En nu, kinderkens, blijft in Hem, opdat wanneer Hij zal geopenbaard zijn, wij vrijmoedigheid hebben, en wij van Hem niet beschaamd gemaakt worden in Zijn toekomst. 1 Johannes 2:28
O, het is mijn vurigste verlangen dat mijn lezers tot Christus komen. Ik doe mijn uiterste best om Christus te verhogen ‘zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft’ (Joh. 3:14). Ik smeek de mensen: Zie op Hem en leef! Er is geen zaligheid buiten het geloof in Jezus Christus. Hij heeft gezegd: ‘Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer’ (Jes. 45:22).
Als u op Jezus hebt gezien, dan is het mijn volgende verlangen dat u in Jezus Christus, de Vrijstad mag vinden. Ik zou u graag ‘mensen in Christus Jezus’ noemen. Mijn geliefden, u moet een levende, liefdevolle en blijvende vereniging met de Zoon van God hebben, want anders bent u niet behouden. Wat begint met het komen tot Christus, wordt gevolgd door een groeien in Hem uit de kracht van Zijn levenssappen, zoals de rank die in de wijnstok is ingeënt. U moet in Christus zijn, zoals een steen deel uitmaakt van een gebouw en zoals een lichaamsdeel deel uitmaakt van het lichaam.
Als ik goede hoop heb dat mijn lezers tot Christus zijn gekomen en in Christus zijn, dan ontstaat er in mijn hart een nieuw verlangen: dat zij in Hem zullen blijven. Mijn verlangen is dat u, ondanks de verzoekingen die op u af zullen komen, altijd aan Zijn voeten zult blijven; dat u, ondanks uw zondige natuur, uw Meester nooit zult verloochenen, maar Hem gelovig zult aankleven.
Denk aan de woorden: ‘Gelijk gij dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem’ (Kol. 2:6). O, dat u in Hem zou wortelen en groeien en altijd één met Hem zou zijn! Dan kan ik u op de dag van Zijn wederkomst ‘met zeer grote vreugde’ (Matth. 2:10) aan Hem voorstellen.
Ik wil nu dieper ingaan op deze derde opdracht van al Christus’ dienaren. Johannes zei: ‘Kinderkens, blijft in Hem’. Hoe aangenaam zullen deze woorden hebben gevloeid uit de mond en pen van deze geoefende knecht! Ik geloof dat Johannes hier zijn Meester nasprak, Die tegen Zijn discipelen had gezegd: ‘Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in de wijnstok blijft, alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft. … Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden’ (Joh. 15:4,7).
Jezus gebruikte graag het woord ‘blijven’ en het had ook een zoete klank gekregen voor de discipel ‘die Jezus liefhad’. Johannes gebruikte dit woord veelvuldig. Dat de Heere ons zou willen helpen deze heerlijke woorden te overdenken! Ja, dat Hij ze op onze harten zou willen schrijven en dat dit onderwijs in ons vervuld zou worden! We willen letten op de volgende punten:
1. Waartoe Johannes zijn lezers aanspoort: ‘blijft in Hem’;
2. Hoe hij hen aanspreekt: ‘kinderkens’;
3. Welke reden Hij noemt: ‘opdat wanneer Hij zal geopenbaard zijn, wij vrijmoedigheid hebben, en wij van Hem niet beschaamd gemaakt worden in Zijn toekomst’.
1. In Christus blijven
Laten we eerst zien waartoe Johannes hen aanspoort: ‘blijft in Hem’. Dit is een eenduidige boodschap, die echter zo veelomvattend is dat wij haar het beste van verschillende kanten kunnen belichten.
Blijven in de waarheid
Johannes bedoelde dat ze trouw moesten blijven aan het onderwijs van onze Heere. Dit weten we zeker, want kort daarvoor had hij gezegd: ‘Hetgeen gijlieden dan van den beginne gehoord hebt, dat blijve in u. Indien in u blijft wat gij van den beginne gehoord hebt, zo zult gij ook in de Zoon en in de Vader blijven’ (1 Joh. 2:24). Geliefden, u hebt tot zaligheid van uw ziel geloofd in de Heere Jezus Christus. U vertrouwt dat Hij de Zoon van God is, de aangewezen Middelaar en het toereikende
Offer voor uw zonde. Uw hoop komt voort uit een geloof in Christus, overeenkomstig Gods getuigenis. Blijf in de waarheid die u vanaf het begin hebt ontvangen, want dit woord is u tot zaligheid geworden. Het fundament van uw geloof is geen veranderlijke leer: u steunt op een zeker woord of getuigenis. De waarheid is, naar haar aard, vast en onveranderlijk.
U weet er nu meer van dan vroeger, maar de waarheid zelf is nog precies dezelfde en zal dat ook altijd blijven. Zorg ervoor dat u in die waarheid blijft. U zult erachter komen dat dat niet eenvoudig is, omdat u zelf zo wispelturig bent; maar door genade is het toch mogelijk.
U zult veel verzoekingen tegenkomen in de wereld om u heen. Er zijn mensen die altijd druk bezig zijn om te schudden aan het geloof van anderen, om zodoende de reputatie te krijgen dat ze heel slim en diepzinnig zijn. Sommigen vinden het een eervolle bezigheid om als christen altijd vragen te stellen, of, zoals Paulus het zei, om ‘altijd [te] leren en nimmermeer tot kennis der waarheid [te] komen’ (2 Tim. 3:7). Ze spannen zich in om twijfel te zaaien in mensen die gezegend zijn met een heerlijke zekerheid. Daarom zult u vaak uw fundament moeten beproeven. Soms zult u zich er bevend aan moeten vastgrijpen.
