Wij weten dat alle dingen meewerken. Kijk maar om u heen, naar boven of naar beneden, en zie dat alle dingen meewerken. Ze werken mee, in tegenstelling tot de ledigheid. De nietsnut die zijn armen over elkaar legt of die lui op bed ligt, vormt een uitzondering op Gods regel, want behalve hemzelf werken alle dingen. Hoewel de sterren schijnen te slapen aan het diepblauwe uitspansel, leggen ze toch vele miljarden mijlen af en werken dus. Er is geen oceaan of rivier die niet altijd aan het werk is, of wel tijdens stormen, wanneer de oceaan als het ware in z’n duizend handen klapt, of wel wanneer de rivier de vracht van de landen op zijn rug draagt. Er is geen stil plekje binnen in het diepste woud, waar niet gewerkt wordt. Niets is ledig.
De wereld is een grote machine, maar staat nooit stil: in stilte gedurende de nachtelijke uren en ook overdag wentelt de aarde zich om z’n as en werkt z’n voorbeschikte koers af. In stilte groeit het woud, zo dadelijk worden de bomen geveld. Maar in de tijd tussen groeien en omhakken wordt er gewerkt. Overal werkt de aarde; de bergen werken, de natuur is in zijn binnenste ingewanden aan het werk; zelfs het centrum van het grote hart van de wereld is steeds aan het kloppen. Soms bespeuren we dat werken in een vulkaanuitbarsting of een aardbeving, maar ook ondanks dat zijn alle dingen steeds aan het werk.
Ze zijn altijd aan het werk, in tegenstelling tot het woord spelen. Ze zijn niet alleen onophoudelijk actief bezig, maar ze zijn bezig met een doel. Wij zijn geneigd te denken dat de beweging van de wereld en de verschillende evoluties van de sterren slechts lijken op de ronddraaiing van een kindermolentje; ze produceren niets. Dat heeft de oude prediker Salomo ook eens ongeveer zo gezegd: De zon gaat op en de zon gaat onder, en hij haast zich naar de plaats waar hij weer opgaat. De wind waait naar het zuiden en draait zich om naar het noorden; hij draait zich onophoudelijk en keert weer terug naar zijn loopbaan. Maar Salomo voegde er niet aan toe, dat de dingen niet zijn wat ze lijken. De wereld is niet aan het spelen; zelfs in z’n hevigste bewegingen zit een bedoeling. Lawines, orkanen, aardbevingen zijn een wat ongewone uiting maar horen erbij. Vernieling en dood zijn slechts voortgang in een vermomde vorm. Alles wat is en wordt gedaan, werkt mee aan een grote bedoeling. De grote machine van deze wereld is niet alleen in beweging, maar er wordt iets geweefd wat een sterfelijk oog nog niet geheel kan zien. Hierop doelt onze tekst als het zegt: Het wordt uitgewerkt voor Gods volk.
En nogmaals, alle dingen werken, in tegenstelling tot de sabbath. Wij hebben het moreel gesproken over werk, speciaal op deze dag, in tegenstelling tot de gewijde stilte en aanbidding. Op dit moment werken alle dingen. Sinds de dag dat Adam in zonde viel, hebben alle dingen gewerkt. Voor Adam’s val had de wereld voortdurend vrijaf, maar daarna heeft de wereld z’n werkdagen gekregen, daarna moest de wereld zwoegen. Toen Adam in het Paradijs was, hield de wereld sabbath; en het zal nooit weer een andere sabbath hebben totdat het Duizendjarige Rijk komt. Dan zal de wereld haar sabbath hebben en rusten, als alle dingen ophouden te werken en alle koninkrijken worden afgestaan aan God, de Vader. Maar op dit moment moeten alle dingen nog werken.
Laten we ons er dus niet over verwonderen als we moeten werken. Als we aan het zwoegen zijn, laten we ons dan herinneren dat dit het lot van de wereld is. Die 6000 jaar van voortdurende arbeid, van zwoegen en slaven, overkomen niet alleen ons, maar het geheel van Gods grote universum. De hele wereld zwoegt en slaaft. Laten wij ons dus niet beklagen als we aan het werk zijn. Als alle dingen werken, laten wij dan ook werken; werk zolang het dag is, want de nacht komt, waarin niemand kan werken. Herinner hen die niets doen en lui zijn er aan dat zij een grote uitzondering vormen. Zij ontsieren het grote werkboek van God, zij hebben geen betekenis; in het hele boek vol letters waarmee God het grote woord ’werk’ heeft geschreven, zijn zij niets. Maar laat degene die werkt, al is het in het zweet zijns aanschijns en met pijn in zijn handen, zich herinneren dat hij, als hij de bedoeling heeft om Gods volk te zegenen, meewerkt met alle dingen, niet alleen met hun werk, maar ook juist met hun bedoeling.
Alle dingen werken samen. Dat staat in tegenstelling tot hun schijnbare onderlinge strijd. Als we naar de wereld kijken met verstand en begrip, zeggen we: Ja, alle dingen werken, maar ze werken tegen elkaar in. Er zijn tegengestelde stromingen; de wind waait naar het noorden en naar het zuiden. Het schip van de wereld wordt door de golven heen en weer bewogen, dat is waar, maar de golven slingeren haar eerst naar rechts en dan naar links; ze dragen haar niet standvastig naar de gewenste haven. Het is waar dat de wereld altijd actief is, maar het is een activiteit als op het slagveld, waar vijanden elkaar bevechten en de zwakkere wordt overwonnen. Vergis u niet, want zo is het niet!
De dingen zijn niet wat ze lijken; alle dingen werken samen. Er is geen tegenstelling in Gods voorzienigheid. De oorlogsraaf werkt samen met de vredesduif. De storm is niet in strijd met de vredige kalmte, zij zijn samen verbonden en werken samen, hoewel het lijkt alsof ze eikaars tegengestelde zijn. Kijk maar naar onze geschiedenis. Hoeveel gebeurtenissen hebben in hun tijd niet conflictueus geleken, maar hebben later goed uitgewerkt voor ons? Het streven van baronnen en koningen naar de heerschappij leken het laatste sprankje van de Engelse vrijheid te hebben zullen uitdrijven; maar ze hebben juist de vlam aangewakkerd. De verschillende opstanden van de volkeren, de deiningen in de samenleving, het streven naar anarchie, de oorlogsrumoeren, alles, al deze dingen, die geregeerd worden door God, hebben er slechts voor gezorgd dat de wagen van de kerk des te machtiger voortrijdt. Zij zijn hun voorbestemde doel niet voorbij geschoten, namelijk het goede voor Gods volk.
Ik weet dat het heel moeilijk is om dit te geloven. Wat, zult u zeggen, ik ben al heel lang ziek en mijn vrouw en kinderen, die afhankelijk zijn van mijn dagelijks werk, schreeuwen om eten. Werkt dit voor mij mee ten goede? Zo spreekt het Woord, en zo zult u het altijd vinden. Iemand anders zegt: Ik werk in de handel en de negatieve handelsbalans heeft mijn winst doen dalen en me in moeilijkheden gebracht. Werkt dit voor mij mee ten goede?
U bent een christen. Ik weet dus dat u deze vraag niet serieus stelt, want u kent het antwoord. Hij die zegt: Alle dingen werken samen, zal u spoedig bewijzen dat de meest onsamenhangende delen in uw leven een harmonieus geheel vormen. U zult ondervinden dat als uw biografie is geschreven, die ene zwarte bladzijde heel goed past bij die witte en dat die donkere, bewolkte dag des te beter de heldere namiddag van uw vreugde deed uitkomen. Alle dingen werken samen. Er is nooit een tegenstrijdigheid in de wereld; mensen denken van wel, maar dat is nooit zo. De wagenmenners in het Romeinse circus konden elkaar met veel ijver en kunstig, met ratelende wielen, ontwijken; maar God bestuurt met een oneindige kundigheid de vurige renpaarden van de menselijke passie, beheerst de storm en de winden en houdt het een gescheiden van het ander; Hij leidt het goede af uit het kwade en maakt het nog beter, in oneindige voortgang. Wij moeten het woord samen dus in een andere betekenis verstaan. Alle dingen werken samen mee ten goede’ dat betekent, dat geen van hen gescheiden van de ander werkt.
Ik herinner me de uitspraak van een oude heilige, die een zeer bondige uitdrukking gebruikte: Alle dingen werken samen mee ten goede; maar misschien zal een van deze ’alle dingen’ ons wel vernietigen als die op zichzelf is. De dokter schrijft medicijnen voor; u gaat naar de apotheek en hij maakt het klaar: een beetje van dit, een beetje van dat, een beetje zus en een beetje zo; het is heel wel mogelijk dat elk van deze ingredieënten een dodelijk vergif zou zijn en u direct zou doden als u het apart van de andere zou consumeren. Maar de apotheker doet eerst het ene in de vijzel, dan het andere en het volgende, en als hij alles met zijn stamper heeft fijngemaakt en er een mengsel van heeft gemaakt, geeft hij het u als een geheel, en gezamenlijk werkt het voor u ten goede, maar een van de ingredieënten zou of fataal hebben kunnen werken, of op een manier die uw gezondheid niet ten goede komt. Begrijp hieruit dus dat het verkeerd is om te vragen bij een enkele handeling van de voorzienigheid: Komt dit mij ten goede? Onthoud dat het niet het ene ding is dat voor u ten goede werkt, het is het ene ding, vermengd met het andere, en dat weer met een derde en een vierde, en al deze dingen samengevoegd werken mee voor u ten goede. Het feit dat u erg ziek bent, zal ongetwijfeld niet voor u ten goede zijn, maar God heeft iets dat zal volgen op uw ziekte, een gezegende bevrijding die volgt op uw armoede.
Hij weet dat als Hij de verschillende ervaringen van uw leven samenvoegt, zij het goede voor uw ziel zullen vóórtbrengen en het eeuwige goede voor uw geest. Wij weten best dat er veel dingen in ons leven gebeuren, welke ons zouden ruïneren als we ons altijd in diezelfde omstandigheid zouden bevinden. Teveel vreugde zou ons vergiftigen, teveel verdriet zou ons wanhopig maken: maar vreugde en verdriet, strijd en overwinning, storm en windstilte, al deze dingen samen vermengd vormen de heilige drank, waardoor God Zijn gehele volk door lijden heen volmaakt maakt en hen leidt naar het uiteindelijke geluk. Alle dingen werken samen mee ten goede.
Er zijn verschillende betekenissen voor het woord ’goed’. Er is de betekenis in wereldlijke zin: Wie zal ons iets goeds doen zien?, waarmee bedoeld wordt het goede van dit moment, dat voorbij gaat. Wie zal honing in mijn mond stoppen? Wie zal mijn buik vullen met verborgen schatten? Wie zal mijn rug versieren met purper en mijn dis doen overvloeien? Dat betekent’goed’; het vat dat overloopt van wijn en de schuur die gevuld is met graan! Nu heeft God nooit beloofd dat alle dingen zullen samenwerken voor dit soort ’goed’ voor Zijn volk. Het is zelfs zeer waarschijnlijk dat de dingen op een manier die hieraan tegengesteld is, samenwerken. Reken er maar niet op, christen, dat alle dingen samenwerken om u rijk te maken; het is meer waarschijnlijk dat ze dat doen om u arm te maken. Het zou kunnen dat alle verschillende voorspellingen die u zullen overkomen, golf na golf zullen komen en uw fortuin over de rotsen heen wegspoelen, totdat het schipbreuk lijdt. Dan zullen de golven over u heen breken en u zult helemaal alleen op de grote zee achterblijven in dat arme kleine bootje, een pover overblijfsel van uw fortuin, met niemand om u te helpen dan God de Almachtige. Verwacht dan niet dat alle dingen zullen meewerken u ten goede.
De christen begrijpt het woord ’goed’ in een andere betekenis. Hij verstaat eronder het geestelijk goede. Hij zegt: Ik noem niet het goud goed, maar ik noem geloof goed! Ik denk er niet steeds aan dat het mij ten goede komt als ik rijker word, maar ik weet dat het goed is om te groeien in de genade. Ik weet dat het mij niet ten goede komt als ik een gerespecteerd mens ben en verkeer onder goed gezelschap; ik weet wel dat dat zo is wanneer ik nederig met mijn God verkeer. Het is voor mij niet goed als mijn kinderen om mij heen zijn, als olijftakken om mijn tafel, maar ik weet dat het voor mijn bestwil is dat ik zal bloeien in de hof van mijn God en dat ik bezig moet zijn om zielen te redden van de afdaling in de put. Ik ben er niet zeker van dat het altijd goed voor me is om aardige en lieve vrienden te hebben, met wie ik goed kan opschieten; maar wel weet ik dat ik voor mijn eigen bestwil bevriend moet blijven met Christus, dat ik met Hem gemeenschap moet hebben, zelfs in Zijn lijden.
Ik weet dat het goed voor me is dat mijn geloof, mijn liefde en genade zullen groeien en toenemen, en dat ik zal worden omgevormd naar het beeld van Jezus Christus, mijn gezegende Heere en Meester. Voor de christen is het het hoogste goed op aarde dat hij kan groeien in de genade. Hij zegt; Ik zou liever failliet gaan in mijn zaken dan de genade kwijtraken. Mijn fortuin mag wel slinken, dat heb ik liever dan dat ik van de goede weg afdwaal. Laten uw golven over mij heen rollen, beter een oceaan vol moeilijkheden dan een druppel zonde. Ik zou uw stok liever duizend keer op mijn schouders voelen, mijn God, dan dat ik een keer mijn hand uitstrek om iets aan te raken dat mij verboden is, of mijn voet toestaan op het pad van de leugenaars. Het hoogste goed dat een christen hier op aarde hebben kan, is het geestelijk goed.
Alle dingen werken samen voor het duurzame goed van een christen. Alles werkt ervoor om hem aan de voeten van de Heiland te brengen. De psalmist zegt: Zo brengt Hij hen naar de door hen gewenste haven, door stromen, watervloeden en orkanen heen. Alle moeilijkheden van een christen brengen hem slechts dichter naar de hemel toe; de ruwe winden verhaasten alleen maar zijn gang door de straten van zijn leven naar de poort van de eeuwige vrede. Alle dingen werken samen voor het eeuwige en geestelijke goed van de christen.
Soms ook werken alle dingen samen voor het tijdelijke goed van de christen. U kent de geschiedenis van de oude Jacob. Jozef is er niet meer, Simeon is weg, en nu willen jullie Benjamin ook nog van mij af nemen; alles is tegen mij, zei de oude aartsvader. Maar als hij Gods geheimen zou hebben kunnen lezen, zou hij hebben uitgevonden dat Simeon niet verloren was, maar dat hij vastgehouden werd als een gijzelaar; en dat Jozef niet verloren was, maar vooruitgegaan om de weg te effenen die zijn grijze haren in het graf zouden brengen, en dat zelfs Benjamin door Jozef werd weggenomen uit liefde voor zijn broer. Zo bleek dus dat datgene wat tegen hem leek te zijn, zelfs in tijdelijke zin, voor hem was.
U kent misschien ook wel de geschiedenis van die martelaar, die altijd placht te zeggen: Alle dingen werken mee ten goede. Toen hij door de soldaten van koningin Mary werd opgehaald om naar de brandstapel geleid te worden, werd hij onderweg door hen zo ruw behandeld dat hij zijn been brak. Spottend zeiden zij toen tegen hem: Hoe kan uw gebroken been meewerken ten goede? Hij antwoordde: Ik weet niet hoe, maar ik weet wel dat het voor mij ten goede zal werken, en dat zult u zien. Het lijkt vreemd om te zeggen, maar het bleek bewaarheid te worden dat het hem ten goede kwam. Want omdat men vanwege zijn beenbreuk onderweg enkele dagen vertraging kreeg, kwam men pas in London aan op het moment dat Elizabeth tot koningin was uitgeroepen, en zo ontkwam hij aan de brandstapel. Daarop keerde hij zich naar de mannen die hem droegen, zoals ze dachten naar zijn dood, en hij zei tegen hen: Wilt u nu geloven dat alle dingen meewerken ten goede?
Hoewel in de diepste betekenis van de tekst het geestelijke goed wordt bedoeld, kunnen er soms in de stroming enkele tijdelijke en materiële voordelen voor Gods kinderen meegedragen worden, als ook de rijke geestelijke zegeningen.