij als balling te Medina was. Zij stonden dicht bij zijn legerstede met uitgetogen zwaard en gespannen boog en hij hoorde de profeet zeggen: “Grijp moed, o Tarik en doe hetgeen u opgelegd is te doen.” Daarna zag hij de profeet en zijn metgezellen Spanje binnentrekken, als om voor de getrouwe volgers van de Islam de weg te bereiden. Met een warer visioen en stelliger verzekerdheid kunnen wij het strijdperk binnentreden, heen trekken ten strijde met hen, die krijg voeren onder de banier van het kruis. Want zo gewis als de dag de nacht overwint, zo gewisselijk zal de zaak van de hemel zegevieren en zal Hij regeren, die tot regeren het recht heeft.
G.MC. MICHAEL.
Het is Gods wil niet dat Zijn volk vreesachtig is.
MATTHEW HENRY.
Men verhaalt van de vervolgde Kwakers, dat zij met standvastigheid zien op de sterkte van hun Almachtige Leidsman, “Niet zeiden, wie ben ik? maar veeleer Wiens ben ik, dat ik zou vrezen?”
“ANNALS OF THE EARLY FRIENDS.”
Luthers kracht was gelegen in de wijze waarop hij de last van de hervorming op de Heere legde. Voortdurend pleitende in het gebed: “Heere, dit is uw zaak, niet de mijne. Zo doe dan Uw Eigen werk, want indien dit evangelie niet voorspoedig is, dan zal niet alleen Luther de verliezer zijn, maar Uw eigen Naam zal onteerd zijn.
Onze Heere verwacht niet, dat wij op eigen kosten ten oorlog zullen gaan. Geen soldaat heeft zelf zijn rantsoen of zijn ammunitie aan te schaffen. Onze Koning is nooit onedelmoedig: indien Hij ons uitzendt ten strijde, dan zal Hij zelf met ons optrekken, om ons hoofd te beschermen en onze arm te bekrachtigen. Zo zijn zaak ons slechts ter harte gaat dan zal Hij voor ons zorgen. Koningin Elisabeth verzocht eens een koopman om in haar dienst buiten het lands te gaan en toen hij zei, dat zijn zaken dan zouden verlopen, antwoordde zij: “Zorg gij voor mijn zaak, ik zal voor die van uw zorgen.” Indien het werkelijk de krijg van de Heere is, dan kunnen wij er ons van verzekerd houden, dat Hij er ons door heen zal helpen.
(1) (Jes. 53:12) Naar de Engelse overzetting.