Geef daarom gehoor aan het woord van uw Heere: ‘blijft in Hem’. Blijf in de waarheid die u gelooft. Datgene wat u gerechtvaardigd heeft, zal u ook heiligen. Datgene wat u in zekere mate heeft geheiligd, zal u ook vervolmaken. Vestig uw hoop op niets anders dan op de eeuwige waarheid. Als een bouwsteen rust u op het fundament; blijf daar. Als een tak bent u ingeënt in de stam; blijf daar. Als een lid maakt u deel uit van het lichaam; blijf daar. Als u dat niet doet, dan is het met u gedaan.
Blijf in die heilige vorm waarin u eens gegoten bent. Laat niemand u verleiden met ijdele woorden, al zijn er vandaag de dag velen die, ‘(indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen zouden verleiden’ (Matth. 24:24). Laat de woorden van Jezus in u blijven. Geloof in datgene wat het middel is geweest tot uw levendmaking. Geloof de waarheid van harte en belijd haar in woord en daad. ‘Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft’ (Hebr. 10:35).
Op Hem alleen vertrouwen
Ten tweede bedoelde Johannes met de woorden ‘blijft in Hem’, dat ze hun vertrouwen alleen op Hem moesten blijven stellen. Toen er voor het eerst hoop in u kwam, toen vertrouwde u op Christus alleen. Ik geloof dat ik het eerste gebrabbel van uw kinderlijke geloof hoorde toen u zei: ‘Ik ben een arme zondaar, een niet en een nul; maar Jezus Christus is mij alles.’
In het begin had u geen ervaringen waarop u kon leunen en geen inwendige genaden waarop u kon steunen; u vertrouwde geheel op Christus en Zijn volbrachte werk. U steunde in het geheel niet op de werken van de wet, uw eigen gevoelens, uw eigen kennis of uw eigen beslissingen. Christus was alles. Weet u niet meer hoe u vroeger anderen voorhield dat het evangeliegebod luidt: ‘geloof alleenlijk’ (Mark. 5:36)? U riep hun toe: ‘Vertrouw op Jezus. Werp het anker overboord. In Hem is alles wat u nodig hebt.’
Nu, geliefden, hebt u ervaringen; dank God ervoor. Nu hebt u de gaven van de Geest; dank God ervoor. Nu kent u de dingen van God door het onderwijs van de Heilige Geest; wees dankbaar voor die kennis. Bedroef uw Zaligmaker echter niet, door uw ervaringen, uw genaden of uw kennis die plek te geven die Hij alleen mag krijgen. Toen kon u kinderlijk vertrouwen; doe dat ook nu.
Als u de indruk hebt dat u op weg bent naar de volmaaktheid, pas er dan voor op dat u zichzelf niet zomaar wat aanpraat. En als u echt op weg bent naar de hemel, verwar uw vervolmaking dan niet met Zijn volmaaktheid, of uw groei in de genade met de grond die Hij voor u heeft gelegd in Zijn bloed en gerechtigheid. ‘Blijft in Hem.’
Jezus is het goede Schip dat u bent binnengegaan, om u veilig door Hem naar de gewenste haven te laten brengen. Blijf aan boord. Probeer niet net als Petrus op het water te gaan lopen. Ga ook niet op eigen krachten zwemmen, maar blijf in Hem; dan zult u elke storm kunnen trotseren. Alleen als u blijft bij het eerste kinderlijke vertrouwen in het volmaakte werk van de Heere Jezus, dan kunt u vrede en heil verwachten. ‘Gij zult allerlei vrede bewaren, want men heeft op U vertrouwd’ (Jes. 26:3).
Leven voor Christus
Blijf bovendien in de Heere Jezus Christus door altijd voor Hem te leven. Leeft u uit Christus? Leef dan ook voor Christus! Sinds u erop vertrouwt dat Christus voor u is gestorven, bent u in Hem gestorven opdat uw leven vanaf dat moment aan Hem gewijd zou zijn. U bent niet van uzelf, maar u bent van Christus, en van Christus alleen. Het eerste doel van uw leven is Hem te eren en te dienen, Die u heeft liefgehad en Zichzelf voor u heeft overgegeven (Gal. 2:20).
U hebt geen rijkdom, eer of genot nagevolgd, maar u hebt Jezus gevolgd. Zorg er dan voor dat u in Hem blijft door Hem altijd te dienen. ‘Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vieses en de begeerlijkheid der ogen en de grootsheid des levens, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij en haar begeerlijkheid; maar die de wil van God doet, blijft in der eeuwigheid’ (1 Joh. 2:15-17).
U kunt met vrijmoedigheid voortgaan op de weg die u bent ingeslagen, want u bent op de goede weg. De kroon die aan het einde van de loopbaan ligt te schitteren, is het meer dan waard dat u er hard voor loopt. U kunt geen edeler motief hebben dan de dringende liefde van Christus. Het mooiste leven is een leven voor Christus.
Blijf daarom in Hem. Ook als de Heere uw omstandigheden verandert, blijf toch voor Hem leven. Hebt u voorspoed, ga met Christus. Ervaart u tegenspoed, Christus zal met u zijn. Bent u gezond, wees ernstig en leef voor Christus. Ligt u op een ziekbed, wees geduldig en leef voor Christus. Als u uw werk mag doen, doe het dan met blijdschap voor Jezus. Als Hij u vraagt thuis te blijven, onderwerp u dan geduldig aan Jezus. Laat alles voor Hem zijn. Voor u betekent ‘excelsior’ een steeds heerlijker, een steeds hemelser leven.
Gehoorzaam blijven Wij zullen ook begrijpen dat wij, als we in Hem blijven, ook moeten volharden in de gehoorzaamheid aan onze Heere. Het volgende vers is: ‘Indien gij weet dat Hij rechtvaardig is, zo weet gij dat een iegelijk die de rechtvaardigheid doet, uit Hem geboren is’ (vers 29). Als de Heere u iets vraagt te doen, volhard daar dan in.
Noem niemand uw ‘Meester’, maar onderwerp in alles uw gedachten, uw woorden en uw daden aan de regel van de Heere Jezus. Gehoorzaam Hem door Wiens gehoorzaamheid u gerechtvaardigd bent. Wees precies en stipt in de uitvoering van Zijn geboden. Als anderen u maar een muggenzifter vinden, trek u dan niets van hen aan, maar blijf in Hem. De wet van de Meester is altijd bindend voor al Zijn discipelen en hun hart wijkt van Hem af als zij van Zijn wet afdwalen.
Gehoorzaamheid aan het gebod is niet minder tot eer van Christus dan geloof in de leer. Als u altijd eerlijk bent, wees het dan ook nu. Wees heel nauwkeurig in uw betalingen. Was u in het verleden vriendelijk en gul, wees dan ook nu vriendelijk en gul; de wet van uw Heere is liefde. Hebt u in het verleden de Heere Jezus stipt nagevolgd, wees dan in de toekomst daarin nog nauwgezetter. Zoek geen ander voorbeeld; bid dat de Heilige Geest hetzelfde in u wil werken. U bent een soldaat van Christus; het woord van uw Bevelhebber is wet.
‘Blijft in Hem.’ Ik weet dat u er in deze wereld misschien rijker van wordt als u niet naar Hem luistert: sommigen verrijken zich door te zondigen. Ik weet dat u misschien vervolgd zult worden als u uw Heere nauwgezet navolgt. Aanvaard die vervolging echter met blijdschap en verheug u erin om voor Zijn Naam te lijden. Ik weet dat er velen zijn die zeggen datje omwille van de vrede maar beter compromissen kunt sluiten met valse dogma’s en wereldse praktijken, maar u weet wel beter. Uw opdracht is het Lam te volgen, waar Het ook heengaat. Dit bedoelde de apostel toen hij zei: ‘Blijft in Hem.’
Een levende vereniging met Christus
Ik ben echter nog niet helemaal klaar met mijn uitleg. Blijf in de levende vereniging met uw Heere. Al het leven dat u heeft, komt van Hem; zoek geen ander leven. U
bent geen christen als Jezus voor u niet de Christus Gods is. Voor God leeft u niet als u niet één bent met de opgestane Heere. U zult niet zalig worden als Hij uw Zaligmaker niet is en u bent niet rechtvaardig als Hij uw gerechtigheid niet is. U hebt niet het minste hemelse verlangen en goddelijke leven in u, buiten datgene wat Hij u elke dag schenkt. Blijf in deze levende vereniging. Probeer geen onafhankelijk leven te leiden. Blijf van dag tot dag in Hem, in volkomen afhankelijkheid van het leven dat Hij u geeft.
Christus uw Leidsman
Laat Christus de Leidsman zijn in uw leven. Het hoofd bestuurt het hele lichaam. Het signaal om de hand op te heffen, de vingers te spreiden, een vuist te maken, de arm te laten zakken, is afkomstig uit de hersenen, het hoofdkwartier van de ziel. Blijf in uw Heere door Hem te erkennen als uw Hoofd. Wees in al uw doen en laten afhankelijk van Hem, Die uw Hoofd is (Ef. 4:15). Een gezond lichaam stribbelt niet tegen als de hersens een opdracht naar een van de ledematen sturen. Wees zelf ook op deze wijze gehoorzaam aan uw Hoofd.
Er is geen strijd tussen de hand en de voet, omdat ze beide in het hoofd blijven. Ze worden zonder kracht en geweld aangestuurd. Als onze benen volkomen onafhankelijk zouden zijn en niet hoefden te luisteren naar het hoofd, wat zouden wij dan vreemd lopen! Hebt u wel eens iemand gezien die de controle over zijn spieren is kwijtgeraakt en ongecontroleerd met zijn armen en benen zwaait? Zoiets is verdrietig om te zien; wij weten dat zo iemand ernstig ziek is. Verlang er toch niet naar om zonder wet te zijn. ‘Dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Christus Jezus was’ (Fil. 2:5). Blijf ook in dit opzicht in Hem!
Als een vis in het water
Blijf in Christus om in leven te blijven. Laat u door Hem omringen, zoals de lucht u van alle zijden omringt. Blijf in Christus zoals een vis, van het kleinste sprotje tot de grootste walvis, in de zee blijft. Een vis wil niet op het droge; hij zou zonder water niet kunnen leven. Ik smeek u, blijf uit de buurt van de wereld en de zonde, want een christen kan daarin niet leven – Christus is uw leven. In de Heere Jezus Christus is genoeg ruimte voor u, want Hij is de oneindige God. Verlaat Hem onder geen enkele voorwaarde. Zoek geen vermaak buiten Christus, want dat zal fataal zijn. Heb geen verlangens en wensen buiten uw Heere. Laat Hem een lijn om u heen trekken en blijf binnen die cirkel.
Thuis in Hem
Blijf in Hem, want in Hem bent u thuis. Wat een rijke betekenis ligt er in deze woorden: ‘thuis zijn in Christus’. Toch wordt ook dit bedoeld met de woorden: ‘Blijft in Hem.’ Ik sprak pas een vriend die een mooi huis had gekocht met een grote tuin. Hij zei: ‘Ik voel me nu eigenlijk pas thuis. Ik heb jaren in Londen gewoond en ben daar de ene na de andere keer verhuisd zonder dat het me iets deed. Ik deed het net zo makkelijk alsof ik overstapte naar een andere bus. Maar ik heb altijd terugverlangd naar dat gevoel dat ik had bij het huis van mijn vader op het platteland.
Alles had een bijzonder plekje in ons hart: de gezellige kamers, het mooie uitzicht, de keukenkastjes. Ook de tuin en het veld betekenden veel voor ons. Ik herinner me die struik waar een roodborstje een nest had gemaakt en die boom met het merelnest. We wisten waar de snoek zat in de vijver, waar de schildpad zich had ingegraven voor de winter en waar de eerste bloemen opkwamen in de lente. Er is een heel groot verschil tussen een huis en een thuis.’ Dat bedoelde Johannesook toen hij zei dat we in Christus moeten blijven. Wij moeten Hem niet af en toe een bezoek brengen, maar wij moeten in Hem wonen.
Ga niet de ene dag naar Jezus en de volgende dag naar de wereld. Wees niet als een huurder die de ene dag komt en de andere dag weer gaat, maar blijf in Hem. Mijn vriend had het over het overstappen van de ene naar de andere bus. Ik ben bang dat sommige mensen van Christus overstappen naar de wereld, zodra de zondag voorbij is en het maandag wordt. Zo mag het niet zijn.
Zeg met Mozes: ‘Heere, Gij zijt ons een Woning geweest van geslacht tot geslacht’ (Ps. 90:1, Eng. vert.) Heere, Uw kruishout is het dak waaronder de liefde woont. Al onze goederen worden omringd door de doornhaag van Uw lijdende liefde. Wij zijn geen pachters met een huurcontract, maar hebben een volledig eigendomsrecht op U. Heere Jezus, alleen in U zijn wij thuis; in U wonen wij. Waar wij verder ook wonen, wij zullen toch eenmaal moeten verhuizen. Wat wij verder ook hebben, we zullen het eenmaal verliezen of achterlaten. Maar U blijft altijd Dezelfde; U kunt niet veranderen. Wat een troost om onze Heere Zelf als Woning te hebben voor de tijd en voor de eeuwigheid!
Ik geloof dat ik steeds dichter bij de volledige betekenis van de tekst kom. ‘Blijft in Hem’ betekent: houd u vast aan Hem, leef in Hem, put al uw kracht uit Hem, kom tot rust in de gemeenschap met Hem. Zeg: ‘Mijn ziel, keer weder tot uw rust, want de HEERE heeft aan u welgedaan’ (Ps. 116:7).
Bij Hem blijven
Waarom spoort Johannes ons aan om in Hem te blijven? Is het dan mogelijk dat wij bij Hem vandaan gaan? Ja, want in ditzelfde hoofdstuk schrijft Johannes over afvalligen, die van discipelen veranderd waren in antichristen. Van hen wordt gezegd: ‘Zij zijn uit ons uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zo zouden zij met ons gebleven zijn’ (1 Joh. 2:19). Blijf dan in Hem en dwaal niet af, zoals al zoveel belijdende christenen hebben gedaan. De Zaligmaker vroeg eens aan Zijn apostelen: ‘Wilt gijlieden ook niet weggaan?’ Zij reageerden hierop met een wedervraag: ‘Heere, tot wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens’ (Joh. 6:67-68). Ik hoop dat u er zo’n diep besef van hebt dat Hij de woorden des eeuwigen levens heeft, dat u er niet over peinst om ergens anders heen te gaan.
U zegt: ‘Blijkt uit deze waarschuwingen nu dat Gods kinderen hun Heere kunnen verlaten en alsnog verloren kunnen gaan?’ Ik antwoord: ‘Nee!’ Let goed op de context van deze woorden. Kijk maar eens naar het vers dat voorafgaat aan onze tekst. Wat staat daar? ‘En gelijk zij u geleerd heeft, zo zult gij in Hem blijven’ (1 Joh. 2:27). De tekst gaat direct verder met: ‘En nu, kinderkens, blijft in Hem.’ Aan degenen die in Christus zijn, wordt dus beloofd dat zij in Hem zullen blijven.
Deze belofte maakt het gebod van onze tekst niet overbodig. De Heere behandelt ons als redelijke wezens, niet als stokken en blokken. Hij zorgt voor de vervulling van Zijn eigen belofte dat wij in Hem zullen blijven, door ons Zijn heilige gebod op het hart te drukken. Daarom gebiedt Hij ons in Hem te blijven. Hij bereikt Zijn doel door middel van hartveroverend en overtuigend onderwijs. Wij blijven niet in Christus door een natuurwet, zoals een massa ijzer op de aarde blijft staan, maar door een geestelijke wet: de grootheid en goedheid van Gods liefde verbindt ons aan de Heere.
U hebt de garantie dat u in de verbondsrelatie met Christus zult blijven: ‘En Ik zal een eeuwig verbond met hen maken, dat Ik van achter hen niet zal afkeren, opdat Ik hun weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, dat zij niet van Mij afwijken’ (Jer. 32:40). Wat een rijke belofte is dat! U moet ervoor zorgen dat u in Christus blijft alsof alles van u afhing; en toch kunt u in de verbondsbelofte zien dat de werkelijke reden waarom u in Christus blijft, gelegen is in Zijn onveranderlijke liefde en genade.
De Heilige Geest is onze blijvende Helper
Bovendien, geliefden, als u in Christus Jezus bent, dan is de Heilige Geest u gegeven. Hij zal u in staat stellen om in Hem te blijven. Lees het hele vers eens dat aan onze tekst voorafgaat: ‘En de zalving die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in u, en gij hebt niet van node dat iemand u lere; maar gelijk dezelve zalving u leert van alle dingen, zo is zij ook waarachtig en is geen leugen; en gelijk zij u geleerd heeft, zo zult gij in Hem blijven’ (1 Joh. 2:27).
De Heilige Geest heeft de waarheid in uw hart gelegd en heeft haar een dierbare plek in het diepst van de ziel gegeven. Door die zalving heeft de waarheid u zo doortrokken, dat u haar niet kunt opgeven. Heeft uw Heere niet gezegd: ‘Het water dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven?’ (Joh. 4:14)
U ziet dus dat datgene wat in de ene tekst wordt geboden, op een andere plaats wordt beloofd. Gods bevelen hebben een belangrijke functie voor Zijn volk.
Wanneer Hij u gebiedt in Hem te blijven, dan zorgt Hij ervoor dat u, door middel van Zijn gebod, tot Zijn eer in Hem blijft.
2. Kinderen
Let er ten tweede op hoe Johannes deze gelovigen aanspreekt. Hij zegt: ‘En nu, kinderkens.’ Dit wijst erop dat de apostel hen liefhad. Johannes is heel oud geworden. Men zegt dat ze hem op hoge leeftijd nog de gemeente indroegen en dat hij, toen hij niets anders meer kon, alleen nog zijn hand ophief en zei: ‘Kinderkens … laat ons elkander liefhebben’ (1 Joh. 4:4,7). Om te laten zien hoe lief hij hen had, noemde hij hen ‘kinderkens’. Vanuit zijn hartelijke bewogenheid kon hij hun geen grotere zegen toewensen dan dat zij in Christus zouden blijven.
Een gezonde relatie met de Heere
Door hen ‘kinderkens’ te noemen, herinnert Johannes hen aan hun liefdevolle relatie met hun Vader in de hemel. Jullie zijn kinderen van God, maar jullie zijn nog maar kleine kindertjes. Loop niet weg uit het huis van jullie Vader en veracht de liefde van jullie oudste Broeder niet. Omdat jullie nog maar kleine kinderen zijn, kunnen jullie nog niet zelfstandig op reis. Blijf daarom thuis, dicht bij de Heere.
Wijst hij met dit woord ook niet op hun zwakheid? Zelfs al zouden jullie allemaal groot en sterk zijn, dan zou het nog niet slim zijn om met zijn allen naar een vreemd land te gaan. Maar omdat jullie zo jong zijn, zo afhankelijk, zo zwak, daarom is het zo belangrijk dat jullie in Hem blijven. Zou een baby zijn moeder verlaten? Wat kunnen jullie toch beginnen zonder God? Is Hij niet jullie leven, is Hij niet alles voor jullie?
Zinspeelt de apostel ook niet op hun wispelturigheid? Jullie zijn zo veranderlijk, net kleine kinderen. Jullie doen van alles en rollen van het ene in het andere. Maar, kinderen, al zijn jullie zo, wees in één ding heel trouw – blijf in jullie Zaligmaker. Ga je niet anders opstellen tegenover jullie Verlosser. Geef jezelf volledig over aan Hem en Zijn eeuwige verbond, dat nooit zal wankelen. Wees voor eeuwig de Zijne.
Elke dag afhankelijk
Herinnert dit hen er niet aan dat ze elke dag afhankelijk zijn van de zorg van de Heere, zoals kinderen afhankelijk zijn van hun ouders? Lieve kinderen, de Heere moet jullie verzorgen. Hij voedt jullie met de onvervalste melk van het Woord. Hij troost jullie zoals een moeder haar kind troost. Hij draagt jullie in Zijn armen. Hij verdraagt jullie je leven lang. Jullie zijn nog zwak en kunnen nog niet zo veel hebben; ga niet alleen de kou in, maar blijf dicht bij Jezus. Kinderen, jullie hebben Jezus
zo hard nodig; blijf daarom in Hem. Als je van Hem weggaat, dan verdwaal je in de wildernis. De wereld is leeg; alleen in Christus is een volheid. Als je Jezus verlaat, dan zul je wegkwijnen als een kind dat door zijn moeder is verlaten. Dan zul je als een lammetje zijn dat zijn herder kwijt is en dat achtervolgd wordt door een wolf, die hem niet lang daarna aan stukken zal scheuren. Kind, blijf bij je moeder! Lammetje, blijf bij je herder!
Alle gelovigen zijn hierin begrepen
Deze beschrijving van Johannes is op ons allemaal van toepassing. De geliefde apostel Johannes noemt ons ‘kinderkens’ – niemand van ons is veel meer dan dat. Wij zijn niet zo bijzonder slim als sommigen van onze naasten. Wij zijn niet zulke knappe en scherpzinnige wetenschappers als zij. Ook hebben wij niet zo’n indrukwekkend moreel besef als zij.
Wij zijn maar zwak en durven veel minder te ondernemen dan zij. Laat de mensen van de wereld maar zien welke weg zij inslaan; wij willen in Christus Jezus blijven omdat wij geen andere veilige schuilplaats kennen. Zij kiezen voor de zee van speculatie; onze bootjes blijven veilig aan wal. Voor ons is het echter een grote troost dat de Heere aan kinderen heeft geopenbaard, wat voor de wijzen en verstandigen verborgen blijft (Matth. 11:25). Alleen als we als een kind worden, zullen we het Koninkrijk der hemelen ingaan.
Kleef de Heere Jezus aan in uw zwakheid, in uw wispelturigheid, in uw nietigheid. Laat Hem altijd alles voor u zijn. ‘De konijnen zijn een machteloos volk, nochtans stellen zij hun huis in de rotssteen’ (Spr. 30:26); volg hun voorbeeld na, kinderen. Verberg u in de kloven van de Rots der eeuwen en laat u onder geen enkele voorwaarde uit uw vesting lokken. U bent geen leeuw, die in eigen kracht zijn vijanden wel weet te verslaan; u bent maar een klein konijntje en het is veel verstandiger om u te verschuilen dan om te vechten. ‘Kinderkens, blijft in Hem.’
3. Vrijmoedigheid
Ik ben nu toegekomen aan mijn laatste gedachte. Dit is het belangrijkste punt, want dit is de stoom die de motor aandrijft. We zullen nu zien welke reden Johannes noemt voor deze heerlijke, noodzakelijke plicht van het blijven in Christus.
Kijk goed naar de tekst, want er staat een klein woordje in dat heel belangrijk is. De apostel noemt een motief waarbij hij zichzelf insluit. Lees maar eens mee: ‘En nu, kinderkens, blijft in Hem, opdat wanneer Hij zal geopenbaard zijn, [jullie] vrijmoedigheid hebben.’ Nee, nee. Kijk nu eens naar dat kleine woordje. Er staat: ‘opdat … wij vrijmoedigheid hebben’. De apostel Johannes had ook vrijmoedigheid nodig bij de wederkomst van de Heere – en die vrijmoedigheid moest uit dezelfde Bron komen als waarheen hij zijn ‘kinderen’ wees. Zij moesten in Christus blijven om vrijmoedigheid te krijgen – en zelfs deze geoefende apostel moest dit doen. Hoe wijs, hoe mooi is het dat hij zichzelf in deze zaak op één lijn met hen stelt!
Uit Jezus
Let er vervolgens op dat het motief wordt geput uit Jezus. Johannes dreef de gelovigen niet voort met de zweep van de wet, maar hij trok hen met touwen van liefde (Hos. 11:4). Ik zie niet graag dat Gods kinderen worden gegeseld met roeden die gemaakt zijn van de doornen van de Sinai. Wij zijn niet op de berg Sinaï, maar op de berg Sion. Als iemand mij om de oren slaat met de wet, dan stribbel ik tegen als een stier die niet gewend is aan het juk. En terecht, want ‘wij zijn niet onder de wet, maar onder de genade’ (Rom. 6:15). De drijfveer van een vrijgeboren erfgenaam van de hemel is gelegen in de genade, niet in de wet; in Jezus, niet in Mozes. Christus is niet alleen ons Voorbeeld, maar ook ons Motief. Geprezen zij Zijn naam!
Christus’ wederkomst – twee perspectieven
In zijn motivatie verwijst Johannes naar de verwachte wederkomst van onze Heere. Let erop hoe hij het zegt. Hij verwoordt het op twee verschillende manieren: ‘wanneer Hij zal geopenbaard zijn’ en ‘bij Zijn komst’ (Eng. vert.; SV: ‘in Zijn toekomst’). We kunnen op twee manieren naar de wederkomst kijken: ten eerste als de openbaring van iemand die hier al is maar nog verborgen is; en ten tweede als de komst van iemand die afwezig is.
Wat de eerste uitleg betreft, wij weten dat onze Heere Jezus Christus bij Zijn Kerk is. Dat heeft Hij Zelf gezegd: ‘En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld’ (Matth. 28:20). Maar al is Hij geestelijk aanwezig, Hij is voor het oog niet zichtbaar. Plotseling zal onze Heere geopenbaard worden. De geestelijke en verborgen aanwezigheid van Christus zal op de dag van Zijn wederkomst overgaan in een zichtbare en openbare aanwezigheid.
Johannes gebruikt ook de woorden: ‘bij Zijn komst’. Hiermee zegt hij hetzelfde, maar vanuit een ander perspectief. In zekere zin is onze Heere afwezig: ‘Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft’ (Matth. 28:6). Hij is naar de Vader gegaan. In dat opzicht zal Hij ‘ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen die Hem verwachten tot zaligheid’ (Hebr. 9:28). ‘Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren’ (Hand. 1:11).
De tekst belicht de wederkomst dus vanuit verschillende invalshoeken. Beide perspectieven op de heerlijke openbaring van onze Heere voert Johannes als een reden aan om in Hem te blijven.
Vrijmoedigheid, het loon op het blijven
Met het oog op de wederkomst van onze Heere wil Johannes dat wij in Christus blijven, zodat wij vrijmoedigheid zullen hebben als Hij wederkomt. Vrijmoedigheid bij Zijn wederkomst is de grote beloning op het blijven in Christus.
De apostel noemt de openbaring van Christus als het voornaamste motief. Er zullen duizend dingen gebeuren bij de wederkomst, maar Johannes noemt er niet één van. Hij zegt niet dat dit iets is om naar te verlangen, opdat wij vrijmoedigheid hebben wanneer we staan op de puinhopen van deze wereld; wanneer de sterren als herfstbladeren uit de hemel vallen; wanneer de zon in duisternis wordt veranderd en de maan in bloed; wanneer de graven worden geopend en de doden opstaan; wanneer de hemelen, door vuur ontstoken, zullen vergaan en de elementen brandend zullen versmelten; of wanneer de aarde en de werken die daarin zijn, zullen verbranden.
Dit zullen bange tijden zijn, dagen van angst en verschrikking. Geen van deze dingen noemt hij hier echter, maar hij neemt dit alles samen door naar dit ene feit te verwijzen: ‘de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus’ (Tit. 2:13).
Hij verlangt dat wij vrijmoedigheid zullen hebben als Christus plotseling verschijnt. Wat bedoelt Johannes met vrijmoedigheid ‘wanneer Hij zal geopenbaard zijn’? Dit: als u in Hem blijft zolang u Hem niet ziet, zult u veel vrijmoedigheid hebben als Hij Zich plotseling openbaart. Voordat Hij Zich openbaart, hebt u in Hem gewoond en heeft Hij in u gewoond; waar zou u dan bang voor hoeven te zijn? Als u door het geloof een levendig besef van Hem hebt, dan wordt u niet overrompeld als Hij plotseling waarneembaar wordt voor uw zintuigen. Dan bent u niet verbijsterd maar blij.
U bent blij dat u dan eindelijk datgene zult kunnen genieten waarnaar u al zo lang had verlangd. U zult dan uw Vriend zien, Die u al zo lang kende. Geliefden, ik vertrouw erop dat sommigen van ons zo’n leven kennen, dat ze niet bang zouden zijn als onze Heere Zich plotseling zou openbaren. Wij hebben altijd al geloofd dat Hij bij ons is – al is Hij onzichtbaar – en wij zullen ons niet opeens heel anders gaan gedragen als Hij achter het gordijn vandaan stapt en in het volle licht verschijnt.
Als de Heere Jezus nu naast ons zou staan, dan zouden wij ons herinneren dat Hij vroeger ook bij ons was en dat wij in Zijn tegenwoordigheid hebben geleefd. Dan zouden wij alleen maar meer zekerheid hebben over datgene wat wij eerder door het geloof al wisten. Wij zouden onze Heere met vrijmoedigheid, vrijheid, zekerheid en blijdschap aanschouwen.
Wij zouden ons direct thuis voelen bij Hem. De gelovige die in zijn Heere blijft, zal hooguit even schrikken als zijn Heere Zich plotseling openbaart. Als hij zijn Heere nu dient, dan zal hij Hem ook dan blijven dienen. Hij heeft Hem nü lief en zal Hem ook dan liefhebben. Omdat Hij dan een helderder zicht heeft op Christus, zal hij zich nog inniger met Hem verbonden weten.
Het Griekse woord parresia – hier vertaald met ‘vrijmoedigheid’ – betekent ‘vrijheid om te spreken’ of ‘openhartigheid’. Als onze goddelijke Heere nu zou verschijnen, dan zouden wij niet met onze mond vol tanden staan van angst, maar dan zouden wij Hem met blijdschap verwelkomen. Als wij onze Heere verlaten, dan beroven wij ons van die onverbloemdheid, maar als wij Hem aankleven, behouden wij onze vrijmoedigheid.
Nu spreken wij tot Hem in het verborgene, en Hij spreekt terug tot ons. Als Hij wederkomt, dan zullen wij niet anders dan met liefde tot Hem spreken. Ik preek veel over mijn Heere, al zie ik Hem niet, maar ik zal mij voor deze waarheden niet schamen als Hij Zich openbaart. Als mijn Heere en Meester op dit ogenblik in Zijn heerlijkheid zou verschijnen, dan zou ik Hem vrijmoedig al mijn preken overhandigen als bewijs dat ik niet van Zijn waarheid ben afgeweken, maar met mijn hele hart in Hem ben gebleven.
Er is veel aan mij te verbeteren, maar er is niets te verbeteren aan het Evangelie dat ik preek. Ik ben bereid om met dit Evangelie te leven, te sterven en mijn Heere te ontmoeten, zelfs al zou Hij vandaag wederkomen.
O geliefden, als u in Christus bent, zie er dan op toe dat u in Hem blijft, opdat u Hem, als Hij plotseling wederkomt, met vrijmoedigheid kunt ontmoeten. Als wij in Christus blijven en Hij openbaart Zijn heerlijk aangezicht, dan zullen wij verrukt zijn; ons vertrouwen in Hem zal groter worden, wij zullen nog vrijer met Hem kunnen omgaan en onze vreugde zal volmaakt zijn.
Heeft Hij niet voor ons gebeden dat wij bij Hem zouden zijn en Zijn heerlijkheid zouden aanschouwen (Joh. 17:24)? Hoe zouden wij dan bang kunnen zijn voor het antwoord op Zijn liefdevolle gebed? Als u in Christus blijft, dan zal de openbaring van Christus ook uw openbaring zijn; dat zal een vreugdevolle en geen angstige zaak zijn.
Geliefden, als u niet in Hem blijft, dan zult u geen vrijmoedigheid hebben. Als ik zou schipperen met de waarheid en als mijn Heere dan zou verschijnen, zou ik Hem dan met vrijmoedigheid kunnen ontmoeten? Als ik, om mijn reputatie hoog te houden of om als een ruimdenkend mens te worden beschouwd, het Evangelie naar mijn hand zou zetten, hoe zou ik dan mijn Meester vrijmoedig onder ogen kunnen zien?
Hebt u uw Meester niet gediend? Hebt u rijkdom hoger geacht dan godzaligheid, en vermaak dan heiligheid? Als Hij nu plotseling in heerlijkheid zou verschijnen, hoe veel vrijmoedigheid zou u dan hebben om Hem te ontmoeten?
Niet beschaamd bij Zijn wederkomst
Iemand vroeg eens aan een kind van God: ‘Als de Heere nu zou verschijnen, hoe zou u zich dan voelen?’ Hij antwoordde: ‘Mijn broeder, ik zou niet bang zijn; maar ik denk wel dat ik beschaamd zou zijn.’ Hij bedoelde dat hij niet bang was voor het oordeel, maar hij schaamde zich als hij eraan dacht hoe weinig hij had gedaan voor
zijn Heere. In dit geval ging het om pure ootmoed. Ik bid dat niet alleen uw angst wordt weggenomen, maar dat u zó in Hem blijft, dat u ook niet ‘beschaamd gemaakt [zult] worden in Zijn toekomst’.
Een ander aspect van dit ‘niet beschaamd gemaakt worden in Zijn toekomst’ is dat er mensen zullen zijn die geleefd hebben alsof Hij niet bestond. Zij zullen zeker beschaamd gemaakt worden als Hij plotseling voor hen staat. Wat zal het zijn om door Hem verstoten te worden, om voor eeuwig te schande gemaakt te worden? Ook voor zulke mensen ligt er een waarschuwing in onze tekst.
Wat hebt u gedaan toen Hij weg was? Deze vraag zal aan de dienaar worden voorgelegd als zijn Heere terugkomt. U bent achtergebleven in Zijn huis om ervoor te zorgen, terwijl Hij op reis is naar een ver land. Als u Zijn dienaren hebt geslagen, en gegeten en gedronken hebt met de dronkaards, dan zult u zich flink moeten schamen als Hij terugkomt.
Zijn komst op zich zal al een oordeel zijn. ‘Maar wie zal de dag Zijner toekomst verdragen? En wie zal bestaan als Hij verschijnt?’ (Mal. 3:2) Gezegend de mens die, met al zijn gebreken, door genade zó geheiligd is dat hij niet beschaamd zal worden als Zijn Heere terugkomt. Wie is dat? Dat is degene die geleerd heeft in Christus te blijven.
Bereid u voor
Hoe moeten we ons voorbereiden op Christus’ komst? Door de profetieën te bestuderen? Ja, als u genoeg kennis hebt om ze te kunnen begrijpen. Sommigen zullen misschien in hun enthousiasme zeggen: ‘Moet ik me niet eens een maand terugtrekken uit deze zondige wereld om me voor te bereiden op de wederkomst?’ Dat mag u doen als u daar zin in hebt, en dat zult u ook vast doen als u lui bent. Maar de Schrift wijst ons een andere weg: ‘Blijft in Hem’.
Als u blijft in het geloof in Hem, Zijn woorden bewaart. Zijn voorbeeld navolgt en Hem tot uw Woning verkiest, dan kan uw Heere terugkomen wanneer Hij wil, en dan zult u Hem met blijdschap verwelkomen. De wolk, de grote witte troon, het bazuingeschal, de hemelse dienaren, het beven van de schepping, het oprollen van het heelal als een versleten doek – u zult nergens bang voor hoeven zijn, omdat u niet beschaamd zult worden bij Zijn wederkomst.
Wees altijd bereid
Het tijdstip waarop Christus zal wederkomen is niet bekend (zie Matth. 24:36). Niemand weet wanneer Hij terugkomt. Wees waakzaam, wees altijd bereid, zodat u niet beschaamd zult worden bij Zijn wederkomst. Mag een christen opgaan in werelds gezelschap en vermaak? Zou hij niet beschaamd worden als zijn Heere hem zo zou aantreffen te midden van de vijanden van het kruis? Ik durf niet naar plaatsen te gaan waarvoor ik me zou schamen als mijn Heere plotseling zou wederkomen.
Mag een christen ooit in woede uitbarsten? Stel dat zijn Heere hem zo zou aantreffen, zou hij zich dan niet moeten schamen? Iemand zegt over een ander: ‘Ik vergeef het haar nooit; zij komt bij mij de deur niet meer in.’ Zou zij niet beschaamd worden als de Heere Jezus haar zo onverzoenlijk aantrof? O, blijf in Hem en laat nooit iets toe in uw leven waardoor Hij niet welkom zou zijn!
Geliefden, wees zo trouw en toegewijd dat uw Heere elke dag welkom zou zijn. Doe uw werk en blijf in Hem. Dan zal Zijn wederkomst u tot grote blijdschap zijn. Nooit zijn wij geschikter om onze Meester te ontmoeten, dan wanneer wij trouw Zijn werk doen. Het heeft geen zin om u vroom voor te doen. Iemand die in Christus blijft, draagt altijd kleren van heerlijkheid en schoonheid. Hij is altijd bereid om met zijn Heere naar de bruiloft te gaan als het geroep te middernacht wordt gehoord. Blijf in Hem, dan kan niemand u beschaamd maken. ‘Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods?’ (Rom. 8:33)
Hij komt. Hij is onderweg. Hoort u het geruis van de wagenwielen niet? Hij is hier misschien wel voordat de zon ondergaat. ‘Daarom, zijt ook gij bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen’ (Matth. 24:44). Terwijl de wereld eet en drinkt, trouwt en ten huwelijk uitgeeft, zal Hij de goddelozen tenietdoen. Wees daarom elke dag waakzaam, zodat de wederkomst u niet zal overvallen.
Wat zal het zijn om samen met al Gods kinderen opgenomen te worden in de wolken, om de Heere te ontmoeten! Wat zal het zijn om Hem te zien verschijnen in de heerlijkheid van de Vader en al Zijn heilige engelen met Hem! Wat zal het zijn om Hem in heerlijkheid te zien regeren op aarde! En wat betreft het oordeel over de wereld: ‘Weet gij niet dat de heiligen de wereld oordelen zullen? … Weet gij niet dat wij de engelen oordelen zullen?’ (1 Kor. 6:2-3) Wij zullen Christus bijstaan in het oordeel en ‘de God des vredes zal de satan haast onder [onze] voeten verpletteren’ (Rom. 16:20).
Niets dan heerlijkheid wacht ons als wij in Christus blijven. Zie er daarom op toe dat uw kleding onbevlekt, uw lendenen omgord, uw lampen gereed en uw lichten brandende zijn. Zie uit naar de komst van uw Heere, opdat u Hem straks met vrijmoedigheid en niet met schaamte zult kunnen ontmoeten.
Dat de Heilige Geest, zonder Wie dit alles niet kan gebeuren, in rijke mate over ons zou worden uitgestort, opdat wij in de Heere zouden mogen blijven! En u die nog nooit op Christus hebt leren vertrouwen om door Hem behouden te worden, kom tot Hem en blijf in Hem, zonder daar nog één ogenblik mee te wachten! Hem zij de eer!
Amen.