Gord Uw zwaard aan Uw heup, o Almachtige, in Uw heerlijkheid en in Uw majesteit. En rijd voorspoedig uit in Uw majesteit vanwege waarheid, zachtmoedigheid en gerechtigheid. Uw rechterhand zal U vreselijke dingen leren. Uw pijlen zijn scherp in het hart van de vijanden van de Koning; daardoor zal het volk onder U vallen. Psalm 45:4-6, Eng. vert
Deze psalm is wel beschouwd als een bruiloftslied voor Salomo ter gelegenheid van zijn huwelijk met de dochter van de farao. Dat zou waar kunnen zijn, hoewel ik het niet zomaar kan geloven. Zelfs als dat echter waar zou zijn, kunnen wij in deze psalm een duidelijke verwijzing naar de Heere Jezus en Zijn huwelijk met Zijn Kerk vinden. Onder de mozaïsche bedeling hoefde een pasgetrouwde man een jaar lang niet mee te vechten in een oorlog. Toen de Heere Jezus echter met Zijn volk in het huwelijk trad, maakte juist dat huwelijk het noodzakelijk dat Hij ter wille van hen oorlog zou voeren. Hij moest al hun geestelijke vijanden in een verschrikkelijke strijd ontmoeten.
De vorst der duisternis en al de krachten van het kwaad stelden zich als één man tegenover Hem op. Wij weten hoe Hij met hen vocht en hoe Hij hen overwon en onder Zijn voeten vertrapte, zoals de wijnboer de paarse trossen in de wijnpers onder zijn voeten fijnstampt. En hoewel Hij in de hemel in een staat van rust verkeert, is het Hoofd van de Kerk – Zijn mystieke lichaam – nu hier beneden toch in strijd. Hij voert nog steeds oorlog tegen de zonde. Hij strijdt voortdurend krachtig om de zonde uit de wereld te verdrijven en om de aarde tot Zijn domein te maken, waarover Hij in gerechtigheid en vrede zal regeren.
Het gebed dat wij hier in onze tekst voor ons hebben, is ook voor ons een heel geschikt smeekgebed om op te zenden. Wij verlangen ernaar onze almachtige Overwinnaar aan te vuren om tegen het kwaad ten strijde te trekken. Hoe heerlijk reed Hij in de mooie dagen van weleer met Zijn eerste discipelen uit tot de strijd! Onder Zijn leiderschap reden zij in deze heerlijke dagen van conflict en overwinning uit om te strijden en om te sterven, maar ook om te overwinnen. Wij lijken echter te zijn aangeland in dagen van vrede – van de valse vrede die voortkomt uit stagnatie, traagheid en doodsheid. Broeders en zusters in Christus, het is nodig dat wij de grote Overste van onze zaligheid krachtig aanroepen om Zijn zwaard aan de heup te gorden, om Zijn grote strijdwagen opnieuw naar het front te sturen.
Wij moeten Hem smeken dat Hij weer met al de legermachten die Hem dienen uit zal rijden tot de strijd, zodat Zijn vijanden weer zullen weten dat Zijn macht nog net zo groot is als in de tijden waarin Hij de overwinning behaalde. Terwijl ik over deze tekst spreek, hoop ik dat alle gelovigen die hier aanwezig zijn dit tot hun gebed zullen maken. Ik hoop dat God u antwoord zal geven op uw gebed en dat Hij de boodschap zal zegenen tot heil van zondaren. Dat zal een ware overwinning voor Christus zijn. Ik wil uw aandacht bij de volgende punten bepalen: allereerst bij de gewapende Strijder, ten tweede bij Zijn volle strijdwagen en ten derde bij de overwinning die Hij behaalt.
1. Ik vraag u dus allereerst na te denken over de gewapende Strijder. ‘Gord Uw zwaard aan Uw heup, o Almachtige, in Uw heerlijkheid en Uw majesteit.’ Dus Christus heeft een zwaard. Wat voor een zwaard is dat? Zeker is het niet zo’n zwaard als dat waarop soldaten en prinsen trots zijn, want over zulke zwaarden zei Jezus tegen Petrus: ‘Doe uw zwaard terug op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard vergaan.’
(Matt. 26:52) Over zulke wapens zei Jezus tegen Pilatus: ‘Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben.’ (Joh. 18:36) Christus kon waarlijk zeggen dat de wapens waarmee Hij oorlog voerde niet vleselijk waren, maar dat zij door God krachtig waren tot afbraak van bolwerken. Voor Zijn gevechten heeft Hij geen zwaard, speer, schild en beukelaar nodig, zoals de strijders van deze wereld die gebruiken. Zijn worsteling was ‘niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de machthebbers van de wereld, van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke boosheden in de hemelse gewesten.’ (Ef. 6:12) Het belangrijkste wapen dat Christus hanteerde, was ‘het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord.’(Ef. 6:17)
De psalmist bidt: ‘Gord Uw zwaard aan Uw heup.’ In het boek Openbaring lezen wij echter over Christus: ‘Uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard.’ (Openb. 1:16) U weet dat Jezus voortdurend de Schriften aanhaalde als Hij de verleidingen van satan of de aanvallen van Zijn menselijke tegenstanders moest weerstaan. ‘Er staat geschreven’, was steeds Zijn onweerlegbare argument. Het zwaard dat Christus hanteert, is niet gemaakt van staal om hoofden, armen of benen af te hakken. Het is het zwaard van de waarheid, dat harten en gewetens doorklieft.
Er wordt van gezegd dat het scherp is, ‘scherper dan enig tweesnijdend zwaard en (het) dringt door tot de verdeling van ziel en geest, van gewrichten en merg, en oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.’ (Hebr. 4:12) Geen enkel zwaard verwondt zo als het zwaard van de Geest. Het verwondt zo, dat niemand dan God alleen de wond kan genezen. U kunt het steken in een hart dat harder is dan een molensteen. De punt zal echter niet verbuigen en de steen zal in tweeën worden gekliefd. Het is een scherp zwaard, dat verwondt. Het is een dodelijk zwaard. Waar het ook in snijdt, het doodt de zonde, snijdt ongerechtigheden in stukken, verslaat eigengerechtigheid en vernietigt de gebreken van het vlees.
Dit zwaard is ‘tweesnijdend.’ Een zwaard met maar één snijkant heeft een stompe achterkant. Er is echter geen stompe achterkant aan het zwaard van de Geest. Het snijdt van voren en van achteren. Eigenlijk snijdt het alle kanten op en elk gedeelte is zo scherp als de rand van een scheermes. Beloften, voorschriften, leerstukken, bedreigingen, zij zijn alle scherp en doordringend. Er is geen gedeelte in Gods Woord dat het doel waarvoor het gegeven was niet bereikt.
Merkt u dat de psalmist bidt: ‘Gord Uw zwaard aan Uw heup.’ De Bijbel is niet alleen uw Bijbel of mijn Bijbel, het is Gods Bijbel, het is Christus’ Bijbel, het is de Bijbel van de Heilige Geest. Waarheid kent geen monopolie. Het is niet de waarheid van de priester, maar de waarheid van het volk, het is de waarheid die van iedereen is. Maar het meest van alles is het Christus’ waarheid. Waarom is het Woord van God Christus’ zwaard? Dat is immers omdat het Woord ons over Hem vertelt. Hij is de tekst waarover de Bijbel preekt. De Bijbel is als een handschrift dat naar Hem verwijst en dat zegt: ‘Dit is de weg naar Jezus Christus.’ De Heilige Schrift geeft u een kast vol uitgelezen kledingstukken. Alle kleding geurt naar mirre, aloë en kassie omdat Christus haar gedragen heeft. Het Woord van God behoort in het bijzonder Christus toe, want Hij heeft het gebruikt en gebruikt het nog steeds.
Als ik of andere predikers het Woord gebruiken, zal dat weinig uitwerken, tenzij Christus ons gebruikt als de instrumenten door wie Hij toont wat Hij met het Woord kan doen. Iemand keek naar het zwaard van een beroemde veroveraar. Nadat hij het zorgvuldig bekeken had, zei hij: ‘Ik zie er niets bijzonders aan.’ ‘Nee’, was het antwoord, ‘wellicht niet. Maar als u de gespierde arm die ermee zwaaide gezien had, zou u begrepen hebben waarom het zo’n opmerkelijk zwaard is.’ Zo is het ook met het zwaard van de Geest, dit door God geïnspireerde Boek. U vindt het er wellicht niet naar uitzien alsof het de wonderen kan bewerkstelligen die het voortdurend verricht.
Maar als u de hand van Christus die dat zwaard hanteert zou kunnen zien, zou u begrijpen waar de heerlijkheid en de majesteit van de waarheid worden gevonden en waar het zijn macht tot het overtuigen en bekeren van mensen vandaan heeft. De bede van de psalmist is: ‘Gord Uw zwaard aan Uw heup, o Almachtige.’ Als een soldaat zijn zwaard wil gebruiken, hangt hij het op een plek waar hij er gemakkelijk bij kan. Hij hangt het aan zijn zijde, zodat hij het direct uit de schede kan trekken als hij het voor de aanval of ter verdediging nodig heeft.
Het gebed uit onze tekst betekent dus: ‘Heere, gebruik Uw Woord, geef aan de waarheid macht en kracht als zij verkondigd wordt.’ Het uitspreken van een preek mag dan wel lijken op het trekken van een zwaard uit de schede, toch zal het niet echt doeltreffend zijn tenzij Christus Zijn hand laat werken. Het zwaard van een soldaat doodt niemand totdat hij het met een stevige greep vastpakt en er de dodelijke klap mee uitdeelt. De preek is het zwaard van de Geest en hangt als een oud wapen aan de wand van een oud kasteel. Maar wilt U, gezegende Koning der koningen, het niet in Uw hand nemen en opnieuw tonen wat U ermee kunt doen? Wilt u het niet links en rechts om u heen steken en stoten en Uzelf zo een glorieuze overwinning over al de machten van het kwaad bezorgen?
Zondaar, als Christus Zijn Woord in uw hart zal laten doordringen, zult u spoedig merken dat dit iets heel anders is dan het preken dat wij arme stervelingen slechts aan uw oor kunnen doen. Als wij bij de Oorpoort op de Evangeliebazuin blazen, trekt u er zich niets van aan. Maar als Prins Immanuël de grote stormram van Zijn kruis naar het Hartkasteel laat brengen en hem erop laat slaan, klap na klap, dan zullen de posten wankelen, de tralies zullen neerkletteren, de poort zal vallen. Dan zal de Prins binnenrijden en voor altijd over de ziel regeren die Hij door Zijn genade heeft overwonnen en lang geleden met Zijn bloed gekocht. O, dat Hij dat toch deze avond doen zou!
Merkt u de erenaam op die de psalmist aan de almachtige Strijder geeft: ‘Gord Uw zwaard aan Uw heup o Almachtige Christus is niet alleen machtig, maar Hij is almachtig. Er zijn machtige mannen van gebed geweest, maar Hij is de machtigste Voorspraak voor Zijn volk bij Zijn Vader. Er zijn machtige predikers van het Woord geweest, maar ‘nooit heeft een mens zo gesproken als deze Mens.’ (Joh. 7:46) Er zijn vele vrienden van zondaars geweest, maar nog nooit is er zo’n Vriend van zondaars geweest als Jezus is. Uw zonden kunnen veel macht hebben en moeilijk te vernietigen zijn, maar Hij is machtiger om u ervan te redden. Ik garandeer u dat uw hartstochten veel macht hebben, dat is spreken naar de feiten. Ik garandeer u dat zij machtiger zijn dan u bent, dat is spreken in vergelijkingen.
Maar Jezus is nog veel machtiger om ze te overwinnen, dat is spreken in de overtreffende trap. De overtreffende macht van de liefde van Christus, getoond in Zijn dood aan het kruis, is oneindig veel groter dat de feitelijke en vergelijkenderwijs grote macht van onze werkelijke zonde en dan de verdorvenheid van onze natuur. Moge Hij Zichzelf als almachtig bewijzen door velen van u voor Zichzelf te winnen!
De psalmist bidt de Heere niet alleen om Zijn zwaard aan Zijn heup te gorden, maar hij voegt daaraan toe: ‘In Uw heerlijkheid en in Uw majesteit.’ Hebt u ooit Christus in Zijn heerlijkheid en in Zijn majesteit gezien? Ik weet dat u Hem nog nooit zo gezien heeft, tenzij u uzelf eerst in uw verwording en schande gezien heeft. Daar waar de arme zondaar met een gebroken hart in het stof ligt neergeworpen en zichzelf minder dan niets voelt, daar komt de grote Overwinnaar in Zijn heerlijkheid en in Zijn majesteit en zegt tegen hem: ‘Ik ben uw redding, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde en Mijn leven afgelegd om u te redden.’
U herinnert u wel hoe John Bunyan de intocht van Prins Immanuël in de stad Mensenziel schildert nadat Hij die op Diabolus heeft veroverd: ‘Dit was de wijze waarop Hij daar binnentrad: Hij was gekleed in Zijn gouden wapenuitrusting. Hij reed in Zijn koninklijke wagen, de trompetten klonken rondom Hem, Zijn kleuren werden tentoongespreid, Zijn tienduizenden trokken op aan Zijn voeten en de oudsten van Mensenziel dansten voor Hem uit.’ Zij mogen zich ook wel in Zijn komst in heerlijkheid en vol majesteit verheugen. Hij zal in hun midden wonen en hun tonen hoe volledig Hij hen hun rebellie vergeven heeft, nu zij berouw hebben over hun zonden en Hem als hun rechtmatige Heer en Zaligmaker hebben aanvaard.
Zo zal het ook zijn voor allen hier die Christus in hun hart verwelkomen en die niet langer de vorst der duisternis trouw betuigen.
2. Zo heb ik u dus de gewapende Strijder getoond, en nu vraag ik u naar de volle strijdwagen te kijken: ‘En rijd voorspoedig in Uw majesteit vanwege waarheid, zachtmoedigheid en gerechtigheid.’ De oosterse vorst stond rechtop in zijn strijdwagen en reed te midden van zijn troepen in grote pracht uit. Naar mijn mening is de prediking van het Evangelie de strijdwagen van onze Heere Jezus Christus. Het Evangelie zelf is Zijn zwaard en het preken van het Evangelie, het uitdelen van het Woord waardoor Christus aan de mensen bekend wordt gemaakt, is te vergelijken met Zijn strijdwagen van de zaligheid.
Deze strijdwagen blijkt vier wielen te hebben, of zo u wilt kunt u dit de vier melkwitte strijdrossen noemen die de Evangeliewagen trekken. Hun namen zijn volgens onze tekst majesteit, waarheid, zachtmoedigheid en rechtvaardigheid. Dit zijn de vier dragers van het Evangelie, of de vier drijvende krachten waardoor het Evangelie van Christus in het hart van zondaren wordt gebracht.
De macht van het Evangelie ligt dus allereerst in de majesteit van Christus. Zondaar, Jezus Christus, de Zoon van Maria, is ook de Zoon van God, Die waarlijk zeggen kan: ‘Ik en de Vader zijn één.’ (Joh. 10:30) Hij Die stierf aan het kruis van Golgotha is de Koning der koningen en de Heer der heren. De Man Die in doodsnood ‘Mij dorst’ riep, is de almachtige God, Die de wateren in de palm van Zijn hand houdt.
Beweegt dit u er niet toe om Hem te vertrouwen? De majesteit van Christus hoort niet alleen uw bewondering op te wekken, maar ook uw liefde te winnen. Hij, Wiens gezicht meer verdorven was dan dat van enig ander mens, was Degene over Wie Jesaja zei: ‘Men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst.’ (Jes. 9:5) O, Degene tegen Wie u gezondigd hebt, heeft voor uw zonden geleden en heeft de vloek en de straf die daarbij hoorden gedragen. Doet dit uw hart niet smelten? Wint dit u niet voor Hem in? De majesteit van Christus zou u er zeker toe moeten brengen om Hem te vertrouwen.
Dan is het volgende wiel van de strijdwagen of het tweede van de edele strijdrossen die het trekken, waarheid. Zondaar, het Evangelie dat u gepreekt wordt, is waar. Wat er ook maar onecht is in de wereld, het is zeker een vaststaand feit dat ‘Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken.’ (1 Tim. 1:15) Het is ook waar dat Hij u zal ontvangen als u naar Hem toe komt. Kom en vertrouw Hem en zie maar of Hij u niet zal verwelkomen.
Het is waar dat Hij de zwaarste misdrijven kan vergeven en dat Hij daadwerkelijk allen vergeeft die oprecht berouw hebben over hun zonden en die op Zijn verzoenende offer vertrouwen. Het is waar dat Hij de zonden uit het hart kan ontwortelen, de onheiligen heilig kan maken en dat Hij kan maken dat de ongehoorzamen Gods bevelen gehoorzaam zijn. Dit is geen zaak van vermoedens van onze kant, geen giswerk of een droom van een overspannen verbeelding. Aan velen van ons is de heiligende kracht van de leerstukken over het kruis bewezen. Zij sporen u er daarom toe aan om ook aan u te laten bewijzen dat de waarheid van het Evangelie zichzelf ook bij u zal aanbevelen.
Het volgende wiel of het volgende strijdros van de strijdwagen is zachtmoedigheid. Jezus zei: ‘Leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart.’ (Matt 11:29) De Zaligmaker Die u uitnodigt om naar Hem toe te komen, is geen trotse Zaligmaker. Laat mij u, arbeiders, eraan herinneren dat Jezus Christus tot uw stand behoorde en dat Hij wellicht samen met Jozef, de man van Zijn moeder Maria, aan de schraag van de timmerman gewerkt heeft. Hij was geen regerende aristocraat, die met verachting op mannen en vrouwen uit een lagere stand van de maatschappij neerkijkt. De Heere zegt over Hem: ‘Ik heb een uitverkorene uit het volk verhoogd.’ (Psalm 89:20) Hij is de Christus van het volk.
Hij is een Zaligmaker Die Zich naar de mensen toe buigt. Hij nam de kleine kinderen in Zijn armen, zegende hen en zei: ‘Laat de kinderen tot Mij komen en verhinder hen niet, want van zulken is het Koninkrijk van God.’ (Mark. 10:13) Ondanks al Zijn heerlijkheid en majesteit veracht Hij de armen en de behoeftigen niet. Hij hoort altijd het hulpgeroep van de nederigen en de boetvaardigen. Hij Die het geweeklaag van de bedroefden hoort, heeft medelijden met de gevangene. Hij heeft oog voor de gebrokenen van hart en is altijd teer en vol meeleven voor eenieder die Zijn hulp zoekt. Deze zachtmoedigheid van de Zaligmaker moet zeker een aanbeveling voor het Evangelie bij u zijn.
Dan is het vierde wiel – of het vierde strijdros, als u aan die beeldspraak de voorkeur geeft – gerechtigheid. Broeders, Jezus Christus is zo’n rechtvaardige Zaligmaker en Zijn Evangelie is zo’n rechtvaardig Evangelie! Een mens zou juist om deze reden heel goed van het Evangelie kunnen gaan houden, als het niet om een andere reden is, namelijk dat de majesteit van de goddelijke rechtvaardigheid er zo duidelijk in naar voren komt. God bepaalde dat Hij zondaren zou redden, maar Hij wilde hen niet redden ten koste van de rechtvaardigheid.
Hij schept behagen in genade, maar zelfs Zijn geliefde eigenschap wil Hij niet koesteren ten koste van Zijn rechtvaardige wet. Christus gaf Zijn rug aan degenen die Hem sloegen en Zijn wangen aan hen die Hem het haar uitplukten. Zijn aangezicht verborg Hij niet voor smaadheden en speeksel. (Jes. 50:6) Hij gaf Zijn handen en voeten aan wrede spijkers over. Zijn lichaam aan onbeschrijfelijke pijn en Zijn ziel aan zulke doodsangsten dat Hij het uitriep: ‘Mijn ziel is zeer bedroefd, tot de dood toe.’ (Matt. 26:38)
Hij droeg alles wat de vleesgeworden God dragen kon, met genoeg kracht maar zonder dat Hij kracht overhouden kon zodat Hij ten volle zou genoeg doen aan Gods rechtvaardigheid.
Gerechtigheid voltooit terecht het aantal wielen van de strijdwagen van de zaligheid of van de strijdrossen die de wagen trekken overal waar God wil dat hij gaat. O, dat zij hem door Zijn genade precies daarheen trekken waar u bent, arme zondaar, en dat dezelfde genade u zal dwingen om die strijdwagen in te gaan, zodat u daarin naar de eeuwige heerlijkheid zult rijden!
Maar lieve vrienden, een Evangelie zonder Christus is als een strijdwagen zonder berijder, en wat voor nut heeft een lege strijdwagen? Voor op de strijdwagen van het Evangelie staat Jezus Christus in al Zijn heerlijkheid en majesteit. Ik wilde dat alle predikers dit altijd zouden bedenken. Sommigen van hen preken volgens mij de leerstukken van het Evangelie en anderen de voorschriften ervan. Op die manier brengen ze de strijdwagen tevoorschijn, maar zonder berijder. Ze hebben Christus erbuiten gelaten, Die de belangrijkste, werkelijk de enige heerlijkheid ervan is.
Wat een prediker ook maar vergeten mag, hij zou nooit zijn Meester moeten vergeten, maar Hem altijd Zijn rechtmatige plaats geven. Hij zou tegen de Heere moeten zeggen wat de psalmist tegen Jeruzalem zei: ‘Als ik u vergeet, laat dan mijn rechterhand zichzelf vergeten, laat mijn tong vastkleven aan mijn gehemelte.’ (Psalm 137:5, 6) Waar kan iemand over preken als hij Jezus Christus uit zijn preek weglaat? Een verhandeling zonder Christus is een misleiding en een schande, niets dan spelen met onsterfelijke klanken, een bespotting van zowel de God als de Mens Jezus Christus en Die gekruisigd, Die de Alfa en Omega van iedere preek zou moeten zijn.
Zelfs als een prediker niet direct over Christus preekt, moet hij Hem indirect bepreken. Dan moet hij de waarheid op zo’n manier verkondigen dat zij de zondaar zal aantrekken, of anders moet zij hem naar het hart van Christus drijven. Ik hoop dat wij allen zonder aarzeling zullen zeggen dat Jezus Christus in Zijn heerlijkheid en majesteit op de strijdwagen van onze bediening rijdt.
Maar hoewel Christus dus op de strijdwagen van ons onderwijs kan rijden, moet Hij daar wel altijd aanwezig zijn in Zijn almachtige kracht en in de kracht van de Geest Die gezegend is tot in eeuwigheid. Dus wil ik dat u die Hem liefheeft, het gebed van de psalmist bidt: ‘Gord Uw zwaard aan Uw heup, o Almachtige, met Uw heerlijkheid en Uw majesteit. En rijd voorspoedig in Uw majesteit vanwege waarheid, zachtmoedigheid en gerechtigheid.’
Er is een mooi oud gezang uit Wales, dat ik graag in het Engels zou kunnen vertalen zonder het te bederven. Het gaat ongeveer zo: ‘O Jezus, kom tevoorschijn! Verlaat de ivoren paleizen! Uw strijdwagen wacht op U, kom tevoorschijn! De hel siddert voor U, heel de hemel aanbidt U, de aarde erkent Uw heerschappij, de harten van de mensen kunnen U niet weerstaan. Kom tevoorschijn, kom tevoorschijn! Tralies van koper breekt U, ijzeren poorten wijken voor U, kom tevoorschijn, kom tevoorschijn, o Jezus, want Uw strijdwagen wacht nu op U!’
3. Nu gaan we verder met het derde punt, de overwinning die Hij behaalt. ‘Uw rechterhand zal U ontzagwekkende daden leren. Uw pijlen zijn scherp en treffen het hart van de vijanden van de Koning. Volken zullen onder U neervallen.’ Er zijn voorstellingen van oosterse vorsten op hun grote strijdwagen. In vele daarvan worden zij niet alleen afge- beeld met een zwaard aan hun heup, maar ook met een grote oorlogsboog. De kunstenaars die hun koninklijke meesters wilden behagen, stelden het voor alsof de pijlen van de koning recht door het hart van de vijanden van de koning gingen.
Onze Strijder heeft een trefzeker schot. Hij mist nooit het hart waarop Hij Zijn pijlen richt. Hetzelfde Evangelie dat in één opzicht een tweesnijdend zwaard is, is in een ander opzicht als de scherpe pijlen die vanaf de boog van een machtige Boogschutter geschoten worden. Weet u, pijlen kunnen niets uitrichten als zij niet af geschoten worden. De pijl is nutteloos zonder de boog en de boog zelf is nutteloos zonder de hand en de arm van de man die hem spant en die de pijl laat vliegen naar het doel dat hij wil raken. Over Willem de Veroveraar werd wel gezegd dat niemand in Engeland zijn boog kon spannen behalve hijzelf. Zo is het ook met de boog die bij onze grote Veroveraar hoort; niemand behalve Hijzelf kan hem spannen. Als Hij de pijl op de pees aanlegt en de boog met een almachtige hand spant, vliegt het projectiel met onweerstaanbare kracht naar het hart waarop de Koning zo’n onfeilbaar schot richtte en graaft zich daar in.
Ik meen dat deze pijlen niet verwijzen naar de hele Bijbel, maar naar bepaalde teksten uit de Bijbel. Soms zal de ene, dan weer de andere pijl afgeschoten worden, maar ze zijn alle scherp. Hebt u, mijn luisteraars, ooit de pijnscheut gevoeld die dwars door het hart gaat als een van deze scherpe pijlen erdoor geraakt wordt? Geen pijl is zo scherp als die welke veroorzaakt wordt door de overtuiging van zonde. Er is geen genezing voor die pijn, behalve dan van de hand van Hem Die de pijl afschoot waardoor de pijn werd veroorzaakt.
Over deze pijlen wordt in het meervoud gesproken, omdat er pijlen van overtuiging, pijlen van rechtvaardigheid en pijlen van angst zijn, maar ook pijlen van genade en pijlen van troost. Er zijn pijlen die zonden doden en er zijn pijlen die wanhoop doden (wat ook een zonde is). Zoals er pijlen zijn die onze vleselijke hoop neerslaan en doden, zo zijn er andere pijlen die onze zondige angsten krachtdadig vernietigen. Al deze pijlen zijn scherp en treffen het hart van de vijanden van de Koning. De hele pijlkoker bevat geen enkele stompe pijl.
Let erop dat al deze pijlen aan de Koning behoren. Het is tegen de ‘Almachtige’ dat de psalmist zegt: lUw pijlen.’ De waarheid zal nooit tot ons hart en geweten doordringen tenzij de Heilige Geest ons ervan overtuigt dat zij Gods waarheid is. Er zijn sommige leerstukken in de Schriften die velen niet als goddelijk willen aannemen, hoewel zij duidelijk in het Woord worden geopenbaard. Bovendien zijn het waarheden die God steeds opnieuw tot redding van zielen gezegend heeft.
Men heeft vaak gezegd dat er niet over het leerstuk van de uitverkiezing mag worden gepreekt, omdat dit geen struikelblok mag zijn op de weg van zondaars die tot Christus komen. Toch kan ik ervan getuigen dat wij een grote menigte van zielen naar de Zaligmaker gebracht hebben zien worden en aan deze kerk hebben toegevoegd door preken over uitverkiezing, voorbestemming en over die andere grote waarheden waar velen van ons in geloven en zich over verheugen. Zij behoren zeker wel tot de scherpe pijlen van onze Koning.
Merk ook op waar de pijlen van de Koning naartoe vliegen. Zij doorboren alle het hart. ‘Uw pijlen zijn scherp en treffen het hart van de vijanden van de Koning.’ Sommigen van u zijn door een pijl in het hoofd geraakt. Wel, dat zou u doden als het een letterlijke pijl was. Maar als de pijlen van de Koning metaforisch gesproken het hoofd treffen – dat wil zeggen dat er een louter intellectuele instemming met de waarheid van het Evangelie is – dan zijn zij niet zo effectief als wanneer zij het hart treffen. Sommigen van u zijn door deze pijlen in uw benen geraakt, dat wil zeggen dat u naar boven bent gestrompeld om even te bidden. Toch is er niet zulk dodelijk werk verricht als wanneer de pijlen van de Koning het hart doorboren.
Als zij de zondaar daar raken, veroorzaken ze een dodelijke wond, want uit het hart zijn de uitgangen van het leven. (Spr. 4:23) O Heere, sla het hart van de zondaar! Dood zijn oude leven en geef hem nieuw leven. Dood hem als Uw vijand, maar laat hem leven als Uw vriend. Schiet Uw pijlen dwars door het hart dat de zonde liefheeft en U haat, door het hart dat dronkenschap liefheeft, dat de lust liefheeft, dat het breken van de sabbat liefheeft, dat het kwaad in welke vorm dan ook liefheeft. Dood dat hart, o Heere, en geef dan een nieuw hart en een standvastige geest!
Laat mij u eraan herinneren dat er een tijd komt waarop Christus in volle wapenuitrusting tot de strijd uit zal rijden. Dat is de tijd waarover we in Openbaring lezen: ‘En uit Zijn mond kwam een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf (…) En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.’ (Openb. 19:15,11) Dat zal iets vreselijks zijn voor allen die op die dag de vijanden van de Koning zijn.
Zijn pijlen zullen dan immers snel en scherp zijn om hen te doden. Verlang er maar niet naar dat die dag zal komen, onbekeerden, want voor u zal dat een dag van duisternis zijn en geen dag van licht. Voor degenen onder u die de Christus van God hebben veracht en verworpen, zal het een angstaanjagende dag zijn als Hij Zijn scherpe pijlen op de boog zal aanleggen, de boog zal spannen en u het hart zal doorboren. Waar wilt u vluchten voor de glans van Zijn alziend oog?
Omhoog naar de hoogste bergen zullen Zijn pijlen u achternavliegen. In de ongebaande woestijnen, in de dichtste wouden, ver weg op de machtige oceaan zullen Zijn pijlen u vinden. Probeer Hem niet te ontvluchten, maar vlucht naar Hem toe. Als iemand mij met een pijl en boog zou willen neerschieten, zou ik proberen hem in mijn armen vast te klemmen en hem tegen mijn hart drukken, want hoe zou hij me dan kunnen neerschieten? Nader op deze manier tot Christus. Ren niet voor Hem weg, maar ren naar Hem toe en sluit Hem aan uw hart en laat Hem nooit meer gaan.
Als u zich aan Christus overgeeft, zult u ontdekken dat Hij niet langer boos op u is. Hij is liefdevol en genadig. Het verheugt Hem om boetelingen aan Zijn hart te verwelkomen. O, dat Hij u in dit uur mocht ontvangen! Dat zal Hij, als u Hem slechts vertrouwt. Dan zult u Hem Zijn strijdwagen op een heel andere manier zien berijden. Wellicht zult u eerst bang van Hem zijn en vragen: ‘Heere, waarom bent U hier gekomen?’ Dan zal Hij antwoorden: ‘Ik ben gekomen om uw zonden met Mijn scherpe pijlen te slaan.’ Een voor een zal Hij ze op Zijn boog leggen en Hij zal op elke zonde schieten die Hij wil doden. Hij zal uw onheiligheid doden, uw eigengerechtigheid, uw vertrouwen in uzelf.
Al deze zonden zullen helemaal doorboord worden door Zijn pijlen, die nooit missen. Dan zal Hij op uw trots schieten en die zeker doden en u zo nederig als een klein kind maken. Hij zal schieten op uw liefde voor de wereld, Hij zal schieten op al uw genoegens die geen heilige genoegens zijn, op elke hartstocht en elk kwade neiging in u. Neer zullen ze vallen, alle gedood door Zijn scherpe pijlen. Dat zal een zegen voor u zijn als ze alle geslagen zijn, want wie zou een van deze vijanden van de Koning willen sparen? Sta liever op en help de Koning om hen te doden. U wilt toch immers geen ruimte geven aan hen die net zo goed uw vijanden zijn als de Zijne?
Ten slotte, zondaar, vertrouw de Zaligmaker. Hij stierf voor de zondaars terwijl Hij hun zonden in Zijn eigen lichaam aan het hout droeg. Hij stierf voor allen die Hem vertrouwen. Zij die Hem vertrouwen, zullen ontdekken dat Hij trouw en waarachtig is. Hij zal hen in Zijn Vaders huis thuisbrengen om altijd met Hem te wonen. O, dat wij allen in dat gezegende gezelschap zullen zijn! God geve het, om Jezus’ wil!
Amen